Waterschap Hunze en Aa’s tekent beroep aan bij de Raad van State tegen het besluit van minister Stef Blok van Economische Zaken en Klimaat om het bedrijf Nedmag toestemming te geven voor het winnen van zout uit nieuwe bronnen bij Veendam. Door deze zoutwinning heeft het waterschap te maken met forse kosten. Gesprekken met het zoutwinbedrijf over compensatie hebben niets opgeleverd, stelt Hunze en Aa’s. “Wat Nedmag biedt en wat wij vragen, ligt mijlenver uit elkaar”, zegt dagelijks bestuurslid Fien Heeringa.
Het waterschap wil goede afspraken maken over de vergoeding, ook voor de periode nadat Nedmag is gestopt met de zoutwinning. “We vinden dat het instemmingsbesluit hierin moet voorzien en dit is nu niet het geval. Daarnaast stellen we beroep in omdat we vinden dat het besluit van de minister onvoldoende zorgvuldig tot stand is gekomen”, aldus het waterschap.
Nedmag wint sinds 1972 magnesiumzout bij Veendam, waar zich op een diepte van zo’n 2000 meter een zoutlaag bevindt. Nu wil het bedrijf tot 2045 nog eens maximaal 3,7 ton magnesiumzout winnen. Daarvoor is eind 2018 een winningsplan ingediend bij het ministerie van EZK. De minister stemt nu in met de aanleg van 4 nieuwe bronnen in Borgercompagnie. Hervatting van de winning uit een bron in Tripscompagnie is beperkt toegestaan.
Uitvoering van het nieuwe winningsplan betekent dat de bodem in een vrij groot gebied rondom Veendam verder zal dalen, tot maximaal 95 centimeter, stelt Hunze en Aa’s. “Dit brengt forse kosten met zich mee voor ons waterschap. Zo moeten we bijvoorbeeld stuwen en gemalen aanleggen en kades verhogen om het waterbeheer aan te passen aan de dalende bodem. Dit vraagt investeringen. Daarnaast hebben we te maken met blijvende kosten: voor beheer, onderhoud en het energieverbruik van deze infrastructuur en op termijn vervangingsinvesteringen.”
Waarborg
Het waterschap richt in zijn beroep de pijlen op minister Blok van Economische Zaken. De bewindsman wordt het verwijt gemaakt dat hij in zijn definitieve instemmingsbesluit de financiële waarborg heeft geschrapt die nog wel in het concept stond. Die waarborg had betrekking op de aansprakelijkheid van Nedmag voor alle schade die het gevolg is van de zoutwinning. De minister heeft de waarborg om juridische redenen laten vallen, stelt het waterschap vast.
In zijn beroep vraagt het waterschap een uitspraak van de Raad van State over dit besluit. “Wij houden er een andere juridische lezing op na”, stelt het waterschap dat er bovendien niet mee kan leven dat een commerciële activiteit in het werkgebied leidt tot extra kosten voor het waterbeheer, wat ten laste zal komen van de belasting betalende ingezetenen.
Wat het waterschap de minister voorts verwijt is de manier waarop het instemmingsbesluit tot stand is gekomen. Dat is niet zorgvuldig gebeurt, aldus Hunze en Aa’s. Daarbij wijst het erop dat in de besluitvorming natuur, milieu, duurzaamheid en waterveiligheid onvoldoende zijn meegewogen. “Door de dalende bodem dalen kades en zijn meer stuwen en gemalen nodig om het waterbeheer te regelen. Dit maakt onze zorg voor voldoende water complexer en brengt meer risico’s op wateroverlast met zich mee.” Daarnaast worden leefgebieden voor met name vissen ingeperkt door de aanleg van de benodigde stuwen en gemalen, is het verwijt.
MEER INFORMATIE
Hunze en Aa’s wil compensatie voor extra kosten door zoutwinning