secundair logo knw 1

Er waren verschillen bij onder meer het startmoment en de uitvoering van droogte-inspecties I foto: Waterschap Rivierenland / Cees van der Wal

Waterschappen zijn verschillend omgegaan met waterkeringen tijdens de langdurige droogte in 2018, blijkt uit een inventarisatie van STOWA. Zo zijn er duidelijke verschillen bij het startmoment, de frequentie en de uitvoering van droogte-inspecties. De meeste waterschappen zijn niet meer schadebeelden tegengekomen dan in eerdere droge jaren.

Het kenniscentrum STOWA heeft in 2008 richtlijnen opgesteld om de kwaliteit van waterkeringen onder extreme weersomstandigheden te waarborgen. Waterschappen hebben echter de vrijheid om eigen protocollen en werkwijzen te hanteren. Hierdoor ontstaan aanzienlijke verschillen in hoe waterbeheerders handelen tijdens een droge periode, vertelt projectmedewerker Britt van Haastregt van STOWA die het overzicht heeft opgesteld. “Er waren vorig jaar verschillen in het moment dat waterschappen met droogte-inspecties zijn gestart, de frequentie van deze inspecties, de hoeveelheid keringen die zij controleerden en het aantal problemen dat zij tegenkwamen.”

Veenkeringen meest kwetsbaar
Van Haastregt nam in het kader van een stage bij STOWA de situatie bij tien waterschappen onder de loep. “Het gaat vooral om waterschappen in het westen en noorden met veel veenkeringen. Deze keringen zijn het meest gevoelig voor aanhoudende droogte.” Ongeveer 30 procent van de tienduizend kilometer aan regionale keringen zijn veenkeringen. Bij droogte verdampt water uit de veenkade. Daardoor neemt het gewicht af en ontstaan er droogtescheuren.

STOWA adviseert om vanaf een neerslagtekort van 150 millimeter het inspecteren van waterkeringen voor te bereiden en vanaf 175 millimeter te starten met inspecties. “Sommige waterschappen beginnen al eerder”, zegt Van Haastregt. “De Stichtse Rijnlanden, Rijnland en Wetterskip Fryslân inspecteren vanaf 150 millimeter de meest droogtegevoelige waterkeringen. Andere waterschappen beginnen juist wat later met inspecties, bijvoorbeeld Waternet bij een neerslagtekort van 200 millimeter.”

Enkele waterschappen voerden in 2018 geen droogte-inspecties uit, omdat de dreiging in hun gebied niet hoog genoeg was. Dit geldt voor Scheldestromen en voor Vallei en Veluwe. Zij hebben de keringen wel intensiever in de gaten gehouden.

Vaak selectie van keringen
Er zijn ook verschillen in de hoeveelheid keringen die aan een controle zijn onderworpen. Van Haastregt: “Sommige waterschappen hebben in hun protocol opgenomen dat zij alle groene keringen bij droogte inspecteren. De meeste waterschappen hebben een selectie gemaakt van de meest kwetsbare waterkeringen. Naarmate het steeds droger wordt, controleren ze steeds meer keringen.”

Waterschappen namen tevens andere maatregelen. “Een aantal heeft een beweidingsverbod ingesteld om de grasmat te beschermen”, zegt Van Haastregt. Veel waterschappen hebben volgens haar analyse een kritische houding tegenover beregenen. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is het enige geïnterviewde waterschap dat keringen beregende vanaf een neerslagtekort van ongeveer 100 tot en met 150 millimeter.

Meeste scheuren vanzelf hersteld
Hoe groot was de schade afgelopen jaar? Dat valt eigenlijk nog mee, aldus Van Haastregt. “De meeste waterschappen kwamen naar eigen zeggen niet meer schadebeelden tegen dan in eerdere droge jaren.”

De waterschappen zijn tijdens hun inspecties vooral scheuren, lekkages en verdroogde grasmatten tegengekomen. “Elk waterschap constateerde droogtescheuren in klei- en veendijken. De meeste scheuren herstelden zich vanzelf toen het weer begon te regenen. Sommige brede en diepe scheuren moesten echter handmatig worden gedicht.” Een waardevol inzicht is dat gemaaid gras meer lijkt uit te drogen dan niet gemaaid gras.

STOWA publiceert binnenkort het volledige rapport op de eigen site. Van Haastregt: “Waterschappen communiceren tijdens een droogteperiode onderling, maar weten toch niet goed hoe andere waterschappen precies te werk gaan. Het overzicht draagt bij aan een beter beeld, zodat zij van elkaars sterke en minder sterke punten leren. Ook kan zo worden gestreefd naar meer landelijke uniformiteit.”

 

MEER INFORMATIE
STOWA over belangrijkste bevindingen van overzicht 
Eerste resultaten van beleidstafel droogte 
Artikel Leren van de droogte (magazine H2O)

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Prachtplan Jos ! Nog een argument voor: grondwater is minder kwetsbaar dan oppervlaktewater in tijden van oorlogsdreiging. 
Plan B ja de Haakse zeedijk voor de kust van Nederland maar zelfs ook Belgie en Denemarken!
De grootste veroorzaker van de kostenstijgingen op water, energie en brandstof is de Rijksoverheid. De aandacht kan beter daar op gevestigd worden. De verhoging door de investeringen voor de drinkwaterleidingen is marginaal. Wel een verdiept in de belasting op leidingwater (voor kleingebruikers tot 300m3) van 0,5 EURO per m3? 
Om het helemaal compleet te maken neem ik aan dat beide heren met een zeilboot uit 1624 naar Nederland zijn gekomen om de CO2 voetprint niet teveel te verhogen.