De Rekenkamer Oost-Nederland signaleert een aantal tekortkomingen in de manier waarop de provincies Gelderland en Overijssel drinkwaterbronnen beschermen. Zo is het toezicht op de naleving van milieuregels voor verbetering vatbaar. De grondwaterkwaliteit baart in beide provincies zorgen. In Overijssel is deze kwaliteit bij twaalf van de twintig drinkwaterwinningen achteruitgegaan.
Dit blijkt uit het rapport Drinkwaterbronnen grondig beschermd? dat de Rekenkamer Oost-Nederland vandaag heeft gepubliceerd. In zowel Gelderland als Overijssel verzorgt het waterbedrijf Vitens de publieke drinkwatervoorziening, waarbij grondwater de belangrijkste grondstof is.
De oostelijke Rekenkamer heeft gekeken naar hoe de provinciale overheid haar taken uitvoert. Volgens het controle-instituut speelt de provincie een belangrijke rol bij het beschermen van grondwater, omdat deze overheid de beschermde gebieden aanwijst en milieuregels stelt voor activiteiten binnen deze gebieden.
Robuuste kleilagen
Veel van het grondwater is in Gelderland en Overijssel opgeslagen onder robuuste kleilagen en daardoor goed beschermd tegen verontreiniging, aldus de Rekenkamer Oost-Nederland. Desondanks wordt aan de hand van gebiedsdossiers – waarin monitoringgegevens van Vitens over de periode 2008-2015 zijn verwerkt – geconstateerd dat de kwaliteit van het grondwater erop achteruit is gegaan bij twaalf van de twintig drinkwaterwinningen in Overijssel en drie van de 37 drinkwaterwinningen in Gelderland.
Dit druist in tegen de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water, waaraan in 2027 moet zijn voldaan. Rondom 29 Gelderse en 18 Overijsselse winningen zitten verontreinigingen die een risico vormen voor de grondwaterkwaliteit. Zij worden vooral veroorzaakt door bemesting en het gebruik van bestrijdingsmiddelen door de landbouw.
Risico
De provincie heeft, net als andere overheden, de plicht om het risico op verontreinigingen zoveel mogelijk te beperken. De Rekenkamer Oost-Nederland vindt dat de grondwaterbescherming door de twee provincies beter kan. Het instituut concludeert dat de provincie Overijssel beperkt toezicht heeft gehouden op de naleving van milieuregels in de grondwaterbeschermingsgebieden. Deze provincie heeft aangekondigd het toezicht in 2019 te intensiveren.
De belangrijkste kritiek op de provincie Gelderland betreft de bescherming via ruimtelijke ordening. De provincie laat veel ruimte aan gemeenten, waardoor de provinciale regels minder goed doorwerken. Dat vergroot het risico op ongewenste activiteiten in beschermde gebieden. De verplichte watertoets in bestemmingsplannen wordt niet benut om het grondwaterbelang in te brengen, iets wat eveneens voor de provincie Overijssel geldt.
De Rekenkamer Oost-Nederland doet naast specifieke aanbevelingen ook enkele aanbevelingen die voor beide provincies gelden. Zij worden aangeraden om na te gaan of de nieuwe Omgevingswet mogelijkheden biedt voor het waar nodig aanscherpen van de regels voor de belangrijkste vervuilingen van het grondwater. Nog een advies is om afspraken te maken met andere toezichthoudende instanties over hoe ongewenste activiteiten in zones rond drinkwaterwinningen beter kunnen worden gesignaleerd.
MEER INFORMATIE
Onderzoeksrapport Rekenkamer Oost-Nederland