secundair logo knw 1

Coverbeeld van het onderzoeksrapport I Uitgave: A&O fonds Waterschappen

Het maatschappelijk belang en de inhoud van het werk worden gezien als de twee belangrijkste pluspunten van het werken bij waterschappen. Daarentegen zijn medewerkers beduidend minder te spreken over hun salaris. De waardering voor aantrekkelijk werkgeverschap neemt toe.

Dit blijkt uit de resultaten van het sectoraal medewerkersonderzoek 2023. Hiervoor hebben ruim 10.000 medewerkers van 27 organisaties in de sector waterschappen – een respons van 72 procent – een vragenlijst ingevuld.

Het onderzoek is uitgevoerd door InternetSpiegel en Effectory in opdracht van A&O fonds Waterschappen. De uitkomsten zijn volgens het A&O fonds belangrijk voor het verder werken aan aantrekkelijk werkgeverschap en voor de arbeidsmarktprofilering van de sector.

Gevraagd naar plus- en verbeterpunten
Een vraag gaat over pluspunten: wat maakt het aantrekkelijk om voor jouw organisatie te werken? De medewerkers noemen vooral het maatschappelijk belang (28,9 procent) en de inhoud van het werk (25,0 procent). Op afstand volgen de balans tussen privé en werk, de werksfeer en zelfstandig werken.

Wat betreft de inhoud van het werk: veel medewerkers vinden hun werk uitdagend en zien de eigen capaciteiten goed tot hun recht komen in hun baan. Vijftigplussers zijn het meest positief, medewerkers jonger dan 35 jaar relatief het minst.

Bij de vraag wat er beter kan binnen de eigen organisatie staat beloning op één. Dit punt wordt door 20 procent genoemd. Er is ook een score voor ‘salaris op juiste niveau’. De medewerkers die de enquête hebben ingevuld, geven hiervoor gemiddeld een 5,7. Andere belangrijke verbeterpunten zijn resultaatgerichtheid, leiderschap en samenwerking.

Waardering voor aantrekkelijk werkgeverschap
De waardering voor aantrekkelijk werkgeverschap is toegenomen ten opzichte van het vorige medewerkersonderzoek uit 2021. De score voor ‘tevreden over organisatie’ is 7,5 en voor ‘gewaardeerd door organisatie’ 7,0. Deze scores zijn niet alleen hoger dan in de sector twee jaar geleden (toen 6,6 en 6,4), maar ook in vergelijking met de huidige benchmark van de overheid.

Een andere positieve ontwikkeling is dat medewerkers zich sociaal veiliger voelen. Dat geldt wel in mindere mate voor vrouwen dan voor mannen, vooral als het gaat om voor zichzelf opkomen en de veiligheid om collega’s feedback te geven.

Zo’n 67 procent van de medewerkers ervaart de werkdruk als goed; in 2021 was dit 62 procent. Toch is er ook een behoorlijke minderheid (29 procent) die de werkdruk hoog of te hoog vindt.

Inclusiviteit nieuw onderwerp
Inclusiviteit is een nieuw onderwerp in deze editie van het medewerkersonderzoek. Het gaat over het creëren van een omgeving waarin individuen, ongeacht hun achtergrond, kenmerken of overtuigingen, zich gewaardeerd, gerespecteerd en betrokken voelen. Er worden drie aspecten onderscheiden: inclusie, inclusief werkklimaat en inclusief leiderschap.

Medewerkers geven gemiddeld een 7,4 voor inclusie (in hoeverre de medewerker zich als individu bij het team voelt horen). De scores voor inclusief werkklimaat (aandacht voor gelijkheid en diversiteit binnen de organisatie) en inclusief leiderschap (activiteiten vanuit de leidinggevende die erop gericht zijn dat ieder teamlid erbij hoort en zichzelf kan zijn) zijn wat lager: 6,8 en 6,6.

Het was in het onderzoek voor het eerst mogelijk om bij de vraag naar geslacht niet alleen voor man of vrouw te kiezen, maar als alternatief ook voor ‘overig’ of ‘non-binair’. Door 1,6 procent van alle medewerkers werd een van deze twee groepen aangevinkt. De medewerkers die dat hebben gedaan, delen fors lagere scores uit bij zowel aspecten van inclusiviteit en sociale veiligheid als alle andere thema’s. Volgens de onderzoekers is hiervoor nadere aandacht nodig.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.