De vakbonden en de 'Vereniging werken voor waterschappen' hebben een cao-akkoord gesloten. Ze bereikten overeenstemming over de arbeidsvoorwaarden en de salarisontwikkeling. Ook stelden ze een gezamenlijke cao-agenda voor de komende jaren op.
De Vereniging werken voor waterschappen (Vwvw), de recent opgerichte werkgeversvereniging van de 21 waterschappen en 14 aan de waterschappen gelieerde organisaties, en de vakbonden FNV Overheid en CNV Overheid sloten een deal voor een cao met een looptijd van 1 jaar: van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020.
Loonsverhoging
Volgens het gesloten akkoord zullen de lonen vanaf 1 januari 2020 met 2,5% stijgen en vervolgens vanaf 1 juli 2020 nogmaals met 1%. Ook is geregeld dat de arbeidsvoorwaarden uit de huidige Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen worden omgezet naar een cao die aansluit bij het civiele arbeidsrecht. “Wij zijn tevreden over dit akkoord”, zegt CNV-onderhandelaar Arno van Voorden. “Nu is het aan de leden en ik verwacht dat die het resultaat zullen steunen”. De achterban van de vakbonden en de leden van de Vwvw worden tot 15 november geconsulteerd over het akkoord.
Cao-agenda voor de toekomst
Vakbonden en werkgeversvereniging hebben een gezamenlijke cao-agenda voor de toekomst afgesproken. In 2020 wordt gestart met het uitvoeren van de lijnen ‘loopbaanbestendig’, ‘levenslang ontwikkelen’ en ‘waarderen van werk’. “De afspraken om door te praten, zijn al gemaakt”, vertelt Geert-Jan ten Brink. Hij is voorzitter van de onderhandelingsdelegatie van de Vwvw en dijkgraaf van waterschap Hunze en Aa’s.
Op tijd
De vorige onderhandelingen over een waterschapscao verliepen een stuk moeizamer. Er moest uiteindelijk zelfs een onafhankelijke bemiddelaar aan te pas komen om een onderhandelingsresultaat te bereiken. “Onze leden hebben niet alleen aangedrongen op een goede loonontwikkeling maar ook op een akkoord voor het verlopen van de rechtspositieregeling. Goede verstandhoudingen dragen daar aan bij. Daarom hebben de bonden en werkgever extra geïnvesteerd in de onderlinge relatie”, meldt Van Voorden. “Verder was de werkgeversdelegatie grotendeels nieuw en speelde bemiddelaar Hans Borstlap ook dit keer een onafhankelijke rol. Beide dingen hebben geholpen”.
Tussenstap
Ook Ten Brink looft de inspanningen van de onderhandelingspartners om samen tot een resultaat te komen. “De vorige keer was er wrijving. Dat geeft ook niet. Elke onderhandeling borduurt voort op de vorige. We hebben in gezamenlijkheid en vertrouwen gewerkt. Zo zijn we samen naar een aantal waterschappen geweest. Dan hoor je samen van bestuurders en werknemers wat hun zorgen zijn en welke onderwerpen de komende jaren op de agenda staan. Dit akkoord is wat mij betreft een tussenstap. De afspraken om over de belangrijke thema’s voor de komende jaren door te praten, zijn al gemaakt”.