secundair logo knw 1

Een nieuw belastingstelsel voor de waterschappen is van de baan, vanwege een gebrek aan draagvlak. Op 11 oktober bekijkt de Ledenraad van de Unie van Waterschappen opnieuw hoe het verder moet met belastingstelsel.

De aanpassing van het belastingstelsel is een kwestie die de waterschappen al sinds 2014 bezighoudt. Aanleiding was een rapport van de Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking (OESO) over waterbeheer in Nederland. Daarin werden vraagtekens gezet bij de toekomstbestendigheid van de financiering van het waterbeheer. 

De Unie van Waterschappen stelde in september 2015 de Commissie Aanpassing Belangstelsel (CAB) in, om onderzoek te doen naar de houdbaarheid van en de knelpunten in het belastingstelsel. In die commissie waren 10 van de 21 waterschappen vertegenwoordigd. De commissie sprak met honderden interne en externe belanghebbenden. 

Eindrapport
Het eindrapport dat na een uitgebreid proces in mei 2018 uitkwam, bevatte een voorstel voor een compleet nieuw belastingstelsel. Volgens de CAB was het niet mogelijk om de knelpunten binnen het huidige stelsel op te lossen, maar moest er een nieuw stelsel komen om de knelpunten op te lossen en het profijtbeginsel beter te verankeren. 

De voorstellen van het Uniebestuur voor een nieuw belastingstelsel, gebaseerd op het CAB-rapport, leidden in juni 2018 tot een storm van kritiek. Het voorstel werd daarop aangepast, maar viel in december opnieuw in ongenade. Daarop werd besloten de kwestie over de waterschapsverkiezingen van maart 2019 heen te tillen. 

Net voor de zomer is besloten om tijdens de Ledenraad van oktober te kijken hoe het verder moet. Volgens Unievoorzitter Rogier van Sande is er voor een majeure stelselwijziging geen draagvlak. Mogelijk wordt er besloten tot een beperkte aanpassing van het stelsel, tegen de eerdere voorstellingen van het bestuur in. Het bestuur pleitte juist voor nieuwbouw in plaats van renovatie. 

Pijnpunt
Het pijnpunt in het voorgestelde nieuwe belastingstelsel was dat de heffingen anders over de categorieën inwoners, bedrijven en ongebouwd zouden worden verdeeld. Inwoners zouden minder gaan bijdragen, terwijl bedrijven en natuur meer moesten bijdragen.

De aanpassing van het belastingstelsel is volgens Ron van Megen, voorzitter van de Algemene Waterschapspartij en bestuurslid bij waterschap Vallei en Veluwe, een lastige kwestie, doordat boeren en bedrijven de meeste zeggenschap hebben binnen de waterschappen.

Van Megen: “Het is niet in hun belang om de waterschapsbelasting te herzien als dat betekent dat zij meer moeten gaan bijdragen. Daardoor komt de rekening voor grote opgaven, zoals droogte, wateroverlast en zeespiegelstijging, nu vrijwel volledig bij de huishoudens te liggen. En dat terwijl bedrijven ook profijt hebben van een goed functionerend watersysteem. Het is niet meer dan logisch dat ook zij meer gaan bijdragen.”

Een uitgebreide reconstructie van de worsteling van de waterschappen met de aanpassing van het belastingstelsel staat in de augustus-uitgave van H2O

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.
Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.
Met alle respect, maar ik kan me weer niet aan de indruk onttrekken dat hier oneigenlijk "behoud" van...ja van wat...? een heel belangrijke rol speelt vanuit oa. Rijkswaterstaat. Nogmaals kijkend naar het totale project van Ir. Lely en de doordachte gevolgen van eea. moeten we dit derde grote inpolder traject gewoon oppakken om meer balans te verkrijgen in alles. En no1, meer woningbouw ruimte wordt er in een klap mee opgelost! Anders mag men aan inpoldering Dogeland gaan denken in de Noordzee..., want we moeten hoe dan ook meer land erbij krijgen om alle problemen op te lossen.  
Is het niet van-den-zotten-in-het-kwadraat dat de rechterlijke macht de overheid moet veroordelen tot het naleven van de door haar zelf gemaakte wetgeving?