Piepkleine plastic deeltjes zijn wijdverspreid in Vlaams oppervlaktewater, maar het risico voor het milieu is laag tot verwaarloosbaar. Dat blijkt uit een grootschalige verkenning naar deze vorm van verontreiniging in Vlaanderen. Slijtage van autobanden is hier een belangrijke bron van microplastics.
Bij het onderzoek zijn gemiddeld 0,36 microplastic deeltjes (kleiner dan vijf millimeter) in een liter oppervlaktewater aangetroffen, met een flinke bandbreedte van 0 tot 4,8. Het gaat vooral om polypropyleen en polystyreen. Deze polymeertypes worden onder meer gebruikt voor plastic flessen en verpakkingsmateriaal. De gevonden concentraties van microplastics zijn volgens de studie vergelijkbaar met gerapporteerde concentraties in een aantal andere Europese landen, waaronder Nederland.
De onderzoekers constateren verder dat er heel wat microplastics zitten in het sediment van de Vlaamse zoetwatermilieus: gemiddeld 2.480 deeltjes per kilo, met uitschieters naar boven tot 9.558 deeltjes. Zij zijn kleiner (25 tot 50 micrometer) dan de deeltjes in het oppervlaktewater. Ook deze resultaten komen overeen met die in andere Europese landen, zoals in Duitsland en Italië.
Weinig risico voor zoetwater ecosystemen
De gevonden waarden liggen onder de relevante drempelwaarden. De onderzoekers baseren zich hierbij op de methodologie voor oppervlaktewater die de Europese Unie hanteert. Microplastics komen weliswaar wijdverspreid voor, maar het risico voor zoetwater ecosystemen wordt daarom omschreven als laag tot verwaarloosbaar. Hetzelfde geldt in het algemeen voor de risico’s voor de bodemorganismen die leven op en in sedimenten. In bepaalde zones kunnen risico’s echter niet worden uitgesloten.
De verkenning is uitgevoerd door Universiteit Gent (UGent) en de Vlaamse Instelling Technologisch Onderzoek (VITO). Dit gebeurde in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir. De VMM heeft het over een baanbrekend onderzoek, want niet eerder is in Vlaanderen het probleem van microplastics op zo’n grote schaal in beeld gebracht.
Veel microplastics verwijderd bij rwzi’s
De onderzoekers verzamelden en analyseerden in totaal 210 stalen uit oppervlaktewater, huishoudelijk afvalwater, water afkomstig van rioolwaterzuiveringsinstallaties en afstroomwater van autosnelwegen. Wat betreft het tweede berekenen zij dat per Vlaming jaarlijks 418 duizend microplastic deeltjes in huishoudelijk afvalwater terechtkomen. De Vlaamse rioolwaterzuiveringsinstallaties verwijderen 97,5 procent van de microplastics uit het afvalwater, voordat dat wordt geloosd. De rwzi’s vormen in dit verband dus een belangrijke en onmisbare schakel in de afvalwaterketen, wordt opgemerkt.
In het onderzoek van UGent en VITO is er speciaal aandacht voor plastic verontreiniging door slijtage van autobanden. De miniscule deeltjes die achterblijven op het wegdek, kunnen via de berm of afspoeling door regenwater terechtkomen in het oppervlaktewater. Op deze manier belandt naar schatting jaarlijks 250 ton rubber deeltjes in Vlaamse wateren. Dat is aanzienlijk meer dan de hoeveelheid bij huishoudelijk afvalwater.
Reactie van minister Demir
Microplastics zijn wereldwijd een grote uitdaging, zegt minister Demir naar aanleiding van het onderzoek. “Dat is in Vlaanderen niet anders en ook niet meer dan in de rest van Europa, zo blijkt.” Zij noemt de lage tot zelfs verwaarloosbare milieurisico’s een goede zaak, evenals het hoge verwijderingsrendement van rwzi’s.
Volgens de Vlaamse minister blijkt uit de impact van bandenslijtage dat de eenzijdige focus van sommigen op de industrie onterecht is. “Microplastics worden door ons allemaal, van huishoudens over transport tot de industrie, veroorzaakt. Dat wil zeggen dat we in de vervolgstappen ook in het beleid op al die verschillende sectoren moeten inzetten. Zonder dit onderzoek hadden we dat niet zo helder geweten.” Demir bespreekt het rapport in de bevoegde commissie van het Vlaams Parlement en gaat daarna vervolgstappen bepalen.
MEER INFORMATIE
Toelichting door VMM
Onderzoeksrapport