De Unie van Waterschappen is blij met de uitspraak van de Raad van State in de juridische procedure over het Porthos-project. Het akkoord van de bestuursrechter biedt perspectief voor de projecten van de waterschappen die ook te maken hebben met een tijdelijke en beperkte uitstoot op overbelaste natuurgebieden, stelt de Unie.
De afdeling bestuursrechtspraak gaf deze week groen licht aan de uitvoering van het Porthos-project. Het project houdt in dat de CO2-uitstoot van grote industrieën in de Rotterdamse haven wordt afgevangen en vervolgens via pijpleidingen naar een oud gasveld in de Noordzee wordt gepompt en opgeslagen. De milieuorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB) probeerde in een gerechtelijke procedure het project tegen te houden, onder meer met de motivering dat de stikstofgevolgen van Porthos worden onderschat.
De bestuursrechter oordeelde dat de stikstofgevolgen van het project, bestaande uit een compressorstation, pijpleidingen en een omgebouwd gasplatform, toelaatbaar zijn. Het project leidt weliswaar tot een tijdelijke toename van de stikstofuitstoot op delen van de omliggende Natura 2000-gebieden, variërend van 0,01 mol tot 0,57 mol stikstof per hectare per jaar, maar de Raad van State gaat mee in het betoog van de ministers van Economische Zaken en Klimaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening dat deze natuurgebieden geen 'significante gevolgen' ondervinden van deze uitstoot.
De berekening van de ministers is gebaseerd op de juiste uitgangspunten met ‘de vereiste diepgravendheid’, stelt de Raad van State. "Daarmee is voldaan aan de eisen van het natuurbeschermingsrecht."
Ecologische analyse
De afdeling bestuursrechtspraak benadrukt in de uitspraak dat voor elk plan of project een ecologische analyse van de gevolgen moet worden gemaakt. Daarbij wordt gekeken naar de specifieke milieukenmerken en omstandigheden van het Natura 2000-gebied. Ook bij een tijdelijke en beperkte toename, zoals in het Porthos-project.
Deze uitspraak biedt nieuw perspectief voor waterschappen die ook te maken hebben met een tijdelijke en beperkte uitstoot op overbelaste natuurgebieden, schrijft de Unie van Waterschappen. Het betreft dijkversterkingsprojecten en projecten die bijdragen aan het behalen van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water.
Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen, licht op de site van de Unie toe: “De uitspraak kan weliswaar niet als een generieke uitstootdrempel worden opgevat, maar toont wel aan dat het met de juiste onderbouwing mogelijk is om projecten door te laten gaan. De uitspraak stelt ook dat de natuurherstelmaatregelen voor de natuurgebieden, meewegen in de beoordeling of de uitstoot toelaatbaar is.”