secundair logo knw 1

De Kralingse Plas. Foto Gemeente Rotterdam

De gemeente Rotterdam en Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard gaan dit najaar een miljoen kilo gemodificeerde klei inzetten om blauwalgen in de Kralingse Plas te bestrijden. De stort maakt deel uit van een pakket van 10 maatregelen.

Net als veel andere zwemwateren heeft ook de Kralingse Plas in Rotterdam iedere zomer te maken met de aanwezigheid van blauwalgen, die waterrecreatie onmogelijk maakt. In 2016 experimenteerde de gemeente Rotterdam met het toevoegen van waterstofperoxide. Dat had kortstondig effect, maar het jaar daarna waren de blauwalgen weer terug. Na een proef in maart, hebben gemeente en hoogheemraadschap nu gekozen voor het storten van Phoslock op de bodem. Deze lanthaan-houdende klei bindt fosfaten en gaat zo de groei van blauwalg tegen.

Het middel wordt wereldwijd toegepast. In Brabant werd het enkele jaren geleden gebruikt om blauwalgen in twee kleinere zwemwateren te bestrijden. “Daar heeft het succesvol uitgepakt,” zegt Miguel Lurling, universitair hoofddocent Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer aan de WUR. Lurling is als adviseur betrokken bij de plannen van de gemeente Rotterdam. “Dit is nu de eerste keer dat Phoslock in Nederland een waterlichaam van deze schaal wordt toegepast.”

Testen
Phoslock is in Australië ontwikkeld. Wageningen University voert er al sinds 2006 tests mee uit. De afgelopen maanden zijn in de Kralingse Plas zestien zogeheten enclosures in het water geplaatst. Dit zijn afgesloten kokers met een doorsnede van circa 95 centimeter en een hoogte van circa 2,3 meter. Lurling: “Deze laatste experimenten lieten zien dat deze aanpak in de specifieke omstandigheden van de Kralingse Plas werkt. Ik denk dat het in de strijd tegen de blauwalg heel goed is om dit soort testen vooraf te doen. Het hoort bij het maatwerk dat nodig is voor de bestrijding.”

Onderdeel van de aanpak is volgens Lurling ook dat de effecten van het storten van de gemodificeerde klei nauwlettend gemonitord worden. “Geen enkele plas in Nederland is geïsoleerd van zijn omgeving. Daarom zal het na een bepaalde tijd nodig zijn om een nieuwe onderhoudsdosis van de klei te storten. Wanneer dat precies is, wordt duidelijk door monitoring. Het hoogheemraadschap houdt de toestand van het water al goed in de gaten, dus misschien dat die nog enkele aanvullende metingen kunnen verrichten.”

Pakket van maatregelen
In de Kralingse Plas maakt het storten van de gemodificeerde klei deel uit van een pakket van tien maatregelen, waaronder verbeteringen aan een sluis en het aanpakken van riooloverstorten van omringende sloten. “Het begint ermee dat er een gedegen diagnose wordt gemaakt: wat zorgt ervoor dat er in een bepaalde plas de condities ontstaan voor de blauwalg om de groeien. Alleen als je dat weet, kun je een pakket maatregelen optuigen om het probleem aan te pakken.”

Lurling gelooft niet dat het voor alle plassen en meren in Nederland een goed idee zou zijn om deze gemodificeerde klei te gebruiken. Sommige waterlichamen zijn eenvoudigweg te groot, bijvoorbeeld. “Dan valt de maatschappelijke kosten-batenanalyse anders uit. Maar in zijn algemeen geldt wel, dat blauwalgen te bestrijden zijn. Het is echt mogelijk, mits het gedegen wordt aangepakt met een heldere probleemanalyse als basis.”

 

MEER INFORMATIE
H2O Actueel: Proef met Phoslock voor minder blauwalg in Kralingse Plas
Themapagina De Kralingse Plas

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.