Zorg voor een democratischer proces van kennisontwikkeling door goed naar burgeronderzoekers te luisteren. En meet of het waterbewustzijn werkelijk is vergroot, als dit een belangrijk doel van een citizen science project is. Dit zijn aanbevelingen van het Rathenau Instituut dat de inzet van burgers bij onderzoek naar waterkwaliteit heeft bestudeerd.
Het nationale slootjesonderzoek, het tellen van waterdiertjes en het vangen van ‘watermonsters’ zijn bekende voorbeelden van onderzoeken door vrijwilligers in verband met de kwaliteit van water. Het was een interessant onderwerp om onder de loep te nemen, vertelt onderzoeker Anne-Floor Scholvinck van het Rathenau Instituut.
“Er zijn veel initiatieven en we proefden bij organiserende partijen ook een groot enthousiasme om het publiek erbij te betrekken. Dat was leuk om te constateren. Het gaat echter vaak puur om het meten en bemonsteren van oppervlaktewater en daarin levende diertjes en planten. Burgers hebben meestal geen inspraak bij de onderzoeksopzet.”
Democratisering van wetenschap onderbelicht
Het Rathenau Instituut houdt zich bezig met het onderzoek en debat over de impact van wetenschap, innovatie en technologie op de samenleving. Een belangrijke ontwikkeling binnen de wetenschap is open science en het betrekken van de samenleving. Het instituut heeft uit eigen initiatief gekeken naar hoe het publiek wordt betrokken op drie wetenschapsgebieden: psychiatrie, onderwijsonderzoek en waterkwaliteit. De bevindingen uit het laatste gebied zijn vastgelegd in het rapport Open science op de oever met als ondertitel Publieke betrokkenheid bij onderzoek naar waterkwaliteit.
“Iedereen in de wetenschapswereld roept nu dat open science de toekomst is”, licht Scholvinck toe. “Het uitgangspunt van het Rathenau Instituut is het publiek belang. Het huidige debat over open science gaat vooral over vrije toegang tot publicaties en betere beschikbaarheid van data. Hiermee blijft in onze ogen de democratisering van wetenschap onderbelicht, terwijl dat juist in het belang van het publiek is. Burgerwetenschap is een onderdeel van open science. Daar hebben we ons specifiek op gericht op het terrein van waterkwaliteit.”
Tweerichtingsverkeer tussen wetenschappers en samenleving
Scholvinck pleit voor meer tweerichtingsverkeer bij wetenschappelijke onderzoeken. “Je moet voor echte open science het publiek intensief betrekken bij de opzet van onderzoeken. Spreek vooraf met burgers over waarom voor een bepaald onderzoek wordt gekozen, waarover het onderzoek gaat en hoe dit wordt ingericht. Die dialoog is er nu weinig. De watersector is een strak georganiseerd veld, waar amper plaats is voor burgers aan de tafel.”
Het kan ook anders, leert de ervaring in de psychiatrie. Hier praten cliëntenorganisaties steeds meer mee over de onderzoeksagenda. “Zij worden als belanghebbenden betrokken bij de besluitvorming”, zegt Scholvinck. “Het hoeft niet altijd zo te zijn dat individuele burgers een bijdrage leveren. Bijvoorbeeld natuur- en milieuorganisaties en sportvisserijverenigingen kunnen optreden als vertegenwoordigers van een specifiek publiek.”
Vergroten van waterbewustzijn vaak belangrijk
Partijen in de watersector hebben dikwijls niet alleen een wetenschappelijk doel om burgers in te zetten, maar ook een maatschappelijk doel. Het bevorderen van waterbewustzijn is vaak belangrijk, merkt Scholvinck op. “Dat is iets heel anders dan de wetenschap vooruit helpen. Het is echter opvallend dat er vrij weinig wordt gemeten of de beoogde vergroting van het waterbewustzijn ook werkelijk is bereikt.”
‘Burgers vinden de toepassing van kennis van groot belang. Dat moet voor wetenschappers een extra stimulans zijn om maatschappelijke impact te creëren.’
Scholvinck en de drie andere onderzoekers bestudeerden ook de vraag: wat is de opbrengst van een onderzoek voor deelnemende burgers? Het antwoord is: mensen doen mee omdat ze het leuk vinden en begaan zijn met de natuur of de waterkwaliteit. “Zij vinden de toepassing van kennis van groot belang. Dat moet voor wetenschappers een extra stimulans zijn om niet alleen te publiceren over het onderzoek, maar ook maatschappelijke impact te creëren. Bijvoorbeeld door met de resultaten in de hand invloed uit te oefenen op waterbeleid en -beheer.”
Daarvoor is volgens de onderzoeker een vruchtbare bodem in de watersector. “Het viel me op dat wetenschappers veel oog hebben voor het maatschappelijke belang van het vakgebied.” Zij schrok wel van de staat van de Nederlandse waterkwaliteit. “Zoals het bij lange na niet halen van KRW-doelen in 2027. Dat was nieuw voor mij.”
Zoeken naar meer diepgang
Vaak wordt gedacht dat burgerwetenschap goedkoop is. Dit is niet per definitie het geval, zegt Scholvinck. “Er zijn inderdaad onderzoeken die veel te kostbaar worden, als professionals die doen. Maar je moet bij burgeronderzoek investeren in voorbereiding, beschikbaarheid van apparatuur en testkits, begeleiding van vrijwilligers en verwerking van gegevens. Doe het daarom niet als pure kostenbesparing.”
Burgerwetenschap neemt een hoge vlucht binnen de watersector. Scholvinck komt nog met enkele tips. “Breid niet alleen in kwantiteit uit, maar zoek juist ook de diepgang. Ga intensiever de dialoog aan met burgers. Denk verder goed na over wat je bijvoorbeeld als waterschap met een bepaald onderzoek wil bereiken. Betrek burgers niet alleen maar, omdat andere waterschappen dit ook al doen.”
MEER INFORMATIE
Toelichting Rathenau Instituut op het onderzoek
Rapport Open science op de oever
H2O-bericht: grote actie Vang de watermonsters
H2O-bericht: geen gunstig beeld waterkwaliteit bij tellen waterdiertjes
H2O-bericht: 6,1 voor waterkwaliteit bij slootjesonderzoek 2019
H2O-vakartikel: de succesfactoren voor citizen science
H2O-vakartikel: verbreding van citizen science