Project Maji is een in Dubai gevestigde non-profit organisatie die op zonne-energie werkende waterinstallaties voor plattelandsgemeenschappen in Afrika realiseert. Het Nederlandse Aqua for All ondersteunt Project Maji bij het realiseren van watervoorzieningen in Kenia met een contract waarin beheer en onderhoud centraal staan. “We willen meer continuïteit en goed ondernemerschap”, zegt Arco van der Toorn, programmamanager bij Aqua for All.
door Rens Nijholt
In Kenia is de watervoorziening gedecentraliseerd waarbij de 47 counties allemaal hun eigen beleid voeren. Voor de rurale watervoorziening in het land zijn bijdragen van non-profit organisaties of filantropische instellingen van groot belang. Vooral de dorpen in dunbevolkte gebieden, waar water schaars is en counties lage prioriteit geven aan het aanleggen van watervoorzieningen, zijn financiële bijdragen van internationale hulporganisaties essentieel.
Project Maji helpt dit soort gebieden aan een nieuwe watervoorziening of verbetert de bestaande. Voordat Aqua for All - dat grotendeels gefinancierd wordt door het ministerie van Buitenlandse Zaken - in zee ging met Project Maji, werd het plan getoetst op duurzaamheid en het beheer- en onderhoudsplan, vertelt Van der Toorn. “In het verleden werden er voorzieningen geïnstalleerd en was er daarna weinig toezicht of onderhoud. Dat soort programma’s willen we niet meer.”
Donor afhankelijkheid
Jarenlang verleenden organisaties, zoals kerken en andere kleine instellingen, vooral financiering voor de aanleg van waterinstallaties. Het beheer en onderhoud werd aan de bevolking zelf overgelaten, zonder dat ze daar budget voor hadden. Dit veroorzaakte een donor afhankelijkheid. “We praten met bedrijven die een financieel haalbaar plan hebben voor de gebruiksfase en voor continuïteit kiezen - dat is waar Aqua for All voor staat. Project Maji is zo’n organisatie die minimaal 10 tot 15 jaar in de regio blijft.”
En dat is hard nodig in Kenia, waar de rurale bevolking met 2,9 procent per jaar groeit en een groot aantal van de bestaande watervoorzieningen de vraag niet meer aankunnen. Met één pomp - die minimaal 2.500 liter per dag omhoog moet pompen - kunnen 750 mensen voorzien worden van schoon en veilig water; goed voor zo’n 150 families. Mits het technisch mogelijk is en het boorgat voldoende capaciteit heeft, kan met een solarinstallatie dit waterpunt weer in gebruik worden genomen, en tegen veel lagere gebruikskosten.
Ziekten
Planvorming en de aanleg gaan echter altijd in overleg met de lokale bevolking, verzekert Van der Toorn. “Pit latrines of watervoorzieningen voor dieren behoren op een zekere afstand van het waterpunt te blijven. Maar dit soort veranderingen kosten tijd en veel overleg. Dorpelingen geven de voorkeur aan een waterpomp op zonne-energie. Maar pas als de sanitatie ook goed is ingevoerd, kun je de verspreiding van ziekten tegengaan. Dat wil Project Maji de dorpelingen mee geven.”
Project Maji probeert daarom twee vliegen in een klap te slaan. “Als we zeggen dat we eveneens de watervoorziening willen verbeteren bij een health clinic of een school, is er meer draagvlak voor het dagelijks betalen voor veilig water in het dorp. Educatietrajecten die gericht zijn op bedrijfsvoering, onderhoud én hygiëne zijn vervolgens belangrijk. In Nederland leer je dat bij een consultatiebureau en op de basisschool, maar in Kenia niet. Daar liggen de prioriteiten bij toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, voedselverbouwing en voldoende eten maken voor het gezin.”
'Er is nog te weinig aandacht voor de prioriteiten van een community, wat er in verleden al gewerkt heeft, beschikbare kennis uit eerder projecten en kennisoverdracht'
Swahili
Door gebruik te maken van bestaande Keniaanse kennis, voorkomt Project Maji - wat water betekent in het Swahili - dat het wiel twee keer wordt uitgevonden. Zo wordt het beheer bijvoorbeeld uitbesteed aan de Keniaanse organisatie Fundifix, neemt het een importbedrijf in Nairobi in de arm zodat pomponderdelen op tijd aankomen en zijn de goedkeuringsbrieven voor de douane op orde.
Van der Toorn: “Er is nog te weinig aandacht voor de prioriteiten van een community, wat er in verleden al gewerkt heeft, beschikbare kennis uit eerder projecten en kennisoverdracht. Bovendien kun je projectonderdelen vaak goedkoper uitvoeren door de capaciteit nauwkeurig in te schatten en slim in te kopen. Project Maji zegt: we schrijven één keer een goed voorstel en we hebben 300.000 euro nodig, maar dan staan er ook 34 werkende installaties.”
Een ander belangrijk onderdeel van het beheer- en onderhoudsplan is de customer service. “Als er een probleem is met de installatie, moet een beheerder binnen 72 uur ter plaatse zijn. Verder vragen ze om de 5 jaar aan de mensen of ze nog tevreden zijn met de dienst. Want ook dan is het belangrijk dat je naar de wensen van het dorp luistert. Voldoet de installatie nog? Wat kan er beter?”
Volwassenheid
Aqua for All financiert circa 33 procent van Project Maji. Het overige gedeelte haalt de organisatie bij andere instanties op, zegt Van der Toorn. “Het is een wens van Buitenlandse Zaken dat we een derde financieren. VOx Impuls, een Nederlandse familiestichting die oplossingen binnen het domein van SDG 6 financiert, heeft tevens een derde gefinancierd in de vorm van een lening. Project Maji zegt dat ze deze lening terugbetalen. Dat is een teken van een volwassen organisatie.”
In Kenia draaien nu elf waterinstallaties. “Daar zitten ook een aantal prepaid waterpompen bij. Daar betalen dorpelingen via een app voor het water dat men afneemt per jerrycan. Er ligt nu een voorstel voor 34 extra voorzieningen. Uiteindelijk hoopt Maji met aanvullende financiering na 2023 zo’n 100 voorzieningen te bouwen. Ze willen steeds meer naar commerciële financiering. Dat is ook een doel van ons; projecten ondersteunen met een dusdanig goede kwaliteit en duurzaamheid dat andere financierders ook geïnteresseerd raken.”