Natuurlijke kwelders of schorren aan de zeezijde maken een dijk beter bestand tegen stormen. Komt er toch een doorbraak, dan is die minder groot. Daarmee worden mensenlevens gered, zo stellen wetenschappers van het NIOZ, de TU Delft en de Universiteit Antwerpen.
In het tijdschrift Nature Sustainability publiceren ze deze week over hun onderzoek ‘Historic storms and the hidden value of coastal wetlands for nature-based flood defences’. Daarin analyseren ze twee grote overstromingen in de geschiedenis van ons land, namelijk de Kerstvloed van 1717 en de watersnoodramp van 1953.
Uit oude tekeningen en kaarten bleek dat tijdens de Kerstvloed, waarbij meer dan veertienduizend mensen omkwamen, er minder dijkdoorbraken waren op plekken waar een hoog opgeslibde, met planten begroeide zone voor de dijk lag. In het noorden van Nederland worden dit kwelders genoemd, in het zuiden schorren.
De dijken zonder kwelders of schorren waren al hoger en breder gemaakt, maar bleken desondanks zwakker te zijn dan de stukken dijk die door de natuur werden beschermd.
Tijd om te vluchten
De dijkdoorbraken in 1953, die meer dan achttienhonderd mensen het leven kostten, waren ook aanzienlijk minder diep als er een schor voor de dijk lag, zo bleek uit de bestudering van gedetailleerde rapportages over deze ramp. Op die plekken liep veel minder water de polders in en was er dus meer tijd om te vluchten.
"Met minder natuur had de ramp van 1953 aanzienlijk meer slachtoffers gemaakt, en vice versa, met meer natuur had de ramp waarschijnlijk minder slachtoffers gemaakt", stellen de onderzoekers dan ook op basis van de nieuwe inzichten.
Met veldonderzoek langs de Waddenkust is daarnaast gekeken of een kwelder de golfaanval op de dijk tijdens een zware storm inderdaad vermindert. Dat bleek duidelijk het geval. "De archieven laten het zien en onze modelberekeningen voorspelden dit al", zegt onderzoeker Vincent Vuik van de TU Delft, die vorig jaar op een deel van dit onderzoek promoveerde en daarvoor de Waddenacademieprijs ontving.
"Nu hebben we voor het eerst bewijs dat de golfdemping ook tijdens extreme stormen echt belangrijk is. Onze voorouders beseften dit blijkbaar al. Als je een dijk met de hand moet bouwen, dan denk je goed na waar je deze het hoogste en breedste maakt. Met die benadering kunnen we ook nu nog geld besparen."
Wisselpolders
Hun bevindingen zijn volgens de onderzoekers van belang voor de kustbescherming van de toekomst. Net als schorren en kwelders kunnen opslibbende ‘wisselpolders’ er volgens hen voor zorgen dat kustzones extra veilig worden. Deze lage polders tussen twee dijken worden een aantal jaren door slibrijk zeewater overstroomd om op te hogen en groeien zo mee met de zeespiegel. Uiteindelijk levert dit hooggelegen vruchtbare landbouwgrond op.
In Nederland wordt hiermee al op kleine schaal geëxperimenteerd, bijvoorbeeld bij Delfzijl en langs de Westerschelde.
"Buitendijkse voorlanden zijn niet overal haalbaar", aldus Vuik. "Dan is de binnenzijde van de dijk een optie, zeker als dat in combinatie kan met nieuwe natuur. Dat zal wel een lange adem vergen, want het idee is nu nog vaak dat we het land weer teruggeven aan de zee. Maar dat is slechts tijdelijk. En als de zeespiegel straks 2 meter stijgt en het binnendijkse gebied blijft dalen, is het wel heel prettig als de waterkering meegroeit."
MEER INFORMATIE
Nieuwsbericht TU Delft
Animatie over de rol van wisselpolders voor Zeeland
H2O-bericht over proefschrift Vincent Vuik
H2O-bericht over Waddenacademieprijs