Na anderhalf jaar handmatig plukken heeft Waterschap Limburg de grote waternavel in delen van het gebied aardig onder controle. In de beek de Ur is de explosief groeiende exoot dit jaar zelfs helemaal niet meer aangetroffen. Het werk gebeurt deels door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Die vinden het volgens het Limburgse waterschap een dankbare en afwisselende klus. Dagelijks bestuurder Chrit Wolfhagen begrijpt dat wel, zegt hij op de website. "Zij zijn dagelijks actief in de mooie gebieden die ons areaal rijk is en zien zelf het resultaat."
Waterschap Limburg voert – net als andere waterschappen – al jaren strijd met de grote waternavel, die door zijn snelle opmars ander waterleven vrijwel onmogelijk maakt. Dat is slecht voor de biodiversiteit en de waterkwaliteit.
In de nazomer van 2021 is het waterschap in Midden- en Zuid-Limburg begonnen met het handmatig verwijderen van de exotische plant, een arbeidsintensieve klus die zorgvuldig moet gebeuren. "Onvakkundige verwijdering verergert de situatie", zegt technisch manager Feodor van Heur. "Plantenresten drijven als ‘stekjes’ af en woekeren elders voort."
Minder groeiplaatsen
De eerste positieve resultaten worden nu zichtbaar: na anderhalf jaar bestrijden zijn er minder groeiplaatsen. Zo is de plant in de Ur, die loopt vanaf Stein tot aan de Maas bij Urmond, dit jaar tot nu toe helemaal niet aangetroffen.
Sinds dit voorjaar wordt de grote waternavel ook in Noord-Limburg op deze manier bestreden. Dat gebeurt in de Kabroeksebeek bij Horst, die de afgelopen jaren op tal van plaatsen dichtgroeide.
De klus is hier uitbesteed aan aannemer De Jong Zuurmond, die er medewerkers van een sociaal hoveniersbedrijf (NLG Buitenkansen) voor inschakelt. Het waterschap zegt hiermee ‘een stukje maatschappelijk verantwoord ondernemen’ in te vullen.
Lange adem
Eerder is wel geprobeerd de plant machinaal te lijf te gaan, maar die methode bleek minder effectief, aldus Van Heur. "Je haalt zo minder goed de wortels eruit." De machines worden nu alleen nog gebruikt voor "de bulk", vertelt hij. Daarna moet het werk handmatig gebeuren.
"Het streven is om binnen twee weken de hergroei te verwijderen, om zo de plant succesvol uit te putten. Hierdoor wordt na verloop van tijd de hergroei minder en het aantal brandhaarden neemt af. Het blijft een kwestie van de lange adem, maar net zoals bij veel dingen is het: de aanhouder wint."