Het Vlaamse drinkwaterbedrijf Watergroep gaat samen met de drinkwaterbedrijven Aquaduin en Farys in een pilotproject brak en zout water ontzilten en opwerken tot drinkwater. Het project begint na de zomer.
De pilot, die al enige tijd in de pijplijn zit, wordt opgezet in sluizencomplex de Ganzepoot in Nieuwpoort, een plaats aan de Belgische kust. Het ontziltingsproject maakt deel uit van het Vlaamse beleid om meerdere bronnen aan te wenden voor de productie van drinkwater. Reden is de beperkte beschikbaarheid van water in Vlaanderen.
“Het is een pilotproject, maar we zijn overtuigd van de mogelijkheden”, zegt directeur-generaal Hans Goossens van de Watergroep tegen Vlaamse media. “De zee is een zekere bron van water, maar wel erg duur.”
Andere vorm van diversifiëring die de Watergroep nastreeft zijn de ondergrondse opslag van drinkwater en collectieve opvang van regenwater op bijvoorbeeld bedrijfsterreinen en in circulaire wijken. Ook hergebruik van afvalwater wordt gezien als bron voor de productie van drinkwater.
“Wij moeten onze waterproductie spreiden om die zoveel mogelijk bestand te maken tegen klimaatschommelingen”, aldus Goossens. Ook andere waterbedrijven zetten in op differentiatie. Zo zet waterbedrijf Farys in Oostende al brak water uit het kanaal Oostende-Brugge om in drinkwater. Het station levert dagelijks tot 12 miljoen liter drinkwater aan klanten in Oostende en Middelkerke.
In 2018 stelden de Vlaamse overheid en AquaFlanders, de koepelvereniging van de Vlaamse water- en rioleringsbedrijven, een actieplan en escalatieschema op om het dreigende tekort aan drinkwater aan te pakken. Het plan heeft vijf pijlers, waarvan bronnenbeheer er een is, met als mogelijk alternatieve bronnen afvalwater en zout water.
Afvalwater hergebruiken, regenwater beter opvangen en zeewater ontzilten zijn oplossingen die ook in de Blue Deal staan die vorige zomer door de Vlaamse regering werd gelanceerd. Het plan richt zich op structurele aanpak van de droogte en waterschaarste in Vlaanderen.