De afgelopen veertig jaar zijn de winning en het gebruik van water in Nederland globaal genomen op hetzelfde niveau gebleven. Pieken waren er vooral door droogte en door fluctuerende koelwaterhoeveelheden, zo blijkt uit de nieuwste cijfers op de website Compendium voor de Leefomgeving.
De winning en het gebruik van grondwater zijn ten opzichte van veertig jaar geleden beperkt gedaald, maar kenden pieken in de droge jaren 2018, 2019 en 2020. De winning en het gebruik van oppervlaktewater zijn gemiddeld heel licht gestegen.
Ondanks een groeiende bevolking daalde het drinkwatergebruik sinds 2005 iets ten opzichte van de jaren daarvoor, aldus het Compendium, dat zich op onder andere CBS-cijfers baseert. Als oorzaak geldt de daling van de bevolkingsgroei en de afname van de economische groei.
"Ook wordt in deze periode waterbesparing gestimuleerd. Waterbesparende technische ontwikkelingen, zoals de verbetering van was- en afwasmachines of aanpassingen in industriële productiemethoden, dragen bij aan de daling in de waterproductie."
Droogte
Vanaf 2014 stijgt het drinkwatergebruik weer licht, met een piek in 2018 vanwege de droogte in dat jaar. In het coronajaar 2020 zagen drinkwaterbedrijven met name het huishoudelijk gebruik toenemen.
Oppervlaktewater is de belangrijkste waterbron voor de industrie en energiebedrijven, terwijl de drinkwaterbedrijven merendeels grondwater onttrekken. Het aandeel van de grondwaterwinning in de leidingwaterproductie bedraagt nog steeds iets meer dan 65 procent. Huishoudens zijn de grootste afnemers van leidingwater.
Het overgrote deel van het oppervlaktewatergebruik betreft koelwater. De schommelingen in de onttrekking van oppervlaktewater worden volgens de statistici dan ook voornamelijk veroorzaakt door fluctuerende koelwaterhoeveelheden.
Elektriciteitsbedrijven
Veruit de grootste onttrekkers van oppervlaktewater zijn elektriciteitsbedrijven. In 2020 was deze sector goed voor bijna 60 procent van het totaal. Vanaf 2003 wordt geleidelijk aan steeds meer zout oppervlaktewater gebruikt voor koeling, constateert het Compendium.
Sinds 2018 komt al ongeveer de helft van het ingenomen oppervlaktewater uit zoute wateren. De toename wordt grotendeels verklaard door de komst van nieuwe elektriciteitscentrales aan de kust en bij zeehavens. Centrales meer landinwaarts, die doorgaans koelen met zoetwater, werden gesloten.
Het Compendium voor de Leefomgeving is een uitgave het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Wageningen University & Research.