Op de rioolwaterzuivering Apeldoorn kan het midden- en kleinbedrijf sinds vorige week watergerelateerde innovatieve processen of technologieën testen. Op het terrein van de rwzi zijn daartoe een onderzoeksruimte en kantoorvoorzieningen ingericht.
De testlocatie in Apeldoorn maakt deel uit van een Europees Water Test Netwerk. Dit netwerk bestaat uit 12 testlocaties in landen als Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Ierland en Schotland. Op de testlocaties krijgen bedrijven, die zelf niet over de benodigde faciliteiten beschikken, de kans nieuwe technieken of ideeën op gebied van water te testen.
De testlocatie in Apeldoorn is een initiatief van waterschap Vallei en Veluwe en Cleantech Regio, een samenwerkingsverband van onderwijs, overheden en en ondernemers in acht gemeenten rond Zutphen, Deventer en Apeldoorn. “Er waren een aantal vragen van bedrijven binnengekomen waar we niet aan konden voldoen,” vertelt Yvonne Vlek van het waterschap. “Daarom was het voor ons een interessante kans om mee te draaien in dit Europese project.”
Vouchers
Elk bedrijf dat een test wil doen, heeft eigen wensen en behoeften. Via vouchers van het Europese programma kan het bedrijven diensten, bijvoorbeeld laboratoriumanalyses of onderzoeksadvies, inhuren. Vlek: “De bedrijven dienen hun eigen installaties mee te brengen. De vouchers kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om apparatuur te huren.”
Waterschap Vallei en Veluwe stelt de testlocatie ter beschikking, Cleantech Regio spant zich in om bedrijven te interesseren. “Er is in de regio behoefte aan een laagdrempelige locatie om zulke testen te doen,” zegt Marcel van der Maal van Cleantech Regio. Dat blijkt volgens Van der Maal ook wel uit de eerste reacties. “Ik weet al van geïnteresseerde bedrijven, die testen doen over bijvoorbeeld het vaststellen van legionella of het verwerken van slib”.
Vijf geïnteresseerde bedrijven
Verdeeld over de 12 testlocaties in Europa is het de bedoeling dat 120 MKB-bedrijven in totaal 90 testen uitvoeren en dat 30 van die testen leiden tot een product dat vermarkt kan worden. Vlek: “We hebben nog tweeënhalf jaar de tijd binnen dit Europese programma. Het is een ambitieus, maar realistisch doel. Na een paar dagen hebben zich al vijf geïnteresseerde bedrijven gemeld. Dat is een hoopvol begin”.