Eens per vijf jaar laat de Waddenacademie haar werkzaamheden beoordelen. Een externe evaluatiecommissie noemt de Waddenacademie ‘een kennisbaken in een bestuurlijk complex speelveld’. Omdat de financiering nog slechts tot 2026 vastligt, is het voortbestaan van de academie echter onzeker.
De Waddenacademie is in 2008 opgezet door de Koninklijke Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). “In eerste instantie hoorde een vijf jaarlijkse evaluatie tot de verplichtingen vanuit KNAW’, vertelt Waddenacademie directeur Katja Philippart. “Inmiddels zijn we een stichting, maar we hebben de goede gewoonte bijgehouden om onze werkzaamheden extern te laten evalueren.”
dit evaluatierapport werden interviews gehouden met betrokkenen en gebruik gemaakt van de zelfevaluatie van de Waddenacademie. De commissie, ingesteld door KNAW, stond onder leiding van voormalig staatssecretaris Stientje van Veldhoven. Voor het maken van
Tot de conclusies van de commissie behoort dat ‘de Waddenacademie een uitstekende bijdrage heeft geleverd aan het toegankelijk en toepasbaar maken van hoogwaardige wetenschappelijke kennis over het Waddengebied’. Philippart: “Wij zijn natuurlijk heel tevreden met het compliment dat we onze rol als kennisregisseur voortvarend hebben opgepakt, maar we zijn ook heel blij met de aanbevelingen en aandachtspunten.”
De commissie is van mening dat de capaciteit van de Waddenacademie vergroot moet worden. “Er gebeurt zoveel, en we werken maar met een beperkte groep mensen. Het komt voor dat we dingen moeten laten liggen, gewoon omdat we niet de menskracht hebben. Zo zouden we graag meer investeren in trilaterale kennisoverdracht. We zouden namelijk veel kunnen leren van Denemarken en Duitsland.”
Maar zelfs al zou de Waddenacademie meer mensen aan kunnen nemen, dan nog moet de instelling volgens Philippart keuzes maken. “We zullen hoe dan ook moeten kiezen welke onderwerpen we op willen pakken. En je ook afvragen wat je niet meer wilt doen. Denk daarbij aan het oppakken van een lokale vraag die ook door een andere organisatie dan de Waddenacademie beantwoord kan worden. Als Waddenacademie ligt onze meerwaarde vooral op het meedenken over integrale, gebiedsbrede vraagstukken.”
In het evaluatierapport wordt ook de opmerking gemaakt dat jongeren meer bij het werk van de Waddenacademie betrokken zouden moeten worden. Philippart is het daar roerend mee eens. “Het gaat om hun toekomst. Ik zou me voor kunnen stellen dat we in samenwerking met MBO, HBO en Universiteiten kijken hoe we de input van jongeren kunnen verkrijgen.”
De Waddenacademie wordt momenteel gefinancierd vanuit het Waddenfonds. Dat loopt nog tot 2026. De evaluatiecommissie pleit voor nieuwe financiering voor de langere termijn. “Er gebeurt heel veel in het Waddengebied. Daarover moet een stevige maatschappelijke discussie worden gevoerd. Ik denk dat onze bijdrage erin bestaat dat we zorgen voor een goede feitelijke onderbouwing van die discussie. “En tijdens de evaluatie bleek dat onze omgeving dat erg waardevol vindt.”