secundair logo knw 1

Sfeerbeeld van de wijk Floriande in Hoofddorp I foto: Rijnland

Het is voor een klimaatbestendige ruimtelijke inrichting belangrijk om verder te kijken dan technische oplossingen en de veerkracht van het gebied te verhogen. Dit is de teneur van het rapport De Blauwe Lens, dat landschapsarchitecten in opdracht van het hoogheemraadschap van Rijnland hebben gemaakt. Rijnland wil de ideeën hieruit samen met andere partijen toepassen.

Hoe kan het gebied van Rijnland dat gaat van Wassenaar tot Amsterdam en van IJmuiden tot Gouda, op een klimaatbestendige manier worden ingericht? En wat houdt dit in voor de visie en taakopvatting van het hoogheemraadschap? De twee bureaus voor landschapsarchitectuur FABRICations. en Buro Sant en Co hebben dat uitgezocht, met als resultaat het rapport De Blauwe Lens.

Erwin de Groot en Veronique Loeffen “De publicatie schetst met een aantal mooie beelden en perspectieven hoe ons werkgebied er in de toekomst uit zou kunnen zien”, vertellen Erwin de Groot en Veronique Loeffen, “Een inzicht is dat water leidend moet worden gemaakt bij ruimtelijke ontwikkelingen.” Beiden werken als beleidsadviseur bij het hoogheemraadschap van Rijnland.

Opgaven vanuit landschapskant bekeken
Het rapport is opgesteld aan de hand van ontwerpend onderzoek. “Voor deze aanpak hebben we bewust gekozen”, zegt Loeffen. “We willen ons blikveld verruimen en ons niet blindstaren op de techniek waarin waterschappen sterk zijn. Door vanuit de landschapskant met een brede blauwe lens naar de opgaven in het gebied te kijken, maken we een ander soort connectie met partners. Dat komt in het rapport goed naar voren.”

Het onderzoek is er gekomen op verzoek van het nieuwe algemeen bestuur dat twee jaar geleden aantrad. De Groot: “Er speelt van alles in ons gebied, denk aan klimaatverandering, bodemdaling, zeespiegelstijging, energietransitie en de bouw van honderdduizenden nieuwe woningen. Het bestuur wilde weten: wat betekenen deze ontwikkelingen voor de toekomstige rol van Rijnland? De twee bureaus hebben al deze opgaven bij de kop gepakt.”

Drie perspectieven geschetst
De landschapsarchitecten schetsen drie perspectieven, die ieder een mogelijke grondhouding van het hoogheemraadschap vertegenwoordigen: ‘vanuit de kerntaken toekomstbestendig’, ‘maatschappelijke meerwaarden leidend’ (kansen voor onder andere aquathermie en recreatie) en ‘watersysteem stuurt’. Vanuit het eerste perspectief bekeken kan Rijnland met techniek en innovaties nog veel bereiken, vindt De Groot. “In het rapport wordt echter ook vastgesteld dat we het in de toekomst niet alleen meer redden met technische oplossingen als nog hogere dijken en grotere gemalen.”

Er moet volgens De Groot veel meer veerkracht in het gebied komen. “Dan heb je het over het perspectief dat het watersysteem meer sturend moet worden. Dit leidt onder andere tot meer mogelijkheden om water op te vangen en bijvoorbeeld de sponswerking in de stad te vergroten. Ook is het nodig nieuwe woningen toekomstbestandig te bouwen, bij voorkeur op het hoger gelegen boezemland. Kan dat niet, dan is het zaak om rekening te houden met mogelijke overstromingen.”

Uit de eerste reacties op het rapport blijkt dat partners het verhaal oppikken, zegt Loeffen. “Het is nu duidelijk dat het waterschap op de langere termijn niet alles technisch kan oplossen en zij zelf ook andere keuzes moeten maken. Dat kan bijvoorbeeld een meer fluctuerend en veerkrachtig waterpeil in nieuwe wijken zijn, in plaats alles tot op de centimeter nauwkeurig te regelen. We gaan deze boodschap ook nadrukkelijk uitdragen.”

Water verbindende factor
De drie perspectieven sluiten elkaar niet uit, stelt De Groot. “Wij hoeven er niet eentje te kiezen. Het is juist goed om met meerdere brillen naar de opgaven te kijken. We willen dat water meer sturend wordt in de ruimtelijke ordening. Dit betekent dat het watersysteem de verbindende factor is tussen alle klimaatmaatregelen. Daarmee moet in de woningbouwopgave nu al rekening worden gehouden.”

Met het principe zijn de meeste partijen het wel eens, merkt Loeffen op. Maar het wordt spannend zodra plannen voor gebieden concreet worden. Loeffen ziet de perspectieven vooral als bron van ideeën voor de gebiedsontwikkeling. “Hieruit kunnen we goede ideeën putten, die we samen met andere partijen kunnen toepassen.”

Overbrengen verbeelding uitdaging
Het rapport wordt volgende week besproken in het algemeen bestuur. De bedoeling is om de visie daarna te gebruiken in de gesprekken met gemeenten en andere partners in de omgeving. De Groot: “Ook is De Blauwe Lens van belang voor ons nieuwe waterbeheerprogramma tot en met 2027,”

De kracht van het rapport is de verbeelding, besluit De Groot. De uitdaging is nu om deze verbeelding over te brengen op de andere partijen. “We streven naar verdieping en willen gebiedsgericht gaan vertalen wat de visie inhoudt.” Loeffen hoopt dat de gepresenteerde beelden de partners van Rijnland op een positieve manier prikkelen. “Het is belangrijk samen naar de mogelijkheden te kijken om die te realiseren. Wij kunnen als waterbeheerder vanuit onze grote kennis en ervaring daarin een goede rol spelen.”


Marco Kastelein, hoogheemraad van Rijnland en portefeuillehouder van ruimtelijke ordening:

Marco Kastelein 180 vk Marco Kastelein“We merken dat klimaatverandering van grote invloed is op onze samenleving, en daarmee ook op ons werk. Dit draait in de kern erom dat onze inwoners veilig kunnen leven, werken en genieten van ons waterrijke gebied. Dagelijks werken we aan onze watersystemen, nieuwe gemalen, piekbergingen, noem maar op. Maar er is meer nodig. De wateropgave kunnen we niet alleen aan, dat doen we samen.

Als je kijkt naar onze ruimtelijke ordening, dan heb je te maken met diverse opgaven op het gebied van stedenbouw, landbouw, energie, natuur en biodiversiteit. Die zijn allemaal sterk met elkaar vervlochten en moeten we in samenhang bekijken. Het een kan niet zonder het ander.

Als Rijnland willen we perspectief bieden binnen ons werkgebied. Wij zien de omgeving door een Blauwe Lens, met water als verbindende factor. Het rapport dient als inspiratie voor onszelf, maar ook voor onze partners. Als leidraad hoe we de uitdagingen van deze tijd met elkaar kunnen en wat ons betreft ook moeten aangaan.”

  

MEER INFORMATIE
Toelichting door Rijnland
Rapport De Blauwe Lens
H2O-artikel (2019): toekomstvisie Dunea en Rijnland

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.