secundair logo knw 1

Waterschap Hollandse Delta test dit jaar op drie plekken oeverbeschoeiingen van wilgentenen met een jute textiel. ‘Dit past in een trend om zoveel mogelijk te werken met natuurlijk en hernieuwbare materialen.’

Wilgenhout werd van oudsher gebruikt als dijkversterker of in de wegenbouw. Tegenwoordig wordt er bijna standaard gekozen voor materialen als plastic of piepschuim. “Maar met de strategische uitdagingen waar we in Nederland voor staan, wordt het steeds belangrijker om te zetten op duurzaamheid en circulariteit”, zegt Selene Hoogeveen, strategisch beleidsadviseur bij Hollandse Delta.

In dit geval wil het waterschap daarom teruggrijpen op een oude toepassing van wilgenhout, namelijk gebruik in oeverbeschoeiingen. Hollandse Delta gaat de toepassing op drie locaties testen: in Rockanje, Vierpolders op Voorne-Putten en Middelharnis op Goeree-Overflakkee. “We willen graag zien hoe de beschoeiing zich houdt bij bijvoorbeeld getijdewisselingen en ook onderzoeken of er zo een natuurlijke oeverbescherming ontstaat.”

Afhankelijk van de resultaten van de test, gaat Hollandse Delta de combinatie van wilgentenen in en textiel ook op andere plaatsen toepassen. “Zo kunnen we het gebruik van kunststof verder terugdringen en een bijdrage leveren aan de duurzaamheidsdoelstellingen.”

Een hackaton, een soort brainstorm georganiseerd door Blue City, over de toepassingen van wilgenhout, bracht Hollandse Delta op het idee deze toepassing van wilgentenen te gaan testen. “Dit soort bijeenkomsten, met mensen van overheden, uit het bedrijfsleven en van kennisinstellingen, zijn ontzettend belangrijk om nieuwe inspiratie op te doen. Dat is echt waardevol, want we staan voor een grote opgave en we die zullen we echt samen aan moeten pakken.”

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.

Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.
Met alle respect, maar ik kan me weer niet aan de indruk onttrekken dat hier oneigenlijk "behoud" van...ja van wat...? een heel belangrijke rol speelt vanuit oa. Rijkswaterstaat. Nogmaals kijkend naar het totale project van Ir. Lely en de doordachte gevolgen van eea. moeten we dit derde grote inpolder traject gewoon oppakken om meer balans te verkrijgen in alles. En no1, meer woningbouw ruimte wordt er in een klap mee opgelost! Anders mag men aan inpoldering Dogeland gaan denken in de Noordzee..., want we moeten hoe dan ook meer land erbij krijgen om alle problemen op te lossen.  
Is het niet van-den-zotten-in-het-kwadraat dat de rechterlijke macht de overheid moet veroordelen tot het naleven van de door haar zelf gemaakte wetgeving?
"En zij vreesden met groote vreeze!"  staat er in de Bijbel. Wat een negatief stukje. De rechter heeft een dwangsom opgelegd voor 2030. Minister Wiersma heeft nog even de tijd om met een oplossing te komen.