Waterbedrijf Waternet dat water inneemt bij Nieuwegein voor de drinkwaterproductie zat vorig jaar dicht tegen een innamestop aan. Reden was de oplopende concentratie van 1,4-dioxaan in het water van de Rijn bij Lobith. Die steeg daar tot ver boven de ontheffingswaarde van 3 μg/L die geldt bij Nieuwegein, een innamepunt zo’n 90 kilometer stroomafwaarts. Uiteindelijk werd daar de norm niet overschreden, zodat er geen innamestop kwam. Maar het bedrijf kroop evenals PWN (dreigende innamestop Andijk door verzilting IJsselmeer) door het oog van de naald.
Een en ander blijkt uit het jaarverslag 2018 van RIWA Rijn, dat deze maand verscheen. RIWA Rijn, de vereniging van rivierwaterbedrijven, besteedt in het verslag de nodige aandacht aan de vervuiling met 1,4-dioxaan, een in het milieu moeilijke afbreekbare stof die ook is terug te vinden in de in juli gepubliceerde SZW-lijst met kankerverwekkende stoffen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De stof wordt onder andere gebruikt als oplosmiddel voor inkten en lijmen. Ook komt ze voor als verontreiniging in glyfosaat.
De problemen met de stof in de Rijn bleven, aldus RIWA Rijn, onderbelicht door de ophef over en aandacht voor de verzilting van het IJsselmeer, die bijna tot een innamestop leidde in Andijk. Het lekkanaal bij Nieuwegein is het eerste innamepunt na het meetpunt bij Lobith. Bij een innamestop in Nieuwegein hadden drinkwaterbedrijven waarschijnlijk hun grond- en duinwaterbuffers moeten aanspreken, wat weer tot natuurschade zou hebben geleid, aldus RIWA.
Worst-case scenario
Er wordt in het jaarverslag door directeur Gerard Stroomberg van RIWA Rijn gesproken over een worst-case scenario, te weten het moment dat de innamestop bij Andijk (verzilting) zou samenvallen met een innamestop bij Nieuwegein op de Lek (1,4-dioxaan). "In dat geval zouden de twee ankers waaraan de drinkwaterbedrijven in Noord-Holland en Amsterdam hangen, allebei niet meer bruikbaar zijn."
Zover kwam het niet, maar de oplopende concentratie 1,4-dioxaan heeft wel tot gevolg dat drinkwaterbedrijf Oasen dit jaar aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft gevraagd of een ontheffing nodig is voor 1,4-dioxaan, omdat de in oevergrondwater aangetroffen concentraties de signaleringswaarde van 1 μg/L overschrijden.
24 ton
De stof die onder meer als uitgangsmateriaal wordt gebruikt voor de synthese van andere stoffen, komt in het stroomgebied van de Rijn op grote schaal vrij bij industriële productieprocessen. “Nog voordat de Rijn Noordrijn-Westfalen binnenstroomt heeft hij al een grote hoeveelheid 1,4-dioxaan ontvangen: Rijnland-Palts rapporteerde over 2016 en 2017 een jaarvracht van bijna 24 ton in de Rijn ter hoogte van Mainz”, schrijft RIWA.
BASF in Ludwigshafen en Merck in Darmstadt zijn bekende productielocaties van 1,4-dioxaan, aldus RIWA. Een onderzoek in Noordrijn-Westfalen met het laboratoriumschip Max Prüss leerde dat in deze deelstaat de stof wordt geloosd op de Emscher door een ‘industriële lozer’.
De rioolwaterzuiveringsinstallatie Düsseldorf-Zuid, waarop vier fabrieken zijn aangesloten, heeft eveneens ‘in aanzienlijke mate bijgedragen’ aan de 1,4-dioxaanconcentraties, schrijft RIWA. “Ook is bekend dat 1,4-dioxaan als verontreiniging voor kan komen in methanol dat in rioolwaterzuiveringsinstallaties wordt gebruikt in het denitrificatieproces.”
De droogte vorig jaar zette de schijnwerper op probleemstoffen als 1,4-dioxaan in relatie met afnemende debieten. Daardoor worden normen vaker overschreden. Gezien de klimaatverandering een toenemend probleem. RIWA pleit dan ook voor een pilot om de praktische uitvoerbaarheid van debietafhankelijke lozingen te onderzoeken en het nut hiervan voor de oppervlaktewaterkwaliteit vast te stellen. Het voorstel voor de proef komt uit het overleg aan de Beleidstafel Droogte, schrijft RIWA.
Chloride
De droogte heeft ook aangetoond dat bestaande protocollen op scherp komen te staan. Het bestaan van meerdere chloridenormen en verschil in interpretatie hebben geleid tot onduidelijkheid, schrijft RIWA. “De chloridenorm komt voor in verschillende wet- en regelgeving, maar wordt in de praktijk op verschillende manieren toegepast: van harde norm tot flexibele norm, van jaargemiddeld tot momentaan (op moment van toepassing, red).”
Feit is dat vorig jaar gedurende de zomer het water via de Rijn met een chlorideconcentratie van 150 mg/l het land binnen kwam. Dat gehalte is gelijk aan de landelijke (jaargemiddelde) drinkwaternorm, die scherper is dan de chloridenorm in het Zoutverdrag van de Rijn (200 mg/l). “De vraag is: hoe gaan we hier mee om?”, schrijft RIWA. “We gaan daarom een beleidskader voor chloride opstellen waarin we aangeven wat de handelingsperspectieven zijn als er verhoogde chloride-concentraties in het oppervlaktewater voor drinkwaterproductie zitten.”
Grote lijnen
Naast de problemen met specifieke stoffen als 1,4-dioxaan en chloride, kijkt RIWA Rijn in het jaarverslag ook naar de grote lijnen. De droogte heeft kwetsbaarheden in het watersysteem blootgelegd, schrijft de vereniging. Enerzijds is er de oprukkende verzilting vanuit de Noordzee en anderzijds de lage afvoer op de rivier waardoor concentraties van verontreinigingen stegen.
"De aangetroffen concentraties industriële chemicaliën, geneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen en hun afbraakproducten zijn geëvalueerd ten opzichte van de streefwaarden in het European River Memorandum (ERM). Ook dit jaar troffen we stoffen aan waarvan de concentraties deze streefwaarden overschreden."
Kaderrichtlijn Water
In het jaarverslag zetten de verenigde drinkwaterbedrijven de vervuilingen af tegen de doelstelling van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Dat is niet zonder reden, dit jaar onderwerpt de Europese Commissie de KRW aan een zogeheten fitness check.
Meer specifiek gaat RIWA Rijn in op de vraag: wordt artikel 7.3 van KRW waargemaakt? Dat artikel schrijft voor dat de kwaliteit van het oppervlaktewater verbetert, zodat op termijn het zuiveringsniveau voor drinkwaterproductie kan worden verlaagd.
RIWA Rijn onderzocht met een zuiveringsindex of de invoering van de KRW effect heeft gehad op het vereiste zuiveringsniveau. “Daaruit blijkt dat de beoogde vermindering van het vereiste zuiveringsniveau, sinds de invoering van de KRW in 2000, nog niet is waargemaakt,” staat er in het rapport.
Voor de index wordt op vijf locaties de waterkwaliteit gemeten: Lobith, Andijk, Nieuwegein, Nieuwersluis en Haringvliet. De laatste vier zijn drinkwaterinnamepunten. Volgens de index was het water in Andijk, ondanks de verziltingsproblemen, afgelopen jaar van de beste kwaliteit, in Lobith was deze het slechtst.
De index laat ook zien dat ‘er op geen enkele locatie een daling te zien is in de zuiveringsopgave-index in de jaren 2000-2018’. De rode trendlijn stijgt op alle meetlocaties, wat betekent dat de kwaliteit sinds 2000 is verminderd. Wat tegengesteld is aan de doelstelling van de KRW.
Update 22 sept: 'Waterbedrijven' vervangen door Waterbedrijf Waternet. Dat bedrijf neemt water in uit het Lekkanaal bij Nieuwegein.
MEER INFORMATIE:
Jaarverslag RIWA Rijn
H2O: Droogte in 2018 onderstreept: de Maas is kwetsbaar als drinkwatervoorziening
H2O:‘Waterkwaliteit Rijn ondanks Europese richtlijn niet verbeterd’
H2O: Drinkwaterbedrijven: verbetering drinkwaterbronnen moet topprioriteit krijgen, het is twee voor twaalf
H2O: Joke Cuperus (PWN): ‘Betere monitoring in IJsselmeer nodig’
H2O Premium: Nitraat in grondwater: gehaltes en zorgen nemen weer toe
H2O: Waar blijft de nieuwe drinkwateropstand?