Het schrijven van de bewindsvrouwen volgt op berichtgeving in de media (Zembla, de Volkskrant) vorige maand over het storten van 100.000 ton granuliet, dat gold als bouwstof waaraan een chemische stof was toegevoegd. Het restproduct was afkomstig van het bedrijf Bontrup in Amsterdam en kwam vrij bij de verwerking van graniet, dat gebruikt wordt voor de aanleg van asfaltwegen.
Ambtenaren van Rijkswaterstaat gaven aanvankelijk geen toestemming voor storten in de natuurplas, maar na bemoeienis van de top van de dienst werd de aangevraagde vergunning alsnog verleend, aldus de berichtgeving in genoemde media, die spraken over ‘een illegale afvaldump’.
De berichtgeving leidde tot ophef. Zo drong de gemeente West Maas en Waal er bij minister Van Nieuwenhuizen op aan de storting per direct te stoppen. In een reactie wees de vereniging van rivierwaterbedrijven RIWA erop dat de natuurplas in open verbinding staat met de Maas en verontreinigde stoffen zich kunnen verspreiden in het watersysteem.
Uitleg
De berichtgeving leidde ook tot Kamervragen met daarin het verzoek tot uitleg over de gang van zaken. De ministers schrijven nu dat Rijkswaterstaat in 2019 en 2020 twee onderzoeken heeft laten doen naar de kwaliteit van het granuliet. Uit de bemonstering bleek dat het materiaal voldeed aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk). Ook werden er geen afbraakproducten van flocculant aangetoond, schrijven de ministers.
De onderzoeken in 2019 en 2020 leidden tot de conclusie dat het toepassen van granuliet geen schadelijke gevolgen heeft voor de milieukwaliteit en de leefomgeving, aldus de Kamerbrief. Daarmee is de kous niet af, want de bewindsvrouwen laten een ‘review’ uitvoeren om de onrust bij omwonenden weg te nemen. Dat onderzoek naar de milieukwaliteit van granuliet zal in overleg met de provincie en de gemeente door een bureau worden gedaan dat tot dusverre niet bij de kwestie was betrokken.
Het te storten materiaal mag volgens het Besluit bodemkwaliteit overigens ‘licht verontreinigd’ zijn, dit om het mogelijk te maken materialen als grond en baggerspecie te hergebruiken op land of in oppervlaktewater. De uitleg daarbij is dat dit in lijn is met de doelstellingen van de circulaire economie. Voor hergebruik geldt wel een ‘strikte normering’, zoals vastgesteld in het Bbk.
Dit besluit kent drie categorieën, te weten grond, baggerspecie en bouwstof en ongeacht de kwalificatie moeten deze voldoen aan de eisen uit het Bbk. Voor grond en baggerspecie enerzijds en bouwstof anderzijds gelden wel verschillende eisen. Om te bepalen tot welke categorie een stof behoort is het niet van belang wat herkomst van het materiaal is en of het van natuurlijke oorsprong is, aldus de brief. “Zo worden onder het Besluit Bodemkwaliteit bentoniet, boorgruis, riool-, kolken- en gemalen slib en veegzand (RKGV) als grond gekwalificeerd.”
Volgens de Kamerbrief ontstond er binnen Rijkswaterstaat toch ‘een inhoudelijke discussie’ over de vraag hoe het granuliet moest worden aangemerkt, als ‘grond’ of als ‘bouwstof’, een dispuut dat maanden duurde en waaraan het directoraat Milieu en Internationaal, Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en op enig moment ook oud-minister Halbe Zijlstra bijdragen leverden. In de uiteindelijke besluitvorming bleef granuliet gekwalificeerd als ‘grond’. Er waren geen ‘inhoudelijk zwaarwegende argumenten’ om daarvan af te wijken, aldus de ministers.
Ook voerde de top geen druk uit op de verantwoordelijke dienst om dit besluit te accepteren en aan te houden, schrijven de ministers die daarmee de uitzending van Zembla weerspreken, waarin werd gesteld dat de top van RWS wel oneigenlijke druk heeft uitgeoefend.
Granuliet is in de natuurplas gestort voor het stimuleren van natuurontwikkeling en stabilisatie van de oevers, zoals vaker gebeurt bij diepe zandwinplassen.
Over het granuliet in de natuurplas wordt een leeflaag aangebracht bestaande uit schrale grond of zand.
Na oplevering van het project, uiterlijk eind 2021, gaat Natuurmonumenten het natuurgebied beheren.
MEER INFORMATIE
Kamerbrief en bewijsstukken
H2O-artikel: 'Rijkswaterstaat maakte ‘afvaldump’ in natuurplas Alphen mogelijk'