secundair logo knw 1

Het bestuur van waterschap Amstel, Gooi en Vecht

Het systeem van geborgde zetels binnen de waterschappen moet worden afgeschaft. Dat stelt de commissie geborgde zetels bij waterschapsbesturen in een advies aan minister Cora van Nieuwenhuizen. Een belangrijke afweging is dat de geborgde zetels in de veranderende context waarbinnen de waterschappen hun taken moeten uitvoeren niet meer functioneel zijn.

De minister maakte vandaag het advies van de commissie openbaar. De adviescommissie is eerder dit jaar ingesteld door het kabinet op verzoek van de Tweede Kamer. In de afgelopen maanden deed ze onderzoek naar het stelsel van de geborgde zetels.

De commissie onder voorzitterschap van Jan Boelhouwer constateert dat de feitelijke taak van de waterschappen weliswaar hetzelfde is gebleven, maar dat de context waarbinnen die taak moet worden uitgevoerd ingrijpend is veranderd, mede als gevolg van de klimaatverandering. Het op de lange termijn gerichte generieke waterbeleid bepaalt nu de bestuurlijke agenda’s, schrijft ze. “De ruimtelijke vertaling van de noodzakelijke toekomstige aanpassingen van het waterbeheer is één van de hoofdtaken van het waterschap geworden.”

Verschil vervaagt
Door deze verschuiving van ‘intern waterbeleid’ naar meer ‘generiek grensoverschrijdend waterbeleid’, vervaagt het verschil tussen de geborgde en gekozen bestuursleden, aldus de adviescommissie. De geborgde bestuurders die in feite specifieke belangen (natuur, landbouw, bedrijven) dienen te behartigen ‘zijn min of meer ook politieke fracties geworden’.

Ook stelt de commissie vast dat de gekozen vertegenwoordigers van de (politieke) partijen uitstekend in staat zijn om in de bestuurlijke discussies alle specifieke belangen in hun afwegingen een plaats te geven. Bij de samenstelling van de kandidatenlijsten wordt daar al rekening mee gehouden. “Afschaffen van de geborgde zetels zal dat proces versterken”, aldus de commissie.

Door de veranderende scope van de waterschappen en verregaande professionalisering van de ambtelijke organisatie, speelt ook de specifieke kennis die de geborgde leden inbrengen een steeds minder prominente rol in het bestuur.

Overleg en besluiten
De komende tijd wordt het rapport besproken met de waterschappen, departementen en andere belanghebbende partijen, schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. Het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL) moet daarin het voortouw nemen en de minister in het vierde kwartaal rapporteren. Volgend jaar moeten dan besluiten worden genomen over ‘mogelijke wijzigingen’ van het stelsel, aldus de minister.

De Unie van Waterschappen begint nog voor de zomer met klankbordbijeenkomsten om te bepalen hoe er wordt gedacht over het advies. De uitkomst daarvan dient als input voor de reactie van de waterschappen.

 

SAMENSTELLING BESTUUR
Het waterschapsbestuur bestaat uit vier categorieën: Ingezetenen, Ongebouwd, Bedrijven en Natuurterreinen. Alleen voor de categorie Ingezetenen vinden verkiezingen plaats. Voor de drie andere categorieën worden vertegenwoordigers benoemd. Zij dienen de specifieke belangen van de categorie waarvoor ze in het waterschapsbestuur zitten.
De Ingezetenen hebben altijd de meerderheid in het waterschapsbestuur. Dat is omdat zij het leeuwendeel van de waterschapsbelastingen opbrengen. De provincies bepalen de omvang van de besturen en de verdeling van de geborgde zetels. Het bestuur bestaat uit maximaal 30 en minimaal 18 zetels. De geborgde categorieën hebben ten minste één zetel in het dagelijks bestuur.

 

MEER INFORMATIE
PDF Adviesrapport Geborgde zetels

H2O-artikel Minister installeert adviescommissie geborgde zetels

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Prachtplan Jos ! Nog een argument voor: grondwater is minder kwetsbaar dan oppervlaktewater in tijden van oorlogsdreiging. 
Plan B ja de Haakse zeedijk voor de kust van Nederland maar zelfs ook Belgie en Denemarken!
De grootste veroorzaker van de kostenstijgingen op water, energie en brandstof is de Rijksoverheid. De aandacht kan beter daar op gevestigd worden. De verhoging door de investeringen voor de drinkwaterleidingen is marginaal. Wel een verdiept in de belasting op leidingwater (voor kleingebruikers tot 300m3) van 0,5 EURO per m3? 
Om het helemaal compleet te maken neem ik aan dat beide heren met een zeilboot uit 1624 naar Nederland zijn gekomen om de CO2 voetprint niet teveel te verhogen.