secundair logo knw 1

Kinderen bezig met het vangen van waterdiertjes I foto: GLOBE Nederland

Bij het meten van biologische waterkwaliteit vormt burgerwetenschap een waardevolle aanvulling op monitoring door professionals. Zo zoeken vrijwilligers meer in plassen en slootjes en veel vaker in de stedelijke omgeving. Dat blijkt uit onderzoek van het consortium Waterdiertjes.nl.

Het meten van waterkwaliteit is traditiegetrouw het terrein van professionals die bij waterschappen werken. Maar er lopen tegenwoordig in ons land ook verschillende initiatieven waarbij burgers worden ingezet. Het in 2018 gelanceerde platform Waterdiertjes.nl is daar eentje van.

Hierbij vangt een vrijwilliger met een schepnet waterdieren en geeft met de smartphone het meetresultaat door. Dat kan het hele jaar door. Het onderzoek is bedoeld om een beter beeld te krijgen van de biologische waterkwaliteit en het waterleven in Nederland. Daarmee kan worden bepaald waar maatregelen voor de verbetering van de waterkwaliteit nodig zijn.

Completer beeld van waterkwaliteit
Leveren de metingen door vrijwilligers wel echt iets op? Dat hebben partijen in het consortium Waterdiertjes.nl uitgezocht. Zij concluderen dat het onderzoek door burgers een toegevoegde waarde heeft. Het vormt een aanvulling op de monitoring door professionals, omdat er een completer beeld van de waterkwaliteit ontstaat.

Uit de analyse blijkt dat vrijwilligers doorgaans op andere plekken actief zijn. Terwijl professionals van waterschappen vooral informatie over macrofauna verzamelen in beken en kanalen, zoeken burgers juist in plassen en slootjes. Daarnaast meten ze veel vaker in de stedelijke omgeving. Verder is er weliswaar een zekere overlap in de momenten dat vrijwilligers en professionals bezig zijn, maar ook op dit punt is sprake van een aanvulling.

Registratie minder diepgaand
Vrijwilligers zoeken wel anders en minder diepgaand. Zij registreren minder waterdiertjes per keer. Ook vangen ze vooral wat grotere en sneller bewegende dieren. Voorbeelden zijn schaatsenrijders op het wateroppervlak en bootsmannetjes die aan te treffen zijn in open water en tussen waterplanten. Dieren op of in de bodem zoals wormen, worden daarentegen vaak niet of nauwelijks gevangen. Dat kan leiden tot een overschatting van de waterkwaliteit. Om de bruikbaarheid van de resultaten voor het waterbeheer te vergroten, komt er een vernieuwde versie van het platform.

De analyse is uitgevoerd door Wageningen University & Research (WUR), het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), De Waterspin Advies, waterschap Brabantse Delta en GLOBE Nederland. GLOBE is het wereldwijde onderzoeksprogramma voor middelbare scholieren van NASA, RIVM, KNMI en universiteiten. De onderzoekers hebben hun resultaten toegelicht in een studie die is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE.

Zoekplekken studie Waterdiertjes.nl
Uitgesplitst naar watertype: waar professionals en vrijwilligers waterdiertjes waarnemen (gemiddeld aantal monsters per jaar) I Bron: studie in PLOS ONE 

MEER INFORMATIE
Toelichting door WUR op analyse 
Studie in tijdschrift PLOS ONE 
Website van Waterdiertjes.nl 
H2O Actueel: krachtenbundeling in consortium 
H2O Actueel: opbrengst waarnemingen in 2019
H2O Actueel: onderzoek Rathenau Instituut 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.