De populaties van rondtrekkende zoetwatervissoorten in de wereld zijn met gemiddeld 76 procent afgenomen sinds 1970. In Europa is de vermindering nog forser. Dit blijkt uit een studie over trekkende riviervissen op basis van de Living Planet Index.
Het rapport is vandaag gepubliceerd door het Wereld Natuur Fonds, de World Fish Migration Foundation en de International Union for Conservation of Nature. Ook een tiental universiteiten werkten mee, waaronder de Rijksuniversiteit Groningen. In het onderzoek zijn de gegevens van 1.406 populaties van 247 migrerende zoetwatervissen onder de loep genomen. Het betreft onder meer de zalm, de steur, de zeeforel en de paling.
Deze vissen trekken om te paaien van zout naar zoet water of in omgekeerde richting. Ook vissen die over grote afstanden in zoet water migreren, zijn meegenomen. De onderzoekers komen tot de conclusie dat mondiaal gezien de populaties van de vissoorten met gemiddeld 76 procent zijn verminderd tussen 1970 en 2016. Er is niet over de hele linie een achteruitgang te zien; bij een minderheid van de vissoorten zijn aantallen toegenomen.
De afname is het grootst in Europa (93 procent) en in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (84 procent). Noord-Amerika doet het met min 28 procent relatief goed. Voor andere gebieden zoals Afrika en Azië zijn gegevens erg onbetrouwbaar, waardoor de onderzoekers hiervoor geen conclusies willen trekken.
Veel kunstmatige barrières
De afname komt vooral door menselijke oorzaken. De belangrijkste reden is aantasting, verandering en verlies van het leefgebied. Ook overbevissing speelt een grote rol. Volgens de studie zijn er wereldwijd zo’n 58.000 grote dammen, om over kleinere kunstmatige barrières maar niet te spreken (alleen in Europa al 1,2 miljoen). Hierdoor kunnen veel trekvissen niet of lastig hun paai- en voedselgebieden bereiken. Slechts in ruim een derde van de grote rivieren van meer dan duizend kilometer is vrije doortocht mogelijk. Deze rivieren bevinden zich vaak op afgelegen plekken.
Er worden allerlei initiatieven ondernomen om trekvissen een betere doorgang te verlenen. De onderzoekers noemen als voorbeeld de vismigratierivier die dwars door de Afsluitdijk wordt aangelegd. De Verenigde Staten is met maatregelen het verst. In de afgelopen dertig jaar zijn bijna vijftienhonderd dammen, stuwen en sluizen weggehaald. In Europa wordt sinds vijf jaar hard gewerkt aan het verwijderen van niet meer gebruikte obstakels onder de noemer Dam Removal Europe.
Noodplan bepleit
Volgens zoetwaterexpert Oskar de Roos van het Wereld Natuur Fonds hebben overheden vaak weinig aandacht voor de problemen die door de afname van het aantal trekvissen ontstaan. Hij wijst onder meer op vis als voedselbron. “Ook het voortbestaan van het kwetsbare ecosysteem in onze zoete wateren staat onder druk. Dat belang wordt nog te vaak onderschat door overheden. De wereld heeft een noodplan nodig om het tij te keren en dit grote verlies aan migrerende zoetwatervissen terug te draaien.”
MEER INFORMATIE
Rapport van het onderzoek
Bericht van Wereld Natuur Fonds
H2O-artikel: herstel van vismigratie
H2O-vakartikel: haalbare en duurzame vismigratie