Wetterskip Fryslân gaat een jaar lang de lachgasemissie meten bij de rioolwaterzuiveringen van Joure en Heerenveen. Hiervoor worden in de waterfase innovatieve sensoren gebruikt. Later volgen andere zuiveringen. Het waterschap wil door het betere inzicht de uitstoot van het broeikasgas terugdringen.
De metingen in Heerenveen zijn net van start gegaan, die in Joure moeten nog beginnen. Zij zijn een voortvloeisel van een onderzoek van het kenniscentrum STOWA waaraan Wetterskip Fryslân heeft meegewerkt. Er is een online meetmethode vastgesteld voor een betrouwbare bepaling van de emissie van lachgas (distikstofmonoxide). Daarbij wordt gebruikgemaakt van innovatieve sensoren in de waterfase.
Met deze sensoren wordt de concentratie van lachgas in de zuivering gemeten. Op basis daarvan kan de emissie van lachgas worden bepaald. “Deze bepaling is nagenoeg even nauwkeurig als een emissieberekening aan de hand van metingen in de lucht”, zegt Sybren Gerbens, senior zuiveringstechnoloog van Wetterskip Fryslân. “De vertaalslag van de metingen in water naar de uitstoot van lachgas heeft zich vorig jaar op rioolwaterzuivering Amsterdam-West van Waternet als een valide methode bewezen.”
Jaar lang metingen
Het waterschap verricht nu een jaar lang metingen bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties in Joure en Heerenveen. Hiervoor is 48 duizend euro vanuit het eigen innovatiebudget beschikbaar gesteld. Op basis van ammonium- en nitrietmetingen uit het verleden wordt het risico op lachgasvorming ingeschat als laag in Joure en als gemiddeld in Heerenveen. Gerbens: “Met de nieuwe metingen willen we beide rwzi’s met elkaar vergelijken en ook kijken of de risico-inschatting in werkelijkheid klopt. De ervaringen bij deze twee waterzuiveringen gebruiken we later weer voor metingen bij andere zuiveringen.”
Daan Verwij, trainee bij Wetterskip Fryslân, voert het lachgasonderzoek uit. Een jaar is volgens hem nodig om een goed beeld van het risico op een zuivering te krijgen. “In Heerenveen worden nu zeer lage concentraties lachgas in het circuit gemeten, zelfs nul. Op dit moment lijkt de situatie dus erg gunstig, maar dat zegt nog niets. Het zou kunnen dat er in het voorjaar wel hoge concentraties zijn. Die periode hebben we nu net gemist.”
'Wij vinden dat lachgas moet mee worden genomen in de Klimaatmonitor'
Waarom is eigenlijk niet voor rwzi Franeker gekozen, de enige waterzuivering van het waterschap waarbij het risico hoog wordt ingeschat? “Dat komt omdat de nieuwe emissieberekening op dit moment alleen mogelijk is bij bellenbeluchting en nog niet bij puntbeluchting of een oxidatiebed”, zegt Gerbens. “Franeker is nog een oude zuivering met een oxidatiebed. We doen hier nu wel een aantal puntmetingen. De wens bij waterschappen is dat de methode straks ook bruikbaar is voor puntbeluchting. We hopen dat er een nieuw STOWA-onderzoek komt waarbij de sensoren hiervoor worden getest.”
Bijdrage aan klimaatneutraliteit
De bedoeling van de inspanningen van Wetterskip Fryslân laat zich niet moeilijk raden; door een nauwkeuriger beeld kan het waterschap de uitstoot van lachgas beter terugdringen. Dat past bij het doel om in 2030 klimaatneutraal te zijn. “In de Klimaatmonitor van de Unie van Waterschappen wordt nu nog alleen gekeken naar CO2”, licht Gerbens toe. “Wij vinden dat lachgas en methaan ook mee moeten worden genomen.”
Daarom is in de eigen klimaatvoetafdruk van Wetterskip Fryslân wel de lachgasemissie verwerkt. “Daarbij gebruiken we de berekeningsmethode van het mondiale klimaatpanel IPCC. In 2017 was lachgas voor ongeveer een derde bepalend voor de klimaatvoetafdruk van het hele Wetterskip. Een behoorlijke impact dus.”
Beluchtingsregime essentieel
Het meeste lachgas komt volgens Gerbens waarschijnlijk vrij bij nitrificatie, dus bij het beluchtingsproces. Maatregelen om de uitstoot van lachgas tegen te gaan zullen zich daarom vooral hierop richten. “Het is in de praktijk erg lastig om de lachgasemissie helemaal op nul te krijgen, maar het idee is wel dat de emissie al laag is bij een goed werkende zuivering. Een adequaat beluchtingsregime is daarvoor essentieel.”
Waterschap Aa en Maas heeft een kortdurend onderzoek gedaan naar het bijstellen van de gewenste waarden in het beluchtingssysteem, vertelt Gerbens. “Dat lijkt positief te werken op het terugdringen van de uitstoot van lachgas. Als de nieuwe sensoren heel goed blijken te werken, kunnen we misschien zelfs sturen in het beluchtingsregime. Dat is echter nog toekomstmuziek.”
Gerbens hoopt dat de bijdrage van lachgas aan het broeikaseffect een duidelijke plaats krijgt in de Klimaatmonitor van de waterschappen. “Waarschijnlijk gebeurt dit in een van de komende jaren ook. Dat zal waterschappen die nu nog niet zo met dit onderwerp bezig zijn, triggeren om er ook wat mee te doen.”
MEER INFORMATIE
Wetterskip Fryslân over meten lachgas
Publicatie van STOWA
Klimaatmonitor Waterschappen 2017