Vijftig jaar geleden werd de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) van kracht, twintig jaar geleden de Kaderrichtlijn Water (KRW). Voor het Koninklijk Nederlands Waternetwerk was dat aanleiding om een ‘feestboek’ uit te geven, vertelt Herman Havekes, bijzonder hoogleraar publieke organisatie van het (decentrale) waterbeheer aan de Universiteit Utrecht en een van de redactieleden.
Jullie hebben het over de vijftigste verjaardag van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, maar die wet bestaat toch niet meer?
"Klopt, de Wvo is in 2009 opgegaan in de Waterwet. Een jubileum is het dus eigenlijk niet, we moesten een beetje smokkelen. Toch vonden we het wel aanleiding voor een ‘feestboek’. Het gaat om de twee belangrijkste regelingen voor het waterkwaliteitsbeheer in ons land. De WvO was eind 1970 de eerste Nederlandse milieuwet met de eerste milieuheffing. Dat was de zuiveringsheffing, waarmee de waterschappen tot op de dag van vandaag de zuivering bekostigen."
"De wet kende trouwens een lange aanloop: de eerste pogingen dateren al van het einde van de negentiende eeuw. Na de Tweede Wereldoorlog was het echt vreselijk gesteld met de waterkwaliteit in Nederland. Riviertjes als de Regge waren een open riool."
"De Europese Kaderrichtlijn Water zorgde in 2000 voor algemene kaders voor het waterkwaliteitsbeheer en heeft een aantal lacunes opgevuld, zoals de ecologische functie en de publieke participatie."
Voor wie is het boek ‘Over waterkwaliteit gesproken – verleden, heden en toekomst’ geschreven?
"Voor iedereen die op het terrein van het waterkwaliteitsbeheer werkzaam is. We hebben voor een zo breed mogelijke opzet gekozen, met auteurs uit zowel de wetenschap als de uitvoering, die een goed beeld hebben van wat er speelt. Zij kijken terug, maar vooral ook vooruit. Naast theoretische beschouwingen bevat het boek een aantal casussen, bijvoorbeeld over zwemwater en medicijnresten. Iedereen uit het werkveld zal er ongetwijfeld iets van zijn gading in vinden."
Wat valt er van het verleden te leren?
"Dat je bij grote vraagstukken in dit mooie landje, zoals het stikstofprobleem, de energietransitie en de klimaatadaptatie, van tevoren een goed antwoord moet vinden op vragen als: welke doelen zijn er, wie gaat het doen, hoe gaan we het betalen? Uit mijn hoofdstuk over governance blijkt dat de Wvo daar best goed op scoorde."
"Een ander voorbeeld is de discussie die nu speelt over de CO2-heffing voor grote bedrijven. Als tegenargument wordt vaak genoemd dat die dan uit Nederland vertrekken. Bij de invoering van de zuiveringsheffing destijds speelde precies dezelfde discussie. Je kunt de teksten uit de Kamerstukken zo knippen en plakken. Dat is toen ontzettend meegevallen: het was de eerste milieuheffing, maar bedrijven vertrokken niet massaal naar het buitenland. Op een gegeven moment hadden ze zelfs een voorsprong, omdat ze al zuiverden."
En hoe ziet de toekomst eruit?
"De waterkwaliteit is de afgelopen vijftig jaar verbeterd, maar is nog niet overal wat die zou moeten zijn. Er zijn nog forse inspanningen nodig. In 2027 moet Nederland voldoen aan de doelstellingen van de KRW, dat gaan we niet halen."
"Het grootste probleem zijn diffuse bronnen van verontreiniging, zoals de nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw. Dat is veel verontrustender dan de zogenaamde puntlozingen van grote bedrijven als Tata. Die hadden we in 1990 al behoorlijk onder controle. Maar 120 miljoen beesten in zo’n klein landje, dat is wel heel veel. Er ligt een Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, daar moeten we nu echt serieus naar gaan kijken."
"Van het hoofdstuk over het belang van drinkwaterbedrijven bij schoon water word je ook niet vrolijk. Wendela Slok beschrijft hierin een reeks kleine en grote rampen, zoals illegale lozingen. Die brengen veel extra kosten met zich mee, terwijl we juist steeds meer willen overstappen op oppervlaktewater. Voor opkomende stoffen als PFAS en GenX zullen we samen met bedrijven op maat gesneden oplossingen moeten bedenken."
Heeft het boek ook een centrale boodschap?
"Elk hoofdstuk heeft zijn eigen boodschap, maar een goede samenvatting is misschien wat de minister en de voorzitter van de Unie van Waterschappen in hun gezamenlijke voorwoord schrijven: we moeten altijd blijven doorontwikkelen, want stilstand is achteruitgang. We doen het nu anders dan in 1970 en over vijftig jaar zullen we het weer anders doen. Kijk alleen al hoe zuiveringen worden omgebouwd tot energie- en grondstoffenfabrieken, dat gebeurde tien jaar geleden nog niet."
MEER INFORMATIE
‘Over waterkwaliteit gesproken - verleden, heden en toekomst' (pdf)