secundair logo knw 1

Zo kan Arnhem er over honderd jaar uitzien I Visualisatie : WUR

De stad van 2120: natuurlijk! Onder deze noemer schetst Wageningen University & Research (WUR) hoe steden er over honderd jaar uit kunnen zien, met Arnhem als voorbeeld. De stad is ingericht als spons waarbij elke druppel water wordt benut.

Het uitgangspunt is dat natuurlijke omstandigheden worden gebruikt om een aantrekkelijke, aangename stedelijke omgeving te creëren. Deze denkexercitie is een uitvloeisel van het groenblauwe scenario voor Nederland in 2120, waarmee onderzoekers en ontwerpers van Wageningen University & Research twee jaar geleden kwamen.

Zij schetsen een beeld van een klimaatneutraal, zelfs klimaatpositief land, waarin economische ontwikkeling en een natuur-inclusieve samenleving hand in hand gaan. Het verhaal sloeg erg aan. Ook media die zulke onderwerpen doorgaans links laten liggen, besteedden er ruimschoots aandacht aan.

Wat dit perspectief betekent voor de inrichting van de stad in de toekomst, is nu uitgewerkt aan de hand van het voorbeeld van Arnhem. De Gelderse provinciehoofdstad ligt op de grens van de Veluwe en de Rijn en daarmee van twee landschapstypen: de hogere zandgronden en het rivierengebied. De voorstellen zijn dan ook toepasbaar op heel wat andere steden in Nederland, stellen de onderzoekers en ontwerpers van WUR. Ze tonen met gedetailleerde landkaarten, illustraties en 3D-visualisaties hoe de mens kan samenwerken met het landschap in plaats van ertegen te strijden.

Brede stukken water en groen
In hun visie zorgen brede stukken water en groen voor een verbinding tussen Veluwe, stad en rivierengebied. Het levert een beeld op met woontorens van hout en andere natuurproducten, drijvende woningen en zonnepanelen, verkoelende ‘windbanen’, watervalletjes in beken, edelherten in de uiterwaarden en meren op de Veluwe die fungeren als ‘waterbatterij’.

Het gebied rondom Arnhem wordt in de toekomst natter en droger. Het rivierengebied krijgt regelmatig te maken met een overschot aan water, terwijl op de hoge zandgronden het juist erg droog wordt. Daarom is de stad ingericht als spons: elke druppel wordt benut. Water wordt opgeslagen, gefilterd, bewaard en hergebruikt. Zo stroomt rondom brede beken tussen de Veluwe en de stad het overtollige water in reservoirs. Dit kan dan worden gebruikt tijdens een periode van extreme droogte.

Belangrijk voor keuzes van nu
Volgens Wim Timmermans, onderzoeker klimaatadaptatie bij WUR en projectleider van Arnhem 2120, gaat het om een vrije denkoefening. De stip op de horizon is al belangrijk voor huidige keuzes, stelt Timmermans. “Houden we wel voldoende rekening met het klimaat van de toekomst? Denk bijvoorbeeld aan grotere overstromingsrisico’s, meer wateroverlast en hitte in bebouwde gebieden. Door hier nu al over na te denken, kunnen we problemen in de toekomst voor zijn. Daarbij is zo’n verhaal ook heel prikkelend en inspirerend.”

MEER INFORMATIE
Publicatie De stad van 2120: natuurlijk!
Toelichting door WUR
H2O Actueel: Nederland in 2120
H2O Artikel: groenblauwe visie WUR
 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.