Waterschappen moeten haalbare energiedoelen definiëren en inzichtelijk maken hoe ze deze gaan halen. Dat zegt Erik van Lith, lid van het algemeen bestuur van Waterschap De Dommel. De bestuurder vraagt zich of het streven van de waterschappen om in 2025 energieneutraal te zijn, wel realistisch is.
De bestuurder vindt dat waterschappen niet moeten praten in termen van streven, zoals nu gebeurt, maar concrete energiedoelen moeten formuleren. En daarbij moeten ze zich realistisch tonen, aldus de bestuurder, want de waterschappen staan voor meerdere uitdagingen zoals de aanpak van overstromingsrisico’s, wateroverlast, verdroging en verbetering van de waterkwaliteit. Deze taken vergen flinke investeringen, waardoor de financiële druk hoog is, stelt de bestuurder die sinds 2015 lid is van het algemeen bestuur van De Dommel en daarvoor de watersector volgde als Tweede Kamerlid voor het CDA en lid van de Provinciale Staten in Brabant.
Naast de genoemde financiële druk moeten de waterschappen ook rekening houden met doorlooptijden van procedures en het draagvlak dat ze moeten creëren voor energieprojecten die grote impact kunnen hebben op de leefomgeving, aldus Van Lith. ”Concreet voorbeeld is de oplevering van de energiefabriek in Tilburg. Door vertraging in oplevering zijn drie jaren verloren gegaan. Het realiseren van nieuwe projecten voor duurzame energie vraagt veel tijd en inspanning van alle betrokkenen.”
Afgelopen jaren investeerden de waterschappen miljoenen in energieopwekking, met als resultaat, zo blijkt uit de klimaatmonitor, dat de waterschappen in 2016 inmiddels dertig procent van het totale energieverbruik opwekken met eigen energie (voornamelijk biogas) en daarnaast zes procent door wind- en zonne-energie op eigen terrein, aldus Van Lith. “Een flinke stap, maar dan rest nog wel een fors deel van de energieopgave.”
En dat is het streven om in 2025 energieneutraal te zijn, vanaf dat jaar willen waterschappen alleen nog maar gebruik maken van duurzame energiebronnen. Van Lith wil discussie binnen de waterschappen over deze energiedoelstelling. “Dit speelt. Ook bij ons waterschap hebben we het erover. Het is een worsteling omdat er geen zicht is op de financiële en organisatorische consequenties. Het is goed om gedachten en ideeën te wisselen hoe we richting 2025 de energiedoelen gaan formuleren en halen, waarbij rekening wordt gehouden met uitvoerbaarheid en draagvlak. En het gaat ergens over. Energie is een speerpunt geworden.”