Nu het kabinet op het bordes staat, ligt de blauwdruk voor het beleid de komende 4 jaar vast. Er kan worden geconcludeerd dat het klimaatbeleid niet door de shredder wordt gehaald, zoals PVV voor ogen had. Er wordt ‘stevig ingezet’ op klimaatadaptatie. Ruimte voor de Rivier wordt geactualiseerd en het Hoogwaterbeschermingsprogramma herijkt, blijkt uit het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB.
door Bert Westenbrink
zegt hij in deze H2O. Deltacommissaris Co Verdaas kan voort met beleid voor de langere termijn. En dat is al lastig genoeg. “Ik verwacht niet dat we een plan voor Nederland kunnen maken waarbij iedereen in z’n handen staat te klappen”,
Dat is voor later, nu schuurt het met andere watervraagstukken. Zoals met de beleidsrichtlijn ‘water en bodem sturend’, het principe dat het natuurlijke bodem- en watersysteem leidend moeten zijn bij de ruimtelijke inrichting. Het wil nog niet echt vlotten met de implementatie. Op H2O online zegt Jan Jaap de Graeff, voorzitter van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, in een uitgebreid interview: “Op papier kan mooi worden gesproken over ‘water en bodem sturend’, maar je moet het toch wel doen. Dat bespeuren we niet altijd, zal ik maar een beetje vriendelijk zeggen.”
Wij zeggen het zo: op provinciaal niveau wordt niet serieus doorgepakt met de invoering. Dat blijkt uit de provinciale invulling van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). In deze planprocessen moet de vertaalslag van water en bodem sturend worden gemaakt. Het haperde al, maar nu komt de trein tot stilstand. In Friesland hebben Gedeputeerde Staten, onder wie Femke Wiersma, nu BBB-minister van Landbouw, de ontwikkeling van het Friese programma landelijk gebied (FPLG) vorige maand ‘on hold’ gezet. Het hoofdlijnenakkoord zorgt voor te veel onzekerheid, schrijven GS.
Met de boer aan het roer loopt ‘water en bodem sturend’ in het NPLG vast en is waterkwaliteit weer ‘een belang’ dat ondergeschikt is aan een goed renderende boerenpraktijk
Die onzekerheid is gevoed door het besluit van het beoogde kabinet om het Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur (24,3 miljard euro) te schrappen. Het is simpel: zonder geoormerkte middelen heeft het weinig zin om de plannen verder te ontwikkelen. Het transitiegeld wordt deels (5 miljard) doorgeschoven naar de begroting van het ministerie van Landbouw en daarmee krijgt het een andere bestemming, want op dat departement staat de komende jaren het ondernemersbelang van boer en tuinder centraal.
En dat boerenbelang staat op gespannen voet met beleid om water ruimte te geven of om waterkwaliteit te verbeteren, blijkt uit de landbouwparagraaf van BBB in het hoofdlijnenakkoord. Het nieuwe kabinet zet ‘alles op alles’ om de Nitraatrichtlijn aan te passen, de afbouw van de derogatie van tafel te krijgen, het areaal ‘nutriënten verontreinigde gebieden’ terug te dringen, de bufferstroken te verkleinen, de Natura 2000-gebieden te herijken en ‘hoogwaardige landbouwgrond’ te beschermen.
Met de boer aan het roer loopt de richtlijn ‘water en bodem sturend’ in het NPLG vast en is waterkwaliteit weer ‘een belang’ dat ondergeschikt is aan een goed renderende boerenpraktijk. Hoe hoog de nood ook is onder boeren, het is haast amoreel, want water is geen belang maar een basisvoorwaarde voor een leefbare samenleving. Of om het in de geest van het nieuwe kabinet te zeggen: verontreinigd water of afnemende biodiversiteit bedreigt de bestaanszekerheid, ook die van boeren en hun bedrijven.
Bert Westenbrink is hoofdredacteur van H2O media en schrijft het redactioneel in het vakblad