Regelgeving tegen zwerfafval is noodzakelijk om ernstige verontreiniging van onze rivieren tegen te gaan. Dat stelt het samenwerkingsverband Schone Rivieren na vijf jaar afvalonderzoek op de rivieroevers. “De huidige aanpak is dweilen met de kraan open”, zegt projectleider Joost Barendrecht.
In het rapport ‘Plasticsoep in de Nederlandse rivieren’ worden de bevindingen van vijf jaar grootschalig rivierafvalonderzoek gedeeld, gevolgd door een aantal adviezen. Het rapport is vanmiddag in Den Haag aangeboden aan Kamerleden van de Commissie Infrastructuur en Waterstaat. Schone Rivieren hoopt dat die het afvalprobleem meenemen bij de verkiezingen in november.
"Tot op heden is hiervoor veel te weinig aandacht, waardoor de Nederlandse rivieren het afvoerputje van Europa vormen", stelt Joost Barendrecht. "Ons onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat de plasticsoep al in de rivieren begint. Bovendien blijkt dat, anders dan eerder gedacht, een groot deel van het rivierafval niet doorstroomt naar zee maar voor lange tijd in de oevers achterblijft. Het probleem in de rivieren is nog groter dan in zee."
Schone Rivieren, een samenwerking van IVN Natuureducatie en Stichting De Noordzee, begon in 2017 met onderzoek naar de hoeveelheid, samenstelling en herkomst van afval op de oevers van de grote rivieren in ons land. Ieder voor- en najaar verrichtten zo’n duizend vrijwilligers afvalmetingen op circa vijfhonderd tracés van 100 meter.
Een miljoen stuks
De afgelopen jaren vonden zij in totaal bijna een miljoen stuks afval, gemiddeld 311 stuks per 100 meter. Circa 90 procent daarvan betreft plastic, met in de top 3 ondefinieerbare stukjes piepschuim, folie en hard plastic.
Het meeste gevonden afval, bijna 40 procent, is volgens Schone Rivieren afkomstig van bedrijfsactiviteiten. Het gaat dan om afval van bouwplaatsen, bedrijventerreinen, havens, scheepvaart, landbouw en visserij. Zo’n 35 procent is recreatieafval, bijna 20 procent komt van dumpingen van grof- en huishoudelijk afval en circa 7 procent komt via riooloverstorten in de rivieren terecht.
Schone Rivieren streeft naar een zwerfafvalvrije rivierdelta in 2030. Dat gaat met de huidige aanpak van zwerfafval niet lukken, luidt de conclusie. "Die is veel te vrijblijvend en richt zich te weinig op het wegnemen van de oorzaak. Het is dweilen met de kraan open."
Riviernetwerken
De afvalonderzoekers pleiten daarom voor juridische kaders, te beginnen in de Kaderrichtlijn Water (KWR), zodat de overheid concrete maatregelen kan afdwingen. Ze verwijzen naar de Kaderrichtlijn Marien (KRM), waaraan een drempelwaarde van maximaal 20 stuks afval per 100 meter strand is gekoppeld.
Daarnaast dringen ze aan op "een verregaande verbetering" van de bestaande statiegeldsystemen. "Die functioneren niet goed", verklaart Barendrecht. "We moeten veel meer gaan hergebruiken. We gooien in Nederland nog steeds dagelijks 19 miljoen voedselverpakkingen en plastic bekertjes weg, dat is zo gigantisch veel."
De komende jaren wil Schone Rivieren zich, naast het afvalonderzoek, ook richten op brongerichte maatregelen. Ze roept overheden en bedrijven op om actief deel te nemen in ‘riviernetwerken’, waarin lokaal wordt samengewerkt aan het voorkomen van zwerfafval. Bijvoorbeeld door maatregelen op te nemen in vergunningen, aanbestedingen en gebiedsbeheer. "Hiermee kan morgen al worden begonnen."