Waterschap Drents Overijsselse Delta houdt drie jaar lang een proef met het bemesten van de zandige Vechtdijken. Hier gaat door verschraling de sterkte van de grasmat erop achteruit. Het waterschap wil nagaan of het huidige beleid om niet te bemesten moet worden aangepast voor deze dijken.
De proef wordt uitgevoerd op de zuidelijke en noordelijke dijk langs de Vecht tussen Dalfsen en Zwolle. Er worden acht vlakken van ieder zestig meter lang gemaakt. De vakken worden bewerkt met verschillende meststoffen en voor een deel niet bemest. Over drie jaar gaat het bestuur van Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) zich buigen over de resultaten.
Verschralen en niet bemesten
Sinds de dijkversterkingen van het begin van de eeuw is ‘verschralen en niet bemesten’ het uitgangspunt bij het beheer en onderhoud van de Vechtdijken. Zij worden twee keer per jaar gemaaid, waarna het maaisel wordt afgevoerd. Deze aanpak zorgt bij de zandige dijken echter voor problemen. De huidige grasmat is verschraald en heeft open plekken, waardoor de sterkte afneemt. Dit houdt een risico in voor de waterveiligheid.
Dagelijks bestuurslid Breun Breunissen licht toe hoe dat komt. “Ons beleid is dat het bemesten van dijken niet is toegestaan. Op dijken van klei levert dit een sterke bloem- en kruidenrijke grasbedekking op met een sterk wortelstelsel. Maar op de zanddijken langs de Vecht is er een kantelpunt bereikt, waardoor de begroeiing zich onvoldoende verder kan ontwikkelen. Met de resultaten van deze proef kunnen wij beoordelen of het huidige beleid voor het beheer en onderhoud van de Vechtdijken kan worden verbeterd.”
Kwaliteit van grasmat verbeteren
Het waterschap bekijkt bij de proef jaarlijks hoe het staat met de ontwikkeling van de vegetatie, soortenrijkdom en beworteling in de vakken. Daarbij worden monsters van de bodem genomen. Breunissen: “Zo zoeken we naar wat nodig is voor een optimale grasmat, zodat we de kwaliteit van de grasmat op de dijk kunnen verbeteren.”