Optimaliseren van het beheer van het watersysteem is niet langer toereikend om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen: er zijn oplossingen buiten het waterbeheer nodig. Dat is 'de kernboodschap' van de gezamenlijke overheden in het Deltaprogramma 2025, schrijft deltacommissaris Co Verdaas in zijn aanbiedingsbrief aan minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat.
Door klimaatverandering staat de vitaliteit van onze delta steeds meer onder druk, aldus Verdaas in zijn eerste aanbiedingsbrief als deltacommissaris. “We moeten op zoek naar een nieuwe balans. Tegelijkertijd zien we verlies aan biodiversiteit en gezond bodemleven. Het ecologisch functioneren van wateren en natuurgebieden staat door klimaatverandering onder toenemende druk.”
Bij plannen voor nieuwe woningen en bedrijventerreinen wordt nog onvoldoende rekening gehouden met het klimaat van de toekomst waarin we vaker te maken krijgen met extreem weer, aldus Verdaas. Naast de onverkorte inzet op waterveiligheid is er meer ruimte nodig om water van piekbuien te bergen en vast te houden voor drogere periodes. Ook moet scherper worden gekeken naar nieuwe projecten die veel water vragen in gebieden waar nu al een tekort aan zoetwater is. Het langetermijnperspectief voor agrariërs in deze gebieden vraagt eveneens aandacht.
In zijn rol als regeringscommissaris voor het Nationaal Deltaprogramma doet Verdaas 4 aanbevelingen aan de minister:
1. ‘Denk groter en kijk vooruit: doorbreek de impasse’
Verdaas doet hiermee een beroep op minister Madlener om de impasse te doorbreken en richting te geven aan de ruimtelijke inrichting van het ‘fysieke domein’. Dat proces wordt volgens de deltacommissaris nog altijd gekenschetst door ‘gebrek aan uitvoeringskracht en perspectief’.
“Sectorale opgaven buitelen over elkaar heen en strijden om voorrang. Nog altijd worden investeringsplannen gelanceerd waar we op de lange termijn spijt van kunnen krijgen. Bijvoorbeeld omdat we te weinig rekening houden met weersextremen en met de noodzaak water te bergen en vast te houden.”
Om vooruitgang te boeken is het nodig goed in kaart te brengen welke opgaven in de fysieke leefomgeving in een regio spelen en hoe deze samenhangen, wat de randvoorwaarden er vanuit 'Water en Bodem Sturend' zijn, welke investeringen nodig zijn en welke instrumenten kunnen worden ingezet, somt Verdaas op. “Ook de Europees-wettelijke verplichtingen voor water en natuur moeten daarbij worden meegenomen.”
Het is nodig, aldus Verdaas, om op regionale schaal ruimtelijk richting te geven aan een klimaatrobuuste toekomst en de daartoe benodigde investeringen. “Zelfs als we weten wat nuttige volgende stappen zijn op weg naar een klimaatbestendig Nederland blijkt het lastig deze consequent te zetten. Overheden wijzen naar elkaar en wachten op geld of kaders. Bedrijven en investeerders vragen om richting voor de (middel)lange termijn.”
De deltacommissaris kondigt aan dat er met de herijking van de deltabeslissingen ingrijpende keuzes aankomen. “Over de toekomst van de Rijn-Maasmonding en vervanging van de Maeslantkering bijvoorbeeld en over de verdeling van het steeds schaars wordende zoetwater over de gebieden in het land.”
2. ‘Geef water de ruimte'
Maak ruimte om te veel neerslag te bergen en water vast te houden voor drogere zomers, aldus Verdaas. Het verdient aanbeveling, zo stelt hij, om per regio kwetsbaarheden en risico’s in beeld te brengen voor een ‘volhoudbare waterbalans’. “We zullen als land opnieuw moeten leren leven met zowel te veel als te weinig water. Wat accepteren we als risico bij een teveel aan water?"
3. 'Geef helderheid aan gebieden met een reserveringszone’
Water bergen en vasthouden vergt steeds meer ruimte, stelt Verdaas. Daarom adviseert hij om bij ‘de lopende herijking van de ruimtelijke reserveringen onder regie van de minister van IenW’ in kaart te brengen welke perspectief er is voor gebieden die onder een reserveringsruimte komen te vallen.
4. ‘Investeer tijdig in het op orde krijgen van voldoende uitvoeringskracht’
De deltacommissaris wijst erop dat aanpassen aan klimaatverandering veel inspanning vraagt die ook nog eens 'significant zal toenemen'. Dat betekent dat er ‘voldoende menskracht, kennis en budget’ beschikbaar moet zijn. Daar moet werk van worden gemaakt want het knelt op die punten, aldus Verdaas.
Hij dringt voor financiële zekerheid op de lange termijn aan op nominale groei van budgetten in het Deltafonds, zoals hij vorig jaar ook deed bij de extra investeringsopgave voor de dijkversterking. Met extra budget kunnen Rijkswaterstaat en de waterschappen tempo blijven maken om de dijken aan de veiligheidsnormen te laten voldoen, stelt Verdaas.
Uitvoerkingskracht vraagt evenzeer om aandacht, aldus de deltacommissaris. Om voldoende menskracht en kennis veilig te stellen moet het kabinet wat hem betreft in de slag met de onderwijsinstellingen en werkgevers om afspraken te maken over (bij)scholen van professionals. "Opdat wij de klus kunnen klaren."
LEES OOK
Kabinet: nieuwe afspraken HWBP en Ruimte voor de Rivier
Deltaprogramma
In het Nationaal Deltaprogramma 2025, dat vandaag door minister Madlener namens het kabinet aan de Tweede Kamer is aangeboden, wordt de voortgang in beeld gebracht van de maatregelen die Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samen nemen om Nederland klimaatbestendig te maken.
In het nieuwe Deltaprogramma wordt bevestigd dat de opgaven groter worden. “We krijgen vaker te maken met hoogwater, wateroverlast en zoetwatertekorten.”
Deltafonds
Het Deltafonds, de financiële basis voor de maatregelen die voortvloeien uit het jaarlijkse Deltaprogramma, heeft voor de hele looptijd van 2015 tot 2050 een budget van 28 miljard. Dat is te weinig, aldus Verdaas. De verwachting is dat er tot 2050 niet met 28 miljard maar met 41 miljard euro moet worden gerekend, wat vooral is toe te schrijven aan de dijkversterking waar veel meer geld voor nodig is (ruim 12 miljard euro) dan aanvankelijk gedacht.