De waterkwaliteit in het Waddengebied staat – net als die van andere gebieden in Nederland – onder grote druk. Er zijn nog heel wat maatregelen nodig om de doelen in 2027 van de Europese Kaderrichtlijn Water te halen, blijkt uit een factsheet van de Waddenacademie.
In het Waddengebied worden bij diverse verontreinigingen de toegestane concentraties overschreden. Daardoor schiet zowel de chemische als de ecologische toestand momenteel tekort volgens de factsheet Kwaliteit van het oppervlaktewater in het Waddengebied. Het resultaat van de inventarisatie is confronterend, zegt hoofdauteur Katja Philippart. Zij is directeur van de Waddenacademie en tevens senior onderzoeker bij NIOZ en hoogleraar mariene ecologie aan de Universiteit Utrecht.
“Bij het lezen van alle verontrustende krantenberichten over waterkwaliteit in Nederland hoopte ik dat het water in het Waddengebied relatief schoon is en onze situatie daarom nog meevalt. Maar dat blijkt helaas niet zo te zijn. Ook hier is er heel wat werk aan de winkel om de waterkwaliteit te verbeteren.”
Eerder factsheet over waterkwantiteit
Het is de derde factsheet die de Waddenacademie dit jaar heeft gepubliceerd, vertelt Philippart. “De bedoeling is om te informeren en daarnaast een richting voor onderzoek aan te geven. Onze factsheets gaan over relevante landelijk discussieonderwerpen, waarvan mensen zich afvragen hoe het precies in het Waddengebied zit. De eerste was naar aanleiding van het uitkomen van de recente rapporten van het IPCC en KNMI over klimaatverandering. Hierin beschreven we onder meer de effecten van toekomstige veranderingen in neerslag op de waterkwantiteit in dit gebied.”
De factsheet over waterkwaliteit is uitgebracht vlak voor de Toogdag voor de Wadden, die gisteren in Delfzijl is gehouden en waarbij de ministers Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en Christianne van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) aanwezig waren. De timing is geen toeval. “Waterkwaliteit wordt in combinatie met waterkwantiteit beschouwd als een prangend probleem in het Waddengebied. Het is dan goed om de beschikbare kennis te bundelen en te presenteren als basis voor een integrale aanpak van deze samenhangende aspecten, waarbij met alle belangen rekening wordt gehouden.”
Waterkwaliteit eigenlijk overal rood
De waterkwaliteit is in beeld gebracht voor de waterlichamen van Rijkswaterstaat en vier waterschappen: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Wetterskip Fryslân, Waterschap Noorderzijlvest en Waterschap Hunze en Aa’s. In 2019 en 2020 werden door de aanwezigheid van 31 verontreinigende stoffen de chemische toestand van waterlichamen in het Waddengebied beoordeeld als ‘voldoet niet’ en de ecologische toestand als ‘slecht’, conform de Kaderrichtlijn Water.
De kaart van de chemische toestand uit 2021 dat in de factsheet is opgenomen, heeft deels de blauwe kleur van ‘alle stoffen voldoen’. Dit geeft volgens Philippart een beetje vertekend beeld. “Bij de beoordeling van de chemische toestand zijn in dit kaartje de zogeheten ubiquitaire stoffen niet meegenomen. Het gaat om chemische stoffen die niet meer worden geloosd maar nog wel in het milieu aanwezig zijn. Neem je deze mee, dan is de chemische toestand waarschijnlijk niet beter dan wat het kaartje van de specifieke verontreinigingen als onderdeel van de ecologische toestand laat zien. Nagenoeg overal rood.”
Tussen de gebieden van de waterschappen zijn er flinke verschillen in de stoffen die echt een probleem vormen. Philippart: “Ik vind het opvallend hoe ongelijk de verontreinigingen zijn verdeeld. Zo is stikstof ofwel ammonium een groot probleem voor Hoogheemraadschap Hollandse Noorderkwartier, terwijl in Friesland juist de belasting door gewasbeschermingsmiddelen hoog is.”
Informatie over bronnen niet altijd beschikbaar
Het is lastig aan te geven wat de oorzaken voor deze verschillen zijn, merkt Philippart op. De factsheet bevat een beknopt overzicht van de bronnen van verontreinigingen, zoals de land- en tuinbouw in het geval van onkruidbestrijdingsmiddelen en rioolwaterzuiveringsinstallaties wat betreft het antivlooienmiddel imidacloprid. “We hebben de bronnen proberen te duiden op basis van bijvoorbeeld het waterkwaliteitsportaal en het emissieregister, maar deze informatie is lang niet altijd beschikbaar.”
In de publicatie wordt op basis van een rapportage van het Planbureau voor de Leefomgeving ook geschetst wat de handelingsperspectieven zijn voor de rijksoverheid en andere betrokken partijen in het Waddengebied. Zij kunnen verschillende maatregelen nemen om emissies van verontreinigende stoffen te beperken. “De optimistische kant is dat we er wat aan kunnen doen, de pessimistische dat het vaak erg dure operaties zijn.”
Philippart wijst nog op het rapport over stikstofdepositie dat de Waddenacademie in 2020 publiceerde. “Hieruit blijkt dat het buitenland en emissies uit zee belangrijke bronnen van verontreiniging voor het Waddengebied zijn. Rijkswaterstaat en de waterschappen hebben daar niet zonder meer vat op. Dat maakt het extra lastig om de waterkwaliteit te verbeteren.”
Inventarisatie van onderzoeksopgaven
De informatie over waterkwaliteit en -kwantiteit in de factsheets wordt door de Waddenacademie gebruikt voor het opstellen van een advies over de onderzoeksopgave in het Waddengebied. “Wij komen uit op het belang van water als ordenend principe. Daarin worden we gesteund door veel partijen waarmee we hebben gesproken.”
De Waddenacademie inventariseert wat de belangrijkste onderzoeksvragen over waterkwaliteit en waterkwantiteit zijn die op korte termijn moeten worden beantwoord. “Het doel is dat maatregelen zo goed en kosteneffectief mogelijk kunnen worden genomen”, zegt Philippart. “Met het oog op de toekomst, dus ook rekening houdend met de klimaatverandering en andere ontwikkelingen in het Waddengebied.”
LEES OOK
H2O Actueel: factsheet klimaatverandering in Waddengebied
H2O Actueel: projecten verbonden met klimaatadaptatie