secundair logo knw 1

Zijn water en bodem sturend of richtinggevend bij plannen voor woningbouw? Wees daarover niet te dogmatisch, zegt Tweede Kamerlid Pieter Grinwis (ChristenUnie) in een nieuwe aflevering van de H2O-podcast De Toekomst van Ons Water.

Grinwis groeide op met de traumatische herinnering aan de watersnoodramp in Zeeland in zijn familiegeschiedenis op Goeree Overflakkee. Van 2010 tot 2015 was hij adviseur van deltacommissaris Wim Kuijken. “In die tijd was in de waterwereld de gedachte al aanwezig dat water en bodem een dominantere plek zouden moeten krijgen in ruimtelijke ordening en plannen voor woningbouw”, vertelt Grinwis.

Politiek was het idee nog niet verankerd. Daarin bracht Grinwis als nieuwbakken Kamerlid verandering. “Ik heb me ervoor ingespannen dat er in het coalitieakkoord van het kabinet Rutte 4 een zin kwam dat ‘water en bodem sturend’ moesten zijn bij ruimtelijke planvorming. Dat is bepalend geworden in beleid.”

Assertiever
Grinwis vindt dat waterschappen meer op hun strepen mogen staan en niet te snel in een coöperatieve modus moeten schieten als woningbouw conflicteert met waterbelangen. “Ik vind dat waterschappen zich wat assertiever mogen opstellen bij bouwplannen. Gemeenten en provincies zouden als eerste aan het waterschap moeten vragen: Is het vanuit de waterhuishouding verstandig om op die plek te bouwen?”

Het huidige kabinet lijkt de leidende principes van water en bodem weer af te zwakken. Minister Mona Keijzer van ruimtelijke ordening spreekt liever over richtinggevende dan sturende principes. Kamerlid Grinwis tilt daar niet te zwaar aan. “Als je water en bodem letterlijk neemt, zou je geen woningbouw meer mogen doen in het laaggelegen westen van Nederland. Dat heb ik er nooit mee bedoeld. Het is geen dogma, maar een belangrijke belangenafweging om veilig te kunnen wonen.”

“Ik ben er niet met gestrekt been ingegaan tegen dit kabinet toen minister Keijzer zei dat water voor haar richtinggevend is bij bouwplannen. Sturend of richtinggevend; what’s in a name? Het gaat er mij om dat we niet vanuit rancune tegen natuur en water allerlei waardevolle inzichten bij het grofvuil zetten.”

Bouwen rond IJsselmeer
Het ChristenUnie-Kamerlid is voor een radicaal verbod op het bouwen van woningen in het winterbed van de grote rivieren, zoals vastgelegd in de actualisatie Beleidslijn Grote Rivieren. Maar voor de buitendijkse gebieden rond het IJsselmeer wil hij een uitzondering maken.

“Het is mij te dogmatisch om langs de meren dezelfde benadering toe te passen als in de uiterwaarden van de rivieren. Rond het IJsselmeer kennen we de oude poldertraditie van landaanwinning. Ik pleit daar voor een pragmatische benadering. Met name rond het Markermeer en de randmeren is er ruimte voor buitendijkse woningbouw. Vanuit waterveiligheid zijn de meren van een andere orde dan de rivieren.”

Eind vorig jaar nam de Tweede Kamer een motie aan van Pieter Grinwis en VVD-Kamerlid Peter De Groot met de strekking dat er woningbouw mogelijk moet zijn langs het IJmeer, Eemmeer, Gooimeer en Markermeer. Voor IJburg Fase 2, Almere Duin/Poort en Almere Haven zijn vergevorderde plannen.

Kosten HWBP
Over de oplopende kosten van het hoogwaterbeschermingsprogramma maakt Kamerlid Grinwis zich ‘grote zorgen’, legt hij uit in de podcast. Het prijskaartje van een kilometer dijkversterking is de afgelopen jaren verdubbeld. “De prijzen van projecten in grond- weg en waterbouw stijgen sneller dan welke indexatie kan bijhouden. Het andere probleem is dat we miljarden aan budgettekort hebben. Het kabinet kan dit aanlengen uit het deltafonds. Maar dat betekent dat het voor andere projecten niet gebruikt kan worden, zoals Ruimte voor de Rivier 2.0.”


Beluister het volledige gesprek van Wim Eikelboom met Pieter Grinwis in de H2O-podcast De Toekomst van Ons Water: 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.

Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.
Met alle respect, maar ik kan me weer niet aan de indruk onttrekken dat hier oneigenlijk "behoud" van...ja van wat...? een heel belangrijke rol speelt vanuit oa. Rijkswaterstaat. Nogmaals kijkend naar het totale project van Ir. Lely en de doordachte gevolgen van eea. moeten we dit derde grote inpolder traject gewoon oppakken om meer balans te verkrijgen in alles. En no1, meer woningbouw ruimte wordt er in een klap mee opgelost! Anders mag men aan inpoldering Dogeland gaan denken in de Noordzee..., want we moeten hoe dan ook meer land erbij krijgen om alle problemen op te lossen.  
Is het niet van-den-zotten-in-het-kwadraat dat de rechterlijke macht de overheid moet veroordelen tot het naleven van de door haar zelf gemaakte wetgeving?
"En zij vreesden met groote vreeze!"  staat er in de Bijbel. Wat een negatief stukje. De rechter heeft een dwangsom opgelegd voor 2030. Minister Wiersma heeft nog even de tijd om met een oplossing te komen.