Een onderzoek naar slachtofferbepaling bij een overstroming, een studie naar het meest geschikte stuwmiddel voor een nieuwe stuw bij Grave en een bestrijdingsplan voor het ongelijkbladig vederkruid, een invasieve exoot. Deze afstudeeronderzoeken zijn tot beste gekozen tijdens de jaarlijkse verkiezing van de scriptieprijs van het Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW).
De uitreiking had vanmiddag plaats tijdens een online event. Het is voor het eerst dat KNW als gevolg van de coronacrisis zijn toevlucht moest nemen tot een digitale finale van de verkiezing van de beste master- en bachelor-scripties in het hoger onderwijs (universiteit en hbo). Dit jaar werden voor het eerst ook prijzen uitgereikt aan mbo-studenten. Een hele belangrijke groep studenten die als young professionals in de watersector ook ‘ontzettend hard nodig’ zijn, zei voorzitter Riksta Zwart van KNW.
In totaal 10 scripties waren genomineerd in 3 categorieën (master, bachelor en mbo). De jury toonde zich ingenomen met het niveau van de nominaties in elke categorie.
Veel van de onderzoeken waren door de coronacrisis in bijzondere omstandigheden tot stand gekomen. Door de opgelegde beperkingen en regels was het niet altijd eenvoudig om op locatie onderzoek te doen en informatie te verzamelen. Het leidde tot creatieve oplossingen, zo schakelde één student zijn moeder in voor veldonderzoek.
Master
Er waren 18 masterscripties. Ze waren niet allemaal van uitstekende kwaliteit, zei juryvoorzitter Jelle Roorda. Dat gold niet voor de 3 genomineerde scripties. “Die waren echt heel erg goed.”
De masterscriptie van Anneroos Brussee was de beste, aldus de jury. Brussee ontwikkelde een modelberekening voor het bepalen van het aantal slachtoffers bij een potentiële overstroming. De studie is gebaseerd op een casestudie naar een dijkdoorbraak in de Bommelerwaard. Het doel was, zo legde de onderzoekster uit in een video-presentatie, om de slachtofferbepaling bij een potentiële overstroming te verbeteren. Brussee rondde met de scriptie de masteropleiding Waterbouwkunde aan de Technische Universiteit Delft af.
De jury was onder de indruk. Roorda: “In onze ogen is dit de eerste keer dat het aspect van het aantal slachtoffers dat bij een overstroming kan vallen, in een model is vervat. Petje af, erg vernieuwend en aanvullend op wat er nu bekend is. We verwachten dat het model op veel plekken gebruikt gaat worden.”
De tweede prijs ging naar Rutger Siemes (UTwente) met een studie naar kunstmatige structuren om erosie tegen te gaan in kwelders in de Waddenzee. Daan Rooze (TU Delft) eindigde op de derde plaats met zijn onderzoek naar mogelijkheden om de door overstromingen geteisterde Amerikaanse stad New Orleans overstromingsbestendig te maken.
Bachelor
Bij de bachelorscripties (12 inzendingen) ging de eerste prijs naar Matthias Polinder en Aron Braakman (hogeschool Windesheim). Het tweetal deed in opdracht van Rijkswaterstaat onderzoek naar het meest geschikte stuwmiddel voor een nieuwe stuw bij Grave in de Maas, waarbij de studenten ook een zelfbedachte innovatieve stuw inbrachten als mogelijke variant.
Namens de jury zei Erik de Bruine dat de scriptie van Polinder en Braakman van uitzonderlijke kwaliteit is. “En dan in tijden van corona ook nog zoveel mensen spreken en informatie verzamelen en op een goede, toegankelijke manier presenteren. De uitwerking getuigde van veel creativiteit en doorzettingsvermogen.”
'Een wakeup-call in scriptievorm'
De tweede prijs ging naar Dirk & Aron Jonker, studenten tuin- en landschapsinrichting aan de hogeschool Van Hall Larenstein. De twee ontwikkelden een klimaatadaptief groenbestek, tot dusverre een witte vlek in het groenbeheer. De jury noemde de scriptie ‘een wakeup-call in scriptievorm’.
De derde prijs ging naar Tim van de Wetering en Koen ter Riele (Windesheim). Beide hbo-studenten civiele techniek deden onderzoek naar vermindering van waterverlies bij stuwcomplexen in de Maas.
Mbo
Shanelle Steijn (Aeres Almere) won bij de mbo-scripties de eerste prijs met haar bestrijdingsplan voor ongelijkbladig vederkruid, een invasieve exoot. Ze deed haar onderzoek in een wijk in Emmeloord in opdracht van waterschap Zuiderzeeland. Namens de jury zei Jan Willem Mulder over de scriptie: “In alle opzichten compleet en van hoge kwaliteit. Alle elementen waren aanwezig, van duurzaamheid tot kosten, afgesloten met helder advies richting de opdrachtgever.”
Tweede werd Bart Werkhoven (Nova College) met een onderzoek naar de renovatie van een koelwaterinnamestation in opdracht van Olam Cocoa in Zaandam, producent en leverancier van voedsel en industriële grondstoffen.
De derde prijs werd gedeeld en ging naar Ingo van Veghel en Vincenzo Naviglio. Beide Aeres-studenten deden hun onderzoek tijdens een stage bij watercyclusbedrijf Waternet. Van Veghel baseerde zijn onderzoek op de pilot ‘natte teelt bij de boer’ in Ankeveen, waarbij onderzoek wordt gedaan naar natte landbouw met aandacht voor teelt- en oogstmethodes, afzetmarkt, inpassing natte teelt in bedrijfsvoering en het verdienmodel.
Ook Naviglio onderzocht de natte landbouw met als onderzoeksvraag wat de effecten van natte landbouw zijn op de habitat in de omgeving.