Het afvalwater van de zuivelfabrieken van FrieslandCampina in Lochem en Borculo wordt gebruikt om de duurzame grondstof alginaat te winnen. Waterschap Rijn en IJssel bouwt daarvoor een alginaatfabriek in Zutphen.
Het waterschap gaf op 8 november groen licht voor een investering van 11 miljoen euro in de bouw van de alginaatfabriek op industrieterrein De Mars in Zutphen. Alginaat is een duurzame, maar vrij schaarse grondstof. “Het wordt onder eer gebruikt voor de mallen waarmee kunstgebitten worden gemaakt, maar zit ook in hoestdrank”, vertelt Marike van Woerkom, communicatie-adviseur bij waterschap Rijn en IJssel. Op dit moment wordt in Nederland alginaat gebruikt dat in China uit zeewier wordt gewonnen.
Het alginaat dat straks in Zutphen wordt geproduceerd, heeft nog meer toepassingsmogelijkheden dan het Chinese alginaat, omdat het zogeheten ‘Nereda-zuiveringsproces’ wordt gebruikt. Het ‘NEO-alginaat’ dat daarvan het resultaat is, is onder meer te gebruiken als verdikkings- en lijmmiddel, coating en stabilisator. Waterschap Rijn en IJssel doet al enkele jaren onderzoek naar NEO-alginaat, in samenwerking met Royal HaskoningDHV, de TU Delft, onderzoeksinstituut STOWA en waterschap Vallei en Veluwe.
Van Woerkom: “NEO-alginaat kan onder meer gebruikt worden om papier en karton waterafstotend te maken of de levensduur van beton te verlengen. Er wordt nog steeds onderzoek gedaan naar meer toepassingsmogelijkheden.”
Voor FrieslandCampina betekent de komst van de alginaatfabriek dat het bedrijf een deel van het afvalwater niet meer zelf hoeft te zuiveren. Voor het waterschap is het industriële afvalwater van de zuivelfabriek een nuttig product voor het winnen van grondstoffen, omdat het minder vuil is dan huishoudelijk afvalwater. Overigens werkt waterschap Vallei en Veluwe aan de komst van een alginaatfabriek bij Apeldoorn, waar alginaat uit huishoudelijk afvalwater zal worden gewonnen.
De bouw van de fabriek in Zutphen begint in het voorjaar van 2017. De ingebruikname volgt naar verwachting een klein jaar later.