De waterschappen hebben in 2016 ruim 81.000 muskusratten gevangen. Daarmee zet de dalende trend van de afgelopen vijftien jaar zich door. Bevers zorgen wel voor steeds meer schade.
In het begin van de 21e eeuw was er een piek; er werden toen jaarlijks meer dan 400.000 muskusratten gevangen. Nu is dat nog maar een vijfde. De schade aan waterkeringen en oevers is daardoor beduidend minder geworden.
Dat is te danken aan een consequente en intensieve aanpak, vertelt Dolf Moerkens die bij de Unie van Waterschappen verantwoordelijk is voor de coördinatie van de muskus- en beverrattenbestrijding. “De waterschappen hebben vijf jaar geleden deze taak overgenomen van de provincies en zetten hiervoor 425 bestrijders in. Zij vegen nu veel meer in groepen gebieden schoon. Op deze manier zijn diverse grote haarden aangepakt.”
Moerkens verwacht dat het aantal vangsten nog verder zal afnemen. Toch wordt het werk van de bestrijders er niet eenvoudiger op. “Er komt steeds meer natte natuur. Hierdoor wordt het voor onze mensen moeilijker om muskusratten te vinden.” Daarom is het belangrijk om te innoveren, zegt Moerkens. “Zo bekijken we of we met drones uitgerust met een warmtecamera of radar holle onzichtbare ruimtes in de waterkant kunnen vinden. Deze techniek stond een paar jaar geleden in de kinderschoenen, maar ontwikkelt zich razendsnel.”
De waterschappen zijn bezig met een grootschalige veldproef om na te gaan of de huidige bestrijdingsstrategie nog volstaat. Moerkens: “De vraag is: kan de bestrijding efficiënter en diervriendelijker? De resultaten komen in 2018 beschikbaar.” Hij haalt verder een recent gepubliceerd historisch onderzoek aan. “Hierin is bekeken of bestrijding een effect heeft op de populatie van muskusratten. De conclusie is dat onze inspanningen een duidelijk effect hebben.”
In 2016 zijn ook ongveer 1.900 beverratten gevangen, 56 procent meer dan het jaar daarvoor. Deze rattensoort is net als de muskusrat niet inheems maar komt uit Zuid-Amerika. Het gaat vooral om een Duits probleem, aldus Moerkens. “Wij vangen bijna alle beverratten in de grensstrook. Het probleem is in Nederland onder controle.”
Volgens Moerkens zijn waterschappen bezorgd over de toename van de beverpopulatie. “Ook bevers graven soms in een waterkering. Bij graverij zullen de waterschappen hun verantwoordelijkheid voor de waterveiligheid nemen en de bever zo nodig wegvangen. De waterschappen en Rijkswaterstaat ontwikkelen hiervoor een eenduidige landelijke werkwijze.”
Meer informatie op de site van Muskusrattenbestrijding in Nederland.
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.