De grasmat aan de landzijde van de Vechtdijk tussen Dalfsen en Zwolle is beter bestand tegen overstromingen dan gedacht. Aan de rivierzijde gaat het mis bij grote golven. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Gras op zand’ van Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta).
"Aan de rivierzijde zal de dijk voor een deel versterkt moeten worden", zegt projectleider Philippe Schoonen van WDODelta. "Maar aan de landzijde is de grasmat sterker dan we hadden gedacht. Er was veel water nodig voordat hij stuk ging."
Eind 2020 begon WDODelta samen met Deltares, Infram-Hydren en de Radboud Universiteit Nijmegen met praktijkproeven om de sterkte van de grasbedekking op de Vechtdijken te bepalen. Op drie locaties zijn golven nagebootst die over en op de dijk klotsen. Eerder dat jaar deed het waterschap al een vergelijkbare proef langs de IJssel bij Harculo.
Het doel was mede om een passende rekenregel te ontwikkelen voor zandrijke dijken. De bestaande rekenregels zijn hiervoor eigenlijk niet geschikt, omdat ze gebaseerd zijn op kleidijken.
Golfklappen
De 15 kilometer lange Vechtdijk tussen Zwolle en Dalfsen wordt vanaf 2027 aan beide zijden versterkt in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). De kosten voor het project Veilige Vecht zijn geraamd op 175 miljoen euro, maar dat bedrag is mede afhankelijk van de sterkte van de grasmat.
Tijdens de proeven, die ook door het HWBP zijn gesubsidieerd, is veel meer water over de dijk gestroomd dan dat bij extreem hoogwater op de Vecht wordt toegestaan. "De verwachting was dat de grasmat op alle plekken kapot zou gaan", zegt Schoonen. "Maar in meer dan de helft van de situaties gebeurde dat niet."
Ook is getest of de grasmat tegen zogenaamde golfklappen kan, grote hoeveelheden water die in één keer op de dijk vallen wanneer een golf breekt op de rivierzijde. Dat bleek niet het geval. "Alleen kleine golven, tot circa 40 centimeter, kan hij aan."
Kleilaag
Deze resultaten betekenen dat de bovenkant van de dijk waarschijnlijk minder opgehoogd hoeft te worden en dat een groot deel van de grasbekleding aan de landzijde minder versterkt hoeft te worden. Dat scheelt in de kosten (mogelijk zo'n 35 tot 45 miljoen euro) en het landschap wordt gespaard.
Onderzocht wordt nu welke maatregelen aan de rivierzijde nodig zijn. Een van de opties is het aanbrengen van een kleilaag, maar volgens Schoonen zijn er meer. "Denk aan het verflauwen van het talud, dus een minder steile helling, of kunststof matten."
In de proeven is tevens gekeken naar het effect van bijvoorbeeld kruidenrijke grassen en humusrijke grond op de sterkte van de grasmat, maar dat is niet gebleken. Dat wil niet zeggen dat het er niet is, benadrukt Schoonen. "Alleen dat wij het, helaas, niet hebben gevonden."
MEER INFORMATIE
Innovatieproject ‘Gras op zand’
Samenvatting resultaten onderzoek
H2O-bericht: WDOD test sterkte gras op zanddijken langs de Vecht
H2O-bericht: Hoe sterk is gras op zand als dijkbekleding nu werkelijk?