De Universiteit van Utrecht nam het initiatief om met specialisten van over de hele wereld in kaart te brengen hoe delta’s beschermd kunnen worden tegen zeespiegelstijging. “We hebben manieren gevonden, dat is het goede nieuws, maar om delta’s te beschermen zullen gecontroleerde overstromingen in een of andere vorm nodig zijn.’
De stijging van de zeespiegel zorgt ervoor dat rivierdelta’s kunnen verdrinken. Dat kan worden voorkomen door de bodem van de delta op te hogen met sediment. “Maar de aanvoer van zand en modder uit rivieren neemt af en komt niet meer aan in delta's. Dat leidt tot overstromingen en landverlies”, zegt Jaap Nienhuis, Universitair Docent aan de Universiteit Utrecht en hoofdonderzoeker van het project.
“Met collega’s kregen we de middelen om een workshop te organiseren waarbij we bestaande en geplande projecten om land te verhogen wilden analyseren. In eerste instantie wilden we dat in Nederland, Duitsland en misschien België doen, maar omdat alles sowieso online moest vanwege corona lukte het wonderwel om er echt een globaal onderzoek van te maken,” vertelt Nienhuis. Hij vroeg de experts naar hun ervaringen ter plaatse. “Dat was heel nuttig, want veel strategieën zijn goed wetenschappelijk omschreven, maar lang niet allemaal. Nu kregen we de kans experts te vragen naar hun aanpak, hun ervaringen, de gemeten effectiviteit en de kosten.”
In totaal werden 21 strategieën vergeleken. De meeste van deze interventies vonden plaats in de Verenigde Staten, Europa, Bangladesh en China. “Van deze 21 strategieën was goede data beschikbaar. We hebben onderzocht of deze aanpakken nu werken, maar we hebben vooral gekeken of ze ook zullen werken als de zeespiegel tegen het einde van de eeuw met 10 millimeter per jaar stijgt.”
De strategieën vallen uiteen in vier categorieën. Ten eerste rivierverleggingen, waarbij een deel van het water en sediment van het hoofdkanaal wordt omgelegd naar een rivier met aangrenzende uiterwaarden. Als tweede mogelijkheid noemen de onderzoekers getijdenoverstromingen. Hierbij wordt een bestaande dijk doorbroken, daardoor worden water en sedimenten door de getijden afgevoerd naar aangrenzende uiterwaarden. Sedimentatie-constructies, zoals in de Noord Nederland al eeuwen bekende hekjes in het landschap, vormen de derde mogelijkheid. In het water aanwezig sediment wordt door constructies in rivierkanalen opgevangen. De vierde optie om het land op te hogen, is de aanplant van extra vegetatie. Sediment wordt vervolgens in de wortels vastgehouden.
Nienhuis en zijn collega’s constateerden dat heel veel projecten effectief waren in het ophogen van de deltabodems. “Dat is het goede nieuws. Maar we zullen wel af moeten stappen van het idee dat dijken ons altijd zullen beschermen en toe moeten naar een vorm van gecontroleerde overstromingen. Daar wordt ook in Nederland al over gepraat. Denk aan het concept van de dubbele dijk. Vaak wordt gedacht dat land definitief wordt opgegeven als er een dijk wordt doorgebroken.”
Dat hoeft, zo denkt Nienhuis, niet zo te zijn. “In Bangladesh zie je dat land na een dijkdoorbraak na tien jaar weer gebruikt kan worden voor akkerbouw. Dus er zijn mogelijkheden, maar we moeten wel anders gaan kijken naar ons landgebruik.”
Volgens Nienhuis is er in Nederland, maar ook in andere delta’s, nog te weinig aandacht voor de gevolgen van zeespiegelstijging. “De beleidsmakers zullen zo snel mogelijk moeten beginnen met het testen, plannen en uitvoeren van projecten. Die projecten hebben een lange looptijd en het zal een combinatie van kleinere en grotere interventies vragen om de bodem dusdanig op te kunnen hogen dat we de zeespiegelstijging compenseren.”
MEER INFORMATIE
Naar aanleiding van het onderzoek verscheen een artikel in het tijdschrift Global and Planetary Change: ‘A global synthesis of the effectiveness of sedimentation-enhancing strategies for river deltas and estuaries’