Scheppen gaat van Au, ook in de watersector. Slechts bij 9 procent van de innovaties komt het tot een geslaagde toepassing en zelfs dan valt de impact geregeld tegen. Ook zijn er gezien de grote mondiale wateruitdagingen meer radicale vernieuwingen nodig, vindt Paul O’Callaghan. “Als je een hamer hebt, zie je alleen spijkers waarop je kunt slaan. Soms moet je echter iets totaal anders doen.”
door Hans Klip
Paul O’Callaghan is oprichter en directeur van BlueTech Research (zie kader onderaan) en een veelgevraagde spreker op conferenties in de hele wereld. De Ier had al langer de wens om te promoveren op zijn favoriete thema van innovatie in de watersector en zag zijn kans schoon, toen Cees Buisman (hoogleraar Biologische Kringlooptechnologie aan Wageningen University & Research en wetenschappelijk directeur van Wetsus) voorstelde om dit als externe kandidaat in Wageningen te doen. “Dat heeft me erg gemotiveerd. Het was een geweldige gelegenheid om samen te werken met een topprofessor aan zo’n gerenommeerde universiteit.”
Het resultaat is het proefschrift Dynamics of Water Innovation met als ondertitel Insights into the rate of adoption, diffusion and success of innovative water technologies globally, waarop O’Callaghan eerder deze maand promoveerde. Hij presenteert hierin het Water Technology Adoption Model (WaTA), waarmee de verspreiding van innovaties kan worden nagegaan. Ook gaat hij in op de verschillende soorten innovaties en wat sommige tot een succes maakt en andere juist niet.
Wat wilde u bereiken met uw onderzoek?
“Mijn doel was om een raamwerk voor innovaties op het terrein van watertechnologie te maken, want dat ontbrak nog. Het WaTA kan als startpunt dienen voor wetenschappers, watertechnologen en investeerders en zorgt voor een gemeenschappelijke taal. Hiermee kan worden voorkomen dat mensen steeds weer dezelfde fouten maken bij het ontwikkelen en introduceren van nieuwe technologieën. Want dat vind ik verschrikkelijk om te zien.”
Hoe is de huidige stand van zaken bij waterinnovaties?
“Veel innovaties zijn gericht op het verbeteren van wat we nu doen. Zo’n innovatie wordt een ‘sustaining innovation’ (versterkende innovatie, red.) genoemd. Deze manier van innoveren wordt toegepast bij veel dingen in het leven, onder meer bij auto's en tv's. Maar bij andere innovaties wordt iets compleet nieuws uitgevonden, bijvoorbeeld de drone-technologie. Voor mondiale wateruitdagingen als klimaatverandering, droogte, overstromingen en te veel nutriënten in het water zijn grote veranderingen nodig. Daarvoor moeten we echt iets geheel nieuws doen. Goede voorbeelden van radicale vernieuwingen uit het recente verleden zijn de membraanbioreactor en UV LED licht voor desinfectering.”
'Ik vind het verschrikkelijk te zien dat mensen steeds weer dezelfde fouten maken'
Waarin verschillen deze innovaties van versterkende innovaties?
“Ze zijn werkelijk compleet verschillend. Veel wetenschappers denken dat een ‘sustaining innovation’ als een bacterie of membraan de oplossing voor waterproblemen is. De psycholoog Maslow, beroemd vanwege zijn behoeftepiramide, bedacht hiervoor de ‘wet van de hamer’. Als je een hamer hebt, zie je alleen spijkers waarop je kunt slaan. Soms moet je echter iets totaal anders doen in de vorm van een decentraal, circulair of een op de natuur gebaseerd zuiveringssysteem. Zo’n systeem vraagt om een combinatie van al aanwezige en geheel nieuwe technologieën. Vaak komen bedrijven buiten de watersector met zulke innovaties, omdat zij geen goede reden hebben om op de oude voet door te gaan. Zo is de membraanbiorector in de jaren negentig geïntroduceerd door startups Memcor en Zenon. Andere voorbeelden van bedrijven die met echte vernieuwingen kwamen, zijn Paques en Hydraloop. Waarom een groot bedrijf dit doorgaans niet doet? In het Engels hebben we de uitdrukking ‘kalkoenen stemmen niet voor het kerstfeest’. Gevestigde bedrijven negeren radicale innovaties, totdat zij na tien à vijftien jaar beseffen dat ze zich zorgen moeten maken.”
U haalt een recent onderzoek van BlueTech Research aan, waaruit blijkt dat slechts 9 procent van de ontwikkelde technologieën met succes is bekroond. Doet de watersector het slecht of geldt dit ook voor andere sectoren?
“Het percentage is lager dan dat van sommige andere sectoren. De faalkans is weliswaar over de hele linie vergelijkbaar, maar in de watersector bevinden relatief veel bedrijven zich in niemandsland. Hun innovaties zijn niet dood, maar er gebeurt ook niet veel. Je moet je ook afvragen: wat is succes? Cees Buisman en Mark van Loosdrecht vinden het misschien een groot succes als het bij 9 procent van de waterinnovaties tot een pilot of demonstratie komt. Maar voor een investeerdersgroep als SKion Water is het vreselijk om een bedrag van 15 miljoen euro kwijt te zijn aan een innovatie die het niet haalt. Een geslaagde innovatie moet echt veel opleveren om alle mislukkingen te compenseren. Die noem ik ‘eenhoorn’ in mijn onderzoek. De andere categorieën zijn ‘leeuw’ en ‘paard’. Ook succesvol maar niet op hetzelfde niveau.”
'Innovaties gaan na enkele jaren door een ‘valley of death’; daar moet je zo snel mogelijk doorheen'
In uw onderzoek heeft u gekeken naar de looptijd van een innovatie. Zo is er een duidelijk onderscheid tussen een waardegedreven innovatie en een door crisis dan wel behoeften gedreven innovatie; de eerste wordt na gemiddeld meer dan twaalf jaar door pioniers en ‘early adopters’ toegepast, de tweede al na 6.5 jaar. Hoe belangrijk is snelheid voor een innovatie?
“Iemand vroeg me tijdens mijn verdediging bij de promotie of het altijd goed is om dingen snel te doen. Laat ik het zo formuleren: je wil altijd zo vlug mogelijk de waarheid achterhalen. Technologische ontwikkeling is een race tegen de klok. Geld raakt op, octrooien eindigen, concurrenten bedenken ook iets nieuws, regelgeving verandert. Innovaties gaan na enkele jaren door een ‘valley of death’ of ‘chasm’ (kloof, red.), waar het lastig is om enthousiast te blijven. Daar moet je zo snel mogelijk doorheen. Vaak loopt een innovatie in deze fase vast en wordt soms naderhand opgepakt door een ander bedrijf.”
Wat zijn succesvoorwaarden voor het ontwikkelen van een innovatie?
“Voorop staat: zorg ervoor dat de wetenschappelijke kant klopt. En verder: heb helder voor ogen met wat voor innovatie je bezig bent, want dat is bepalend voor jouw strategie. Bij een waardegedreven innovatie train je voor de marathon en moet je geduldig zijn. Bij een vanwege een crisis ontwikkelde innovatie train je voor de sprint. Het verschilt tussen beide sterk wat voor soort investeerder je nodig hebt, hoe je jouw team samenstelt en welk tijdspad realistisch is. Succesvolle bedrijven weten waarmee ze bezig zijn. Dit is voor mij de sleutel tot succes. Ik zie zoveel bedrijven die dat echt voor zichzelf moeten uitvinden. Vaak veranderen zij na twee of drie jaar van gedachten, omdat ze zich realiseren dat de klant niet zit te wachten op hun eigen idee. Zo werd de ‘eenhoorn’ van de ‘membrane aerated biofilm reactor’, afgekort MABR, in eerste instantie gebruikt in conventionele waterzuiveringen. Na een paar jaar is besloten om te focussen op het biologisch verwijderen van nutriënten. Dat is een veel logischer toepassing.”
Bent u tijdens uw onderzoek nog verrast door bepaalde resultaten?
“Ja. De grootste verrassing was misschien wel hoe weinig impact sommige als zeer succesvol beschouwde innovaties hebben. Dit geldt onder meer voor thermische hydrolyse en terugwinning van struviet. Ik ben geschokt over hoe klein hun bijdrage eigenlijk is. Het is bijzonder lastig om echt impact te hebben, omdat de watersector in de meeste landen erg gefragmenteerd is en er honderdduizenden waterzuiveringen in de wereld zijn. Daarbij komt dat het in onze sector bijna onmogelijk is om iemand te overtuigen iets wezenlijk anders te doen. Dat gebeurt alleen als het echt moet.”
'De Nederlandse technologiesector is erg levendig'
Hoe beoordeelt u de bijdrage van Nederlandse watertechnologiebedrijven?
“De Nederlandse technologiesector is erg levendig. Zo is de Nereda-technologie een mooie innovatie die zeer snel en effectief is ontwikkeld. Nijhuis en Paques lopen wereldwijd voorop en NX Filtration doet het eveneens heel goed. Dit bedrijf moest echter ook eerst uitzoeken wat de markt is voor holle vezel nanofiltratie membranen.”
Een van uw conclusies betreft het zesde duurzame ontwikkelingsdoel van toegang tot schoon drinkwater en sanitatie. Volgens u is een ‘low-end’ disruptieve innovatie nodig in de industriële sector en bij de leveranciers van waterdiensten in ontwikkelingslanden, maar wordt hieraan momenteel niet voldaan. Hoe ziet u dit voor ogen?
“Zo’n 2,5 miljard mensen hebben geen toegang tot schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen. Dit is natuurlijk een humanitaire kwestie, maar ook een enorme marktkans. Het duurzame ontwikkelingsdoel is niet te halen door liefdadigheid; daarvoor is veel te veel geld nodig. Het gaat erom dat mensen iets kunnen bijdragen en bedrijven een nieuwe manier vinden om goede en betaalbare diensten aan hen te leveren.”
Tot slot nog even Brave Blue World. U bent initiatiefnemer van de in oktober verschenen Netflix-documentaire, waarin onder meer de acteurs Matt Damon en Liam Neeson op een optimistische manier de waterinnovaties van de toekomst belichten. Hoe zijn de reacties?
“In landen als Nederland en Singapore zijn veel gewone mensen zich bewust van de wateruitdagingen, maar dat geldt zeker niet overal. Dat wilden we met de documentaire bereiken. De respons is in het algemeen zeer positief. Van heel wat volwassenen en kinderen die voorheen eigenlijk van niets wisten, zijn hiermee de ogen geopend. Dat geldt zelfs voor mijn schoonmoeder. De film wordt veel getoond op scholen en bij bedrijven.”
MEER INFORMATIE
Proefschrift Dynamics of Water Innovation
Presentatie O’Callaghan tijdens promotie
Website BlueTech Research
Korte biografie Paul O’Callaghan
Website Brave Blue World