De toekomst vraagt misschien wel een radicaal andere strategie van de waterschappen dan ze nu gewend zijn. Dat was de boodschap van het NSOB-essay ‘Het Nieuwste Waterschap’ bij het 90-jarig jubileum van de Brabantse Waterschappenbond in 2020. Die boodschap bleek niet aan dovemansoren gericht. Er komt een landelijk vervolg.
door Corien Lambregtse
De Brabantse Waterschappenbond wilde bij zijn 90-jarig jubileum in 2020 niet terug-, maar vooruitkijken. Waar gaat het heen, wat zien we gebeuren en welk soort waterschappen zijn er in de toekomst nodig? De bond vroeg de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) en kenniscentrum BrabantKennis om mee te denken over de toekomst. Martijn van der Steen, adjunct-directeur van de NSOB en hoogleraar Strategie en Toekomst aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, was een van de begeleiders van dit traject.
Van der Steen: “We zijn samen met de bestuurders en medewerkers van de Brabantse waterschappen gaan onderzoeken wat er de komende jaren verandert. Daarbij keken we zowel naar de Brabantse context, als naar de context van de waterschappen als geheel en de bestuurlijke context. We hebben alle veranderingen op een rij gezet en zijn die vervolgens gaan interpreteren."
De uitdaging was om daarbij niet alleen te kijken naar wat er meer of beter moet, maar vooral ook naar wat er anders wordt, schetst Van der Steen. "We zijn standaard geneigd om vanuit het nu en in continuïteit te denken, maar het levert veel meer op als we open staan voor discontinuïteit. Het besef dat we heel veel dingen over de toekomst nog niet weten, helpt om radicaal anders te denken. Er zijn vast en zeker andere oplossingen en mogelijkheden dan we nu kunnen zien.”
Veranderingen
De zoektocht naar signalen en interpretaties is samengevat in het rapport ‘Het Nieuwste Waterschap’, met als doel de Brabantse waterschappen aan te zetten om verder na te denken over veranderingen. Van der Steen: “Het is mooi om te zien dat de waterschappen daar inmiddels volop mee bezig zijn: nadenken over vraagstukken en nieuwe strategieën voor de toekomst. Niet alleen op het gebied van waterveiligheid, maar bijvoorbeeld ook op het gebied van digitalisering en op het gebied van samenwerking."
Daar horen allerlei vragen bij, aldus de hoogleraar. "Zoals: welke impact heeft de toepassing van artificial intelligence op de waterveiligheid, wat zijn de risico’s daarvan en welke eisen stelt dit aan de cybersecurity? Hoe kunnen waterschappen meer samenwerken met andere overheden, burgers en maatschappelijke organisaties? Zijn de waterschappen daar als functionele democratieën wel toe in staat? Wat is het effect van de politisering van de waterschappen? Over al dat soort vragen wordt nu intensief doorgedacht.”
Klimaatschappen
De waterschappen hebben volgens Van der Steen vaak ten onrechte het imago dat ze niet erg innovatief en vooruitstrevend zijn. “Ik zie juist dat er van alles gebeurt binnen de waterschapswereld, bijvoorbeeld als het gaat om de klimaatverandering en energietransitie. Er zijn waterschappen die daarin ver vooroplopen. Die hebben het al over klimaatschappen in plaats van waterschappen. Misschien is dit minder bekend, omdat de waterschappen meer in de luwte opereren dan andere overheden. Die luwte heeft echter ook voordelen. Bij de waterschappen ligt de focus wat meer op de lange termijn dan op de waan van de dag.’
Toch zijn er ontwikkelingen dat ook de waterschappen politieker worden. “Als dat gebeurt, ontstaat er meer politiek debat en verandert mogelijk ook de bestuursstijl binnen waterschappen. Het is belangrijk om daar nu al over na te denken. Als een stroming in een bepaalde richting gaat, is die niet te keren. Dat weten de waterschappen als geen ander. Maar je moet er wel bij zijn om de stroming bij te sturen en te begeleiden.”
Landelijk vervolg
Mede door het rapport is er een beweging op gang gekomen die inmiddels verder gaat dan de Brabantse waterschappen alleen. Van der Steen: “De Unie van Waterschappen heeft ons gevraagd om dit denkproces samen met alle waterschappen te starten. We hebben in het voorjaar 2022 drie sessies gehad met de vertegenwoordigers van alle waterschappen om veranderingen te signaleren en te interpreteren. De deelnemers hebben in hun eigen organisaties hiervoor input opgehaald."
In het najaar komt er een rapport. "Daarin brengen we verslag uit welke veranderingen en trends in beeld zijn en wat de uitdagingen voor de toekomst zijn. Dit inzicht kan de waterschappen helpen om de relevante thema’s en strategie voor de toekomst te bepalen. Ook daarbij geldt: misschien moet er meer of moet het beter, maar waarschijnlijk moet het vooral anders dan nu.”
LEES OOK IN DEZE SERIE
Digitale transformatie: 'Werk waterschappen verandert fundamenteel'
OR Rivierenland: ‘We moeten van ons eigen eilandje afkomen’
Stefan Kuks: 'De waterschappen moeten duidelijk maken dat er grenzen zijn'