De win- en productiecapaciteit van drinkwater voor Amsterdam moet fors worden uitgebreid. De huidige drinkwatervoorziening voor de metropool bereikt binnen vijf tot tien jaar haar maximale capaciteit, stelt het Amsterdamse watercyclusbedrijf Waternet. Flinke investeringen zijn nodig om de productie en de capaciteit van het leidingnet te vergroten.
Een en ander blijkt uit de toekomstvisie tot 2050 van Waternet, die vorige week is vastgesteld door het Amsterdamse college van burgemeester & wethouders. De visie richt zich vooral op de te verwachten forse toename van de drinkwatervraag in de Amsterdamse metropool, door bevolkingsgroei en toenemend drinkwatergebruik door bedrijven, zoals datacenters. Die vraag neemt tot 2050 dermate toe dat er jaarlijks ongeveer 25 miljoen m3 méér moet worden geproduceerd, aldus Waternet. Dat is vergelijkbaar met de huidige productiecapaciteit van de locatie Weesperkarspel.
De totale productiecapaciteit bedraagt momenteel circa 95 miljoen m3/jaar, met als belangrijkste productielocatie Leiduin, waar jaarlijks 70 miljoen m3 drinkwater wordt gemaakt. In de toekomstplannen zal op die locatie de productie worden opgevoerd tot 75 miljoen m3.
Op Weesperkarspel in het oostelijk deel van het werkgebied moet de grootste productiewinst worden geboekt, met een toename van 27 naar 50 miljoen m3/j. Het watercyclusbedrijf wil daarmee komen tot een betere balans in het waterproductiesysteem, dat nu erg leunt op de locatie Leiduin.
“Uitbreiden van de productiecapaciteit aan de oostzijde van het systeem heeft een grote impact op het leidingnet. Dat zal op een aantal strategische punten moeten worden uitgebreid”, schrijft Waternet. Het huidige leidingnet bestaat uit transportleidingen voor ruwwater en drinkwater en drinkwaterdistributieleidingen met een totale lengte van circa 3.400 kilometer. Deze ‘assets’ vertegenwoordigen een totale waarde van ongeveer 3,5 miljard euro, staat in de toekomstvisie. Maar het leidingnet is ‘aan veroudering onderhevig’; wat betekent dat naast uitbreiding ook geïnvesteerd moet worden in vervanging.
Bedreigingen
In de toekomstvisie worden naast de opgaves voor de toekomst, bedreigingen van het drinkwatersysteem in de Amsterdamse regio in kaart gebracht, zoals toenemende vervuiling en gevolgen van klimaatverandering.
De bronnen voor Waternet zijn divers: rivierwater uit de Rijn, regenwater in de Amsterdamse Waterleidingduinen en kwelwater uit de Bethunepolder, met aanvullend in droge periodes water uit het Amsterdam-Rijnkanaal.
Door de grote afhankelijkheid van de Rijn als bron (60 procent) voorziet Waternet een toenemende kwetsbaarheid, het watercyclusbedrijf verwacht tot 2050 een achteruitgang van de waterkwaliteit in de Rijn en een toename van innamestops als gevolg van lagere waterafvoer. Om te anticiperen op deze innamestops en grote piekleveranties mogelijk te maken tijdens lange droge perioden wil het bedrijf zijn zogeheten opslagcapaciteit na 2030 verhogen van 5 naar 10 procent. Verder wil het bedrijf inzetten op ‘brondiversificatie’.
Voor de langere termijn wil het watercyclusbedrijf nieuwe bronnen aanboren. Concreet noemt het bedrijf onder meer: toepassen van diepinfiltratie of oppervlakte-infiltratie eventueel in combinatie met het inzetten van de tweede waterleidingplas op Loenderveen en inzetten op productie uit brakke kwel uit de Horstermeer.
Verontreiniging
Binnen de context van de groeiende vraag naar drinkwater, kijkt het watercyclusbedrijf ook naar de kwaliteit van de drinkwaterbronnen. Die staat onder druk door toenemende verontreiniging door bestrijdingsmiddelen, zoutconcentraties, medicijnresten, opkomende stoffen, microplastics, nanomaterialen en zeer zorgwekkende stoffen als PFAS. Door hittestress in de stad en de opkomst van warmtenetten in de ondergrond dreigt ook in toenemende mate overschrijding van de wettelijke temperatuureis (maximaal 25 graden) van drinkwater in de distributieleidingen.
Deze trends betekenen dat de aandacht de komende jaren ook uit moet gaan naar de zuivering. Het watercyclusbedrijf wil onderzoek doen naar de robuustheid van zijn zuiveringsproces en mogelijkheden om nieuwe stoffen beter te verwijderen. “Extra aandacht moet uitgaan naar risico’s en mitigerende maatregelen ten aanzien van de verwijdering van zeer zorgwekkende stoffen, de zogenaamde PMT stoffen (persistent – mobiel – toxisch) waaronder PFAS.” Het bedrijf wil op kleine schaal ervaring opdoen met de inzet van membraantechnieken, ‘zodat deze zuiveringstechniek op de middellange termijn kan worden opgeschaald als dat nodig is’.
Buurbedrijven
In de toekomstvisie kijkt Waternet ook naar de levering van drinkwater aan de 'buurbedrijven' PWN, Dunea en Vitens. Jaarlijks levert het Amsterdamse watercyclusbedrijf zo'n 18 miljoen m3 aan PWN en Dunea. De intentie is om deze leveringen te continueren, staat er in de visie, maar het watercyclusbedrijf vraagt de buurbedrijven wel productiecapaciteit bij te bouwen, zodat zij in geval van calamiteiten ook aan Waternet drinkwater kunnen leveren - die zogeheten wederkerigheid is er nu niet, stelt Waternet.