Slib is belangrijk voor de ontwikkeling van de Waddenzee. Het draagt bijvoorbeeld bij aan de groei van wadplaten en kwelders. Door het verdiepen van vaargeulen, landaanwinning en de aanleg van waterkeringen grijpen mensen ook in de slibhuishouding van de Waddenzee in. Hoeveel slib er nu precies naar de Waddenzee gaat, en wat er vervolgens mee gebeurt, is nu onderzocht.
“Slib had altijd een slechte pers,” zegt Bas van Maren. De onderzoeker van Deltares bekeek de slibhuishouding van de Waddenzee, zowel het Nederlandse, Duitse als Deense deel, en droeg daarover bij aan het rapport ‘Where Mud matters’. “Het zou natuurlijk leiden tot kosten vanwege baggeronderhoud, het vertroebelt het water en heeft nadelige ecologische effecten. De laatste tijd wordt echter steeds vaker ingezien dat slib ook positieve eigenschappen heeft.”
Van Maren denkt daarbij aan de rol die slib speelt, zowel in kwelders als daarbuiten, als buffer voor de waterkeringen. Maar ook aan de positieve ecologische aspecten die slib ontegenzeggelijk heeft. “Verder zie je dat slib steeds vaker gebruikt wordt als meststof of om het land op te hogen, dus als buffer tegen zeespiegelstijging. Het imago van slib verandert, de vraag ernaar stijgt. Daarom wilden we nu in beeld krijgen hoeveel slib de Waddenzee er jaarlijks bijkrijgt en hoeveel er, door menselijk handelen, aan wordt onttrokken.”
Waddenzee stabiel systeem
“Innovatief is dat we hebben bekeken hoeveel slib per deelgebied bezinkt en daarnaast specifiek voor de Waddenzee hebben onderzocht hoeveel slib er vanuit verschillende bronnen de zee binnenkomt.” De onderzoeker schat de aanvoer van het slib, op 12,1 tot 16,5 miljoen ton per jaar. Het meeste daarvan is afkomstig uit de Straat van Dover. De totale hoeveelheid slibafzetting en -winning ligt volgens Van Maren iets lager, 10,8 tot 11,3 miljoen ton per jaar. “Dat ligt redelijk dicht bij elkaar. Door deze uitkomst was ik plezierig verrast, want dat betekent onze inschattingen waarschijnlijk betrouwbaar zijn. Deze getallen zouden dicht bij elkaar moeten liggen, omdat de Waddenzee op dit moment een redelijk stabiel systeem is.”
Van Maren bekeek ook welke invloed de zeespiegelstijging op de slibafzetting in de Waddenzee zal hebben. “De totale hoeveelheid slib binnen het systeem is beperkt. Omdat de slibstroom van west naar oost loopt, zal bij toenemende zeespiegelstijging waarschijnlijk steeds meer slib worden afgezet in het Nederlandse deel van de Waddenzee. Dat betekent dat Duitsland en Denemarken met de consequenties moeten leven als wij onbeperkt slib aan de Waddenzee gaan onttrekken.”
Er is nog veel onduidelijk over de effecten van de zeespiegelstijging op het slib in de Waddenzee, stelt Van Maren. “Daarom hoop ik echt dat dit niet het laatste onderzoek is naar het gedrag van de slibstroom in de Waddenzee en de invloed van het menselijk handelen op de hoeveelheid slib die aanwezig is. We willen heel graag verder kijken en in het ideale geval daarbij samen optrekken met Duitse en Deense onderzoekers.”
Meer informatie
Het rapport ‘Where mud matters’