Wordt het in de kustgebieden al steeds lastiger om voldoende zoetwater voor alle gebruikers te garanderen, op de eilanden is dat nog uitdagender. Een groot onderzoeksproject op Terschelling moet de komende jaren duidelijk maken hoe zoet water kan worden vastgehouden en welke alternatieven er zijn voor de landbouw.
Tot 2025 worden op het Waddeneiland proeven uitgevoerd met het vasthouden van zoet water, met droogte- en zouttolerante gras-kruidenmengsels en met zilte teelten. Gisteren maakte het Waddenfonds bekend dat het 1 miljoen euro subsidie toekent aan het onderzoeksproject ‘Handelingsperspectief Klimaatadaptatie Landbouw Terschelling’.
Dat is deels al begonnen, vertelt onderzoeker Vince Kaandorp, die namens Deltares bij het project betrokken is. Het bestaat namelijk uit twee delen, en voor het eerste deel is vorig jaar reeds subsidie ontvangen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. "Het zijn broertjes van elkaar. Het eerste deel betreft vooral berekeningen, met dit deel gaat de schop ook echt de grond in."
Voor het onderzoek is een breed consortium samengesteld, dat onder leiding staat van Hogeschool Van Hall Larenstein. Studenten van deze hogeschool zullen ook meewerken op het eiland.
Hele plaatje
De directe aanleiding was de toekomst van de landbouw op Terschelling (voornamelijk melkveehouderij), maar al snel werd duidelijk dat ook de belangen van de natuur, de recreatie en de inwoners in het geding zijn. Kaandorp: "Het watersysteem hangt aan alle kanten aan elkaar, en dus moet je het hele plaatje bekijken."
Door klimaatverandering staat de beschikbaarheid van voldoende zoetwater in het kustgebied onder druk, stellen de onderzoekers. Veranderende neerslagpatronen, hogere temperaturen, toenemende verdamping en zeespiegelstijging leiden tot zoetwatertekorten en toenemende verzilting. "Op een eiland als Terschelling is dit in extreme mate het geval door de gelimiteerde waterbronnen en de gelimiteerde wateraanvoer van elders."
Het onderzoeksproject moet duidelijk maken welke ‘handelingsperspectieven’ de beschikbaarheid van voldoende zoet water voor alle functies en gebruikers kunnen waarborgen. Het uitgangspunt daarbij is toekomstbestendig en zelfvoorzienend waterbeheer op het eiland.
Klimaatadaptatie
Tegelijk wordt kennis van en ervaring met de mogelijkheden voor klimaatadaptatie opgebouwd. "We proberen tot win-win-maatregelen te komen om zoet water vast te houden, verzilting tegen te gaan en de biodiversiteit te vergroten", zegt Kaandorp. "Denk bijvoorbeeld aan de vernatting van percelen, wat gunstig is voor zowel de zoetwatervoorziening als voor weidevogels."
De onderzoekers willen van Terschelling een ‘Living Lab’ (proeftuin) maken waarin meten, rekenen, proeven, kennisdelen en onderwijs een plek krijgen. De proeven moeten niet alleen bewijzen dat iets hydrologisch werkt, maar ook dat het economisch uit kan. Daarvan kunnen ook andere eilanden en kustgebieden straks profiteren, verwacht Kaandorp.
Het consortium bestaat naast Deltares en Hogeschool Van Hall Larenstein ook uit Wetterskip Fryslân, Gemeente Terschelling, Provincie Fryslân, Vogelbescherming Nederland, Staatsbosbeheer, LTO-Noord, Agrarisch Belang Terschelling, Agrarische Natuur Vereniging (ANV) Waddenvogels, DLF Seeds and Science, Melkveehouderij C.G. Cupido, Recreatie Vereniging Terschelling, Stichting de Zilte Smaak, Vitens, Vogelwacht Terschelling, Acacia Water en Wageningen University & Research.