Verbetering van de waterkwaliteit is een belangrijk doel van het nieuwe mestbeleid dat landbouwminister Carola Schouten aankondigt. De maatregelen die in de afgelopen decennia zijn genomen om de vervuilende impact van mest op grond- en oppervlaktewater terug te dringen, hebben onvoldoende opgeleverd, stelt de minister vast. Dat geldt name in gebieden met löss- en zandgrond. Als het nieuwe mestbeleid niet werkt, zijn verdergaande maatregelen nodig, zoals teeltbeperkingen.
Het Nederlandse meststelsel moet eenvoudiger, schrijft minister Schouten in een brief aan de Tweede Kamer. Die gedachte is mede ingegeven door de fraudegevoeligheid van het huidige ingewikkelde stelsel, de noodzaak om stappen te zetten naar de beoogde kringlopen in de landbouw, maar ook omdat er nog steeds sprake is van een mestoverschot.
Gestagneerd
Mede hierdoor zijn de waterkwaliteitsdoelen van de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water 'nog niet volledig gerealiseerd', schrijft Schouten. Op zand- en lössgronden is de waterkwaliteitsverbetering de laatste jaren zelfs gestagneerd. “Hoewel de grondwaterkwaliteit in Nederland de afgelopen 25 jaar aanzienlijk is verbeterd, is op droge, uitspoelinggevoelige zand- en lössgronden de norm van 50 mg/l nitraat in water dat uitspoelt uit de wortelzone vaak nog niet gehaald.”
De waterkwaliteitsproblemen in gebieden met droge zand- en lössgronden hangen samen met natuurlijke factoren, zoals de bodemkenmerken en diepe grondwaterstanden, maar ook met ontwikkelingen in de teelt van gewassen, zoals de toename van vollegrondsgroenteteelt en de afname van het areaal grasland, staat in de Kamerbrief.
Onderzoek laat zien dat de norm van 50 mg/l nitraat door ongeveer 75 procent van de akkerbouwbedrijven in de zandregio wordt overschreden, schrijft de minister. “Intensieve vruchtwisseling met uitspoelinggevoelige, ondiep wortelende teelten, zoals consumptieaardappelen en prei, op droge uitspoelinggevoelige zand- en lössgronden leidt tot te hoge nitraatconcentraties in het grondwater en te veel belasting van het oppervlaktewater.”
Droogte
Droogte en klimaatverandering maken het halen van de doelen niet makkelijker, aldus de minister, die aangeeft dat er gebiedsgerichte aanpak nodig is om de waterkwaliteitsdoelen te halen. “Als onderdeel van deze gebiedsgerichte aanpak zal worden onderzocht of het specifiek aanwijzen van kwetsbare gebieden in het kader van de Nitraatrichtlijn hieraan kan bijdragen.”
De landbouwminister wil met ‘een pakket van maatregelen’ een substantiële verbetering van de waterkwaliteit in deze gebieden bereiken. Belangrijk element in die aanpak, zo blijkt uit de brief, is het vergroten van de bewustwording onder boeren over de effecten van de bemesting van uitspoelinggevoelige teelten.
De minister wil de boeren gaan stimuleren om te meten wat hun bemesting voor gevolgen heeft voor de waterkwaliteit. “Daarnaast wil ik inzetten op het vergroten van kennis binnen de sector door het stimuleren van brede studiegroepen en integrale adviesgesprekken op basis van bemestings- en teeltplannen.”
Schouten denkt verder aan concrete maatregelen, zoals opname van niet-uitspoelinggevoelige gewassen (gras en granen) in vruchtwisselingsschema’s en telen van uitspoelinggevoelige gewassen in bakken boven de grond.
Gebiedsprocessen
In gebieden waar de verbetering van de waterkwaliteit achterblijft wil de bewindsvrouw middels ‘vrijwillige doch niet vrijblijvende’ gebiedsprocessen genoemde aanpak op de rit krijgen, waarbij ze ruimte laat voor maatwerk. Dit moet wel in ‘gezamenlijkheid’ met provincies, waterschappen, terreinbeheerders en sector gebeuren.
Als de maatregelen niet tot de gewenste verbetering van de waterkwaliteit leidt, stelt de bewindsvrouw nieuwe maatregelen in het vooruitzicht. “Als er geen duidelijke verbetering zichtbaar is, zullen nadere maatregelen genomen moeten worden. Hiervoor tref ik dan ook al de nodige voorbereidingen, mede met het oog op het achtste actieprogramma Nitraatrichtlijn.”
LEES OOK
Kamerbrief contouren toekomstig mestbeleid
H2O-premium: Nitraat in grondwater: gehaltes en zorgen nemen weer toe
H2O-redactioneel: Waar blijft de nieuwe drinkwateropstand?