Het gaat goed met de platte oesters die zijn geplaatst op oestertafels in een windpark in de Noordzee. Ruim twee derde van de volwassen exemplaren hebben het na drie jaar overleefd, blijkt uit onderzoek. Ook planten de oesters zich voort.
Het natuurherstelproject vindt plaats in windpark Borssele III & IV dat op ongeveer 55 kilometer uit de kust vanaf Vlissingen ligt. De bedoeling is om te onderzoeken of oesters zich blijvend kunnen vestigen in het windpark en hierop ook nieuw zeeleven afkomt. Het project ging in 2020 van start en duurt acht jaar.
Het betreft een initiatief van De Rijke Noordzee (samenwerking tussen Natuur & Milieu en Stichting De Noordzee) en windparkeigenaar Blauwwind (consortium met onder andere Eneco en Shell). Verder is onderzoeksbedrijf Eurofins AquaSense erbij betrokken.
Overleving 70 procent
In 2020 zijn er 2.400 platte oesters geplaatst op oestertafels aan de voet van windturbines. De overleving van de volwassen oesters is 70 procent na drie jaar. Dat is een vrij hoog percentage volgens de partijen.
Bij het onderzoek zijn geen Bonamia-parasieten aangetroffen. Deze ziekteverwekker heeft in het verleden voor veel sterfte onder oesters gezorgd.
Kraamkamer voor oesters
Een ander resultaat: 88 procent van de oesters is klaar om voor nageslacht te zorgen. Zij produceren larven als de watertemperatuur hoog genoeg is. Dit is inmiddels gebeurd; tijdens een monitoringsmissie in de zomer van 2023 is de aanwezigheid van jonge oesters bij de turbines aangetoond.
Zij zijn gevestigd op de eerder geplaatste volwassen oesters. Maar dat niet alleen; ook hechten jonge oesters zich op de steenbestorting – de stenen rondom de voet van een windturbine – en op aangebracht schelpmateriaal. Dat laat zien dat een windpark in zee succesvol als kraamkamer voor oesters kan fungeren, aldus de initiatiefnemers.
Projectleider Margot van Aalderen van De Rijke Noordzee noemt het goed nieuws voor de natuur in de Noordzee dat platte oesters weer de ruimte hebben om zich voort te planten. “Zij vormen de basis voor een sterk en gezond ecosysteem. We zijn heel benieuwd hoe dit zich verder ontwikkelt. De resultaten bieden tot nu toe goede perspectieven.”
LEES OOK
H2O Actueel (juni 2023): Miljoenenbijdrage voor project De Rijke Noordzee
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.