De verontreiniging met chloorkoolwaterstof in de bodem van de Haarlemse binnenstad verdwijnt sneller dan voorzien. Een meevaller. Volgens Robert Heling van Groundwater Technology zitten er in Nederland veel meer van deze vervuilde ‘pluimen’ in de grond. “Op langere termijn kun je problemen krijgen met je grondwaterkwaliteit.”
De verontreiniging in Haarlem zit op een diepte van 13 meter deels onder de Bakenessergracht. Het betreft een vervuilde ‘pluim’ van 500 meter lang, 50 meter diep en 100 meter breed. Als deze niet wordt opgeruimd bestaat de kans dat de vervuiling verspreidt en grondwater over grotere oppervlakten wordt verontreinigd, vertelt projectmanager Heling van Groundwater Technology.
Dat is mede het gevolg van het feit dat de verontreiniging nog steeds wordt ‘gevoed’ met chloorkoolwaterstof die vrijkomt uit een lager gelegen veenlaag, die de stof in het verleden als een spons heeft opgenomen en nu weer afgeeft. “Die bron is over het hoofd gezien en daarmee is het verspreidingsrisico niet goed ingeschat”, zegt Heling.
Erfenis
De verontreiniging is een erfenis van drukkerij Koninklijke Joh. Enschedé. Aangenomen wordt dat het ontvettingsmiddel tri, gebruikt bij het reinigen van de persen, door een lek in het riool in de bodem terecht is gekomen.
Het bedrijf Groundwater Technology uit Rotterdam voert de sanering uit. Het bedrijf injecteerde om de anderhalve meter onder hoge druk biologisch substraat en fijngemalen ijzerpoeder, in sterk verontreinigde delen werden ook chemische vloeistoffen ingebracht. De ingebrachte stoffen vormen een cocktail waarmee over een langere periode de bacteriën worden gevoed die in de bodem de verontreiniging moeten afbreken. Die bacteriën komen van nature voor in de bodem, vertelt Heling. “Maar we hebben ook nog zo'n 200 liter bacteriecultuur geïnjecteerd.”
In totaal ging het om 600 injecties, een proces dat deels plaatshad vanaf pontons in de gracht. Het werd in april vorig jaar afgerond. De injecties gebeurden met een aangepaste sondeerstang, een techniek waarbij de minste risico’s bestaan om funderingen en casco’s van de eeuwenoude woningen in de binnenstad te beschadigen; een absolute voorwaarde van de opdracht gevende gemeente en de bewoners, die nauw betrokken werden bij opzet en uitvoering van het project.
Sneller dan verwacht
Na afronding van de injecties is het afwachten hoe de concentratie van de vervuiling afneemt. Dat gaat sneller dan verwacht, heeft het bedrijf nu vastgesteld. Het monitort met 27 peilbuizen de ontwikkeling. Heling: “De omzetting van de verontreiniging duurt normaal zo’n 3 tot 5 jaar. Het duurt een jaar voordat het proces van omzetting op gang komt, maar hier is het na 6 tot 9 maanden aan de gang. De concentratie van de verontreiniging is al 50% gedaald.”
Groundwater Technology heeft ervaring met reiniging van soortgelijke vervuilingen in de bodem als in Haarlem, vertelt Heling. Hij gaat ervanuit dat er nog veel meer verontreinigde pluimen in de bodem zitten in de Nederland. Er is nooit studie naar gedaan, beaamt hij, maar hij krijgt vragen en reacties ‘uit de markt’ die er volgens hem op wijzen dat op veel plekken dit soort vervuilingen zitten. “Vaak weet men het niet dat ze er zitten. Sommige zijn 20 meter lang, maar je hebt ze ook van 1 à 2 kilometer.”
Op langere termijn kunnen ze problemen geven met het grondwater, zegt Heling. “En ik heb sterk de indruk dat gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven niet altijd weten wat ze moeten doen als ze zo’n pluim op zich zien afkomen.”