Op verzoek van de Deltacommissaris bracht de Universiteit Utrecht in kaart welke gevolgen een zeespiegelstijging van twee meter en van vijf meter zou hebben voor Nederland. “Opvallend hoever landinwaarts de gevolgen dan merkbaar zullen zijn.”
“We hebben willen laten zien wat er bij deze twee gradaties van zeespiegelstijging vanuit de de delta bezien gebeurt, inclusief het huidige waterbeheersysteem maar nog zonder extra maatregelen te treffen”, benadrukt Kim Cohen. Cohen is Docent-Onderzoeker Fysische Geografie bij de Universiteit Utrecht en is een van de auteurs van de studie ‘Wat wil de delta?’ (pdf) die resulteerde uit het verzoek van de Deltacommissaris.
“Het was onze bedoeling om letterlijk en figuurlijk in kaart te brengen wat de gevolgen zouden zijn. Er is natuurlijk al heel veel van zulk onderzoek gedaan en op onderdelen was veel al uitgezocht. Wij hebben een poging gewaagd om overzicht te geven.” Als de zeespiegel twee meter stijgt, heeft dat logischerwijs wat minder gevolgen dan een stijging met vijf meter, maar ze verlopen wel langs de zelfde lijnen. Bij een zeespiegelstijging van vijf meter zijn de gevolgen ook in het rivierengebied en IJsseldal in het oosten van Nederland best ingrijpend.
Binnendijks worden gebieden drassig, brak grondwater kwelt naar het oppervlak. Het waterpeil in de rivieren stijgt over de volle lengte. Ook zullen buitendijkse gebieden langs rivieren en de kust vaker onder water komen te staan en groeit de kans op dijkdoorbraken. Volgens de onderzoekers lopen de meeste Waddeneilanden en oevers van zeearmen als de Westerschelde het risico af te kalven.
Verrassend voor Cohen en zijn collega’s was vooral hoever landinwaarts de gevolgen van de zeespiegelstijging merkbaar zullen zijn. “De implicaties zijn ook voor het rivierengebied best groot. Zelf keek ik er ook wel van op wat er gebeurt met het risico van overstromingen, en hoe moeilijk het zal zijn om als het een keer mis gaat, per ongeluk ondergelopen polders nog weer leeg te kunnen malen.”
De onderzoekers hebben er bewust voor gekozen om terughoudend te zijn met beleidsvoorstellen. “Het ging er echt om een soort baseline te creëren: wat zijn de scenario’s? De volgende stap is natuurlijk een technische en maatschappelijke discussie op basis van die scenario’s over de vraag hoe we ermee om willen gaan – als een interdisciplinair vraagstuk.”
Het zou volgens Cohen een misvatting zijn om de conclusies uit het onderzoek te defaitistisch op te vatten. “Als je cynisch bent dan zeg je: het lukt toch niet om de klimaatverandering te stoppen, dus zal Nederland over tachtig tot honderdvijftig jaar met deze gevolgen te maken krijgen. Wij benadrukken wel steeds dat het met een progressief klimaatbeleid niet tot deze mate van zeespiegelstijging hoeft te komen.”