Het Hoogheemraadschap van Delfland experimenteert samen met STOWA en de TU Delft op drie locaties met sensoren in droogtegevoelige dijken. Dat moet meer inzicht geven in hoe de dijk reageert op extreme neerslag of langdurige droogte.
Begin dit jaar zijn de sensoren bij Gemaal Duifpolder in Maasland, de Groeneveldse Molen in Schipluiden en de Molenlaan in Schipluiden geplaatst. Ook het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en het Hoogheemraadschap van Rijnland doen mee aan het experiment. Zij gebruiken dezelfde sensoren en meetfrequenties.
De sensoren maken het mogelijk niet alleen de bovenlaag van de dijk, maar ook de waterhuishouding in de dijk bij extreme neerslag te monitoren. Volgens Delfland is dit niet eerder onderzocht. Er zijn wel landelijke richtlijnen, maar die zijn niet gebaseerd op uitgebreide metingen beneden grondwaterpeil. Mogelijk blijkt uit de monitoring dat de dijken sterker zijn dan gedacht, aldus het hoogheemraadschap.
Veen
De resultaten zijn van belang om de dijkinspecties efficiënter te kunnen uitvoeren. Zo’n 200 kilometer aan dijken is zeer gevoelig voor droogte, omdat de ondergrond gedeeltelijk uit veen bestaat. Als dat uitdroogt, krimpt het en ontstaan er scheuren.
Delfland doet sinds 2010 onderzoek naar droogtegevoelige dijken en naar de opbouw van plantengroei op dijken. Sinds 2016 wordt in de Duifpolder onderzoek gedaan met bodemvochtsensoren en peilbuizen. Dit onderzoek is dit jaar uitgebreid met de meetsensoren. De eerste resultaten worden eind dit jaar verwacht.
Opdrachtgever voor het onderzoek is STOWA, de TU Delft zorgt voor de analyses van de monitoring. Deze data moeten het mogelijk maken om ook landelijk de stabiliteit van droogtegevoelige dijken beter te kunnen berekenen.
MEER INFORMATIE
Vragen en antwoorden over droogtegevoelige dijken