Het HittePlein op de campus van TU Delft heeft dit voorjaar een metamorfose ondergaan. Van een kaal betonnen plein is het veranderd in een groene plek waar het idealiter ook bij hitte goed toeven is. Of dat zo is, moet onderzoek uitwijzen.
afgelopen drie jaar ook al, maar los van elkaar. Nu gaat het om de combinatie van oplossingen, op een plein dat ook gebruikt wordt door omwonenden en passanten, vertelt hydroloog Miriam Coenders van TU Delft. Op het HittePlein worden innovatieve oplossingen tegen hittestress en droogte ontwikkeld en getest. Dat gebeurde de
Zij werkt samen met drie collega-onderzoekers (Marjolein van Esch, Eva Stache en Martine Rutten) aan deze oplossingen, die moeten bijdragen aan klimaatbestendige steden. Dat doen ze door onder meer de verhouding tussen de waterkringloop en de energiebalans nauwkeurig in kaart te brengen.
In het ontwerp voor het 630 vierkante meter grote plein worden groenstroken en bomen gecombineerd met verschillende typen bestrating. Coenders onderzoekt met behulp van een nieuwe sensortechnologie en ondergrondse glasvezelkabels de rol van van vegetatie.
Transpireren
"Bomen en planten transpireren om zichzelf te koelen", legt ze uit. "Daarbij onttrekken ze thermische energie uit de lucht en koelt de omgeving dus af. Ook bieden ze natuurlijk schaduw en veranderen ze de windstroming."
Wat Coenders bijvoorbeeld wil onderzoeken, is waar die energie blijft en hoeveel water er verdampt. Daarover is nog weinig bekend. Op het HittePlein gaat het om de combinatie van oplossingen die voor verkoeling in de stad kunnen zorgen, bijvoorbeeld klinkers die snel water doorlaten en waterbuffers die regenwater opslaan.
Coenders en haar collega’s willen ook weten hoe groot waterbuffers moeten zijn om het stedelijk groen van voldoende water te voorzien en wat de effecten zijn van de grondsamenstelling op het waterverbruik en de hitte.
Ondernemers
De onderzoekers werken samen met studenten, overheden en ondernemers, die hun innovaties op het HittePlein testen. Het is de bedoeling dat de oplossingen uiteindelijk worden opgeschaald naar ‘echte’ steden. "Met het warme weer van de afgelopen weken is daar wel behoefte aan", aldus Coenders.